Nieuws

Vrijblijvendheid voorbij in strijd tegen voedselverspilling

Afval met groente, fruit en brood  - Roman Mykhalchuk via Istock
Bron foto: Roman Mykhalchuk, Istock (Istock licentieovereenkomst voor content)
Samenvatting
  • Onderwerp
    voedselverspilling, circulair, gedragsverandering
  • Interessant voor
    consumtenten, beleidsmakers, voedselproducenten
Bekijk de bronnen
Om voedselverspilling verder tegen te gaan, moet de hele voedselketen – inclusief consumenten thuis – een tandje bijzetten. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij, vinden wetenschappers van Wageningen University & Research. De varkenshouderij en pluimveehouderij kunnen reststromen wellicht op grotere schaal benutten.

Verkwisting vindt in de hele voedselketen plaats: bij de oogst, de opslag en het transport, bij detailhandel en horeca, en bij consument thuis. Huishoudens zijn verantwoordelijk voor een derde van de totale verspilling, en nog eens een derde ontstaat bij de verwerking van producten. Het verlies van goed voedsel bij boeren en tuinders komt neer op 15 procent van het totaal, de distributiesector verkwanselt zo’n 7,5 procent. In 2020 is zo’n 2,8 miljard kilo voedsel verloren gegaan, zo blijkt uit de Monitor Voedselverspilling.

Het Voedingscentrum berekende dat elke Nederlandse consument in 2022 thuis gemiddeld 33 kilo aan vast voedsel verspilde. Dat is bijna 9 procent van al het gekochte voedsel. De vijf meest verspilde productgroepen zijn brood en deegwaren (6,2 kilo), groente (4,4 kilo), fruit (4,3 kilo), aardappelen (2,8 kilo) en zuivel (2,8 kilo). Vergeleken met 2019 verkwistten consumenten minder brood, deegwaren en zuivel, maar juist meer groente en fruit. Daarnaast gooien we thuis significant meer dranken weg: 64,4 liter in plaats van 45,5 liter per jaar. Het gaat met name om koffie en thee.   

Een schepje erbovenop 

De verspilling in Nederland is relatief groot vergeleken met die in omliggende landen. Dat komt voor een belangrijk deel doordat we veel voedsel produceren. Ons land heeft bovendien de hoogste voedselopbrengst per hectare, en is de tweede exporteur van agrifood-producten in de wereld. De voedselreststromen in de keten die op Nederlands grondgebied ontstaan, vallen onder de Nederlandse voedselverkwisting.  

Nederland heeft zich samen met andere EU-lidstaten gecommitteerd aan de VN-doelen. Daarin is opgenomen dat de verspilling bij consument en retail in 2030 moet zijn gehalveerd ten opzichte van 2015. Nederland doet daar nog een schepje bovenop. We houden vast aan deze doelstelling voor de hele voedselketen, van grond tot mond. In ons land komt dat neer op een miljard kilo minder voedselverspilling per jaar. Omgerekend kunnen daar zo’n 2,7 miljoen mensen een jaar lang van eten. 

Uit beeld 

In de strijd tegen voedselverspilling neemt Wageningen University & Research met name het voortouw. Onderzoeken die gedaan worden, hebben aandacht voor het terugdringen van oogstverliezen, nieuwe bewaartechnieken en andere verpakkingen. Ook worden er apps ontwikkeld om eten en drinken dat tegen de houdbaarheidsdatum aanzit, alsnog te verkopen zodat dat de container niet ingaat. Ook is er voorlichting over de houdbaarheidsdatum en het bewust omgaan met boodschappen en kliekjes. 

De afgelopen jaren stagneert het terugdringen van de verspilling. Daarmee lijken ook de doelstellingen voor 2030 uit beeld te raken. LNV heeft daarom experts van Wageningen University & Research om een advies gevraagd. De wetenschappers concluderen dat het belangrijk is om voort te bouwen op de huidige succesvolle aanpak, maar dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is. De aanbevelingen van de experts raken de hele voedselketen. Van het verbeteren van monitoring tot gerichte acties voor de landbouw en visserij; en van betere afstemming van vraag en aanbod, tot meer mogelijkheden om reststromen in te zetten als veevoer.

Voer voor varkens 

In Nederland is in 2020 ruim 600 miljoen kilo aan voedsel dat bedoeld was voor menselijke consumptie, gebruikt als veevoer. Volgens de definitie van de Europese Unie is daarmee geen sprake van verkwisting. Want circulair voer heeft een lagere CO2-voetafdruk en leidt tot minder druk op natuurlijke hulpbronnen, direct en indirect behoud van biodiversiteit, en minder afhankelijkheid van de wereldwijde grondstoffenmarkt. 

Minister Adema heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij met name onvermijdbare reststromen op grotere schaal wil inzetten als diervoer. Vooral varkens en kippen kunnen deze voedselresten ‘upcyclen’ tot een dierlijk eiwitproduct voor humane consumptie (vlees of eieren). Een begin is er al. Binnen het samenwerkingscluster ‘circulaire dierlijke eiwitketen’ werken 17 partijen aan een handjevol ketenconcepten, met als doel het terugdringen van voedselverspilling. Het gaat om producten als de ‘kringloopkarbonade’ en het ‘verspillingsvrije ei’.  

Gedragsverandering 

Het Voedingscentrum ziet het terugdringen van de verspilling stagneren. Waar consumenten tussen 2013 en 2019 met relatief weinig moeite een groot verschil konden maken, is verdere gedragsverandering volgens het voorlichtingsbureau lastiger te realiseren. ‘Hoewel motivatie en kennis en kunde zeker nodig zijn, is bekend dat gedragsverandering complex is, en dat ook andere factoren een rol spelen bij gedrag. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de (eet)omgeving’, staat in een uitgebreide rapportage.

Het is volgens het Voedingscentrum de vraag of er überhaupt sprake is van een grote gedragsverandering bij consumenten. ‘Een breder pakket aan maatregelen, die ook verantwoordelijkheid bij andere voedselketenpartijen legt om de voedselverspilling bij consumenten tegen te gaan, is daarom mogelijk effectiever’, staat in het rapport. Naast campagnes doelt het bureau op belastingen, kleinere portiegroottes, en heldere, eenduidige communicatie op verpakkingen over houdbaarheidsdatums en bewaaradviezen.