Vooral behoefte aan bedrijfseconomische kennis over natuurinclusieve landbouw
In de toekomstvisie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet Nederland naar een meer duurzame manier van voedselproductie. In 2030 moet de landbouw werken volgens de principes van kringlooplandbouw waarbij niets verspild wordt en waar reststromen maximaal worden ingezet. Natuurinclusieve landbouw (NIL) is een werkwijze die daar goed op aansluit. In die werkwijze produceert de landbouw voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving. NIL streeft naar optimaal gebruik van de natuurlijke omgeving door deze te integreren in de bedrijfsvoering en daarnaast ook bij te dragen aan de kwaliteit van diezelfde natuurlijke omgeving.
Kennisbehoefte
Vanuit de praktijk is er steeds meer interesse in NIL, maar die kennis is vaak verspreid over verschillende kennisdragers, moeilijk vindbaar en niet altijd volledig. Dit wordt benadrukt in het rapport over kennisbehoeftes van agrariërs over Natuurinclusieve Landbouw. Zo is er wel veel bekend over het effect van maatregelen op natuur en biodiversiteit, maar veel minder over hoe een agrariër deze maatregelen in de praktijk kan toepassen. Ook ontbreekt het vaak aan bedrijfseconomische kengetallen en saldoberekeningen.
Omdat niet duidelijk is in hoeverre de huidige beschikbare kennis aansluit bij de vraag van mensen in de praktijk, is een onderzoek uitgevoerd. Via interviews hebben onderzoekers in beeld gebracht welke kennisbehoeften er zijn, welke kennisaanbieders er zijn en waar hiaten zitten. Tot slot komen ze in het rapport met aanbevelingen over hoe kennis beter samengebracht kan worden.
Bedrijfseconomische informatie
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de 30 ondervraagde agrariërs deels positief, deels neutraal tegenover natuurinclusieve landbouw staan. Enkele bedrijven hebben er een negatief beeld bij. Waar de ondervraagden vooral behoefte aan hebben, is bedrijfseconomische informatie en aan praktische voorbeelden van voorbeeldbedrijven in de regio. Daarnaast is er behoefte aan informatie over subsidiemogelijkheden, over regelgeving en over maatregelen.
Uit de resultaten van de interviews blijkt dat de agrariërs kennis het liefst ontvangen via internet, vakbladen, demonstraties en pilots, bedrijfsadvies en studiegroepen. Uit inventarisatie van kennisbronnen blijkt dat er al heel veel bronnen zijn over natuurinclusieve landbouw: websites, rapporten, boeken en brochures. Die bronnen zijn breed verspreid, toegankelijk en relatief makkelijk te vinden. De meeste bronnen worden aangeboden door onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen.
Mismatch
De onderzoekers constateren dat er een mismatch is voor sommige thema's, met name bij bedrijfseconomische kennis. Over praktijkvoorbeelden merken de onderzoekers op dat er wel voorbeeldbedrijven zijn, maar deze bedrijven zijn dan vaak nichebedrijven voor een specifieke regio. Dat beperkt kennisoverdracht naar een bredere doelgroep. Je zou daarvoor ook gebruik kunnen maken van bestaande proefboerderijen of proeftuinen. De beschikbare kennis over wet- en regelgeving is versnipperd. Er ontbreekt een duidelijk platform waar die kennis samenkomt.
(Bron foto: andreas160578 via Pixabay)