Voor natuurherstel is huidige stikstofaanpak onvoldoende
Onderwerp
Stikstofaanpak Onvoldoende Natuurherstel
Interessant voor
Beleidsmaker, Terreinbeheerder, Multifunctionele Landbouwer
Ongeveer 15% van het Nederlandse landoppervlak bestaat uit beschermde natuurgebieden, maar de natuurkwaliteit van die gebieden staat ernstig onder druk. Veel leefgebied is verloren gegaan door bebouwing en intensivering van de landbouw. Ook in de beschermde gebieden zelf staat de natuurkwaliteit sterk onder druk door de veel te hoge concentraties stikstof, stelt WNF in het in april verschenen rapport over de effecten van stikstof op het natuurherstel.
Stikstofproblematiek
Door de overmaat aan stikstof in combinatie met bodemverzuring en verlies aan kalium, magnesium en calcium zijn veel kwetsbare plantensoorten verdwenen. Door de veranderde concurrentieverhouding tussen soorten zie je dat door de stikstofovermaat enkele soorten de vegetaties domineren. Op die manier zijn de afgelopen decennia zo'n 400 plantensoorten - karakteristiek zijn voor voedselarme milieus - sterk afgenomen of zelfs verdwenen. Ook veel diersoorten hebben het moeilijk omdat de planten waarmee ze zich voeden zijn verdwenen of omdat de voedselkwaliteit van planten is afgenomen.
Dat de overmaat aan stikstof een negatief effect heeft op de natuurkwaliteit is al wel langer bekend. Daarom introduceerde de rijksoverheid in 2015 het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Doel van dat programma was de stiksofuitstoot terug te brengen. Maar in mei 2019 maakte de Raad van State in een uitspraak duidelijk dat het PAS op basis van juridische argumenten niet deugt. Als reactie daarop kwam de Commissie Remkes (adviescollege Stikstofproblematiek) in juni 2020 met het rapport 'Niet alles kan'.
Stikstofaanpak
In dat rapport werden de natuurdoelen centraal gesteld voor de aanpak van de stikstofproblematiek. Op basis daarvan adviseerde de commissie de stikstofemissies in 2030 met minimaal 50% te reduceren. Daarmee zou bij 75% van de natuurwaarden de depositie tot een veilig niveau worden teruggebracht. Maar het huidige kabinetsbeleid mikt op 25% in 2030 en 50% in 2035. Daarmee wordt een groot risico genomen dat unieke belangrijke natuurwaarden verloren gaan, aldus WNF in een persbericht.
Uit het rapport van WNF blijkt dat die reductie veel te laag is, veel te lang duurt en onvoldoende effectief is. Bovendien is dit beleid ook juridisch niet houdbaar, aldus het rapport. De Europese Habitatrichtlijn verplicht Nederland bijzondere natuur te beschermen. Verslechtering van natuur is niet toegestaan, terwijl dat bij het huidige beleid wel gebeurt. Zo verplicht de Habitatrichtlijn 81 expliciet benoemde plant- en diersoorten te beschermen, maar op dit moment verkeert nog maar een kwart van deze soorten in een gunstige staat van instandhouding. En van de habitattypen van de Habitatrichtlijn verkeert circa 90% in een matige tot zeer ongunstige staat van instandhouding, aldus het rapport. In veel gevallen is er een duidelijk verband met veranderingen in de stikstofhuishouding die de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden.
Kringlooplandbouw
Als het WNF ligt, moet Nederland de ambities opschroeven. De uitstoot van de stikstof met minstens 70% worden teruggedrongen. De opstellers van het rapport realiseren zich dat die reductie grote gevolgen zal hebben op het platteland. Ze zien een oplossing in extensievere bedrijfsvormen en regionaal gesloten kringlooplandbouw, waarbij de agrarisch ondernemers een hogere beloning ontvangen voor het voedsel dat ze ecologisch duurzaam produceren. Daarbij is regie vanuit de centrale overheid onontbeerlijk.