Voor voedselveiligheid is betere samenwerking nodig
Wie herinnert zich niet de fipronil-affaire van 2017. Als gevolg van fipronil in eieren mochten veel eieren niet verkocht worden. Naar aanleiding van deze affaire is een rapport uitgebracht. Dit rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, genaamd 'Opkomende voedselveiligheidsrisico’s’, geeft inzicht in hoe opkomende risico’s en opkomende ontwikkelingen verbeterd moeten worden. Dit kan door betere en vroegtijdige signalering en beoordeling.
Praktijkvoorbeelden
Wat zijn de knelpunten bij het signaleren en beoordelen van veiligheidsrisico’s? Om deze vraag te beantwoorden, worden in het rapport vijf praktijkvoorbeelden onderzocht. Bij de fipronil-affaire had eerder onderzoek moeten plaatsvinden naar illegale middelen. Dit heeft geleid tot grote maatschappelijke onrust en grote economische schade. Bij groenten en fruit zou meer duidelijkheid moeten komen over wat de risico’s van ziekteverwekkers zijn. Wat het extra moeilijk maakt, is dat bij ziektegevallen bijna nooit bekend is van welk voedsel men ziek is geworden. De bron aanpakken en controleren is daardoor moeilijk.
Opkomende risico’s en trends
Opkomende risico’s, zowel nieuwe als toegenomen blootstelling aan een bestaand gevaar, moeten vroegtijdig en zo volledig mogelijk in beeld gebracht worden. Ook opkomende ontwikkelingen en trends die en gevaar kunnen zijn voor de voedselveiligheid moeten in kaart gebracht worden. Hierbij valt te denken aan de trend om onbewerkt en biologisch voedsel te eten of de toename van kwetsbare consumenten. In Nederland ontbreekt het aan een gestructureerde aanpak. Overheid en bedrijfsleven moeten samenwerken om risico’s scherp in beeld te krijgen. De beheersing van voedselveiligheid is complexer en kwetsbaarder geworden. Voedingsproducten kunnen van over de hele wereld hierheen komen. Een zogenaamde 'coördinerende eenheid', die een overzicht maakt van mogelijke veiligheidsrisico’s, kan zorgen voor een beter beeld van de veiligheidsrisico’s.
(Bron foto: Shutterstock)