Nieuws

Wat DNA ons vertelt over visbestanden

Stekelrog in aquarium - Gelia via Istock
Bron foto: Gelia, Istock (Istock licentieovereenkomst voor content)
Samenvatting
  • Onderwerp
    genetica, dna, onderzoek, bestandsonderzoek
  • Interessant voor
    vissers, onderzoekers, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
Traditionele methoden om vispopulaties te onderzoeken zijn vaak tijdrovend, duur en belastend voor de dieren. Soms moeten vissen zelfs worden gedood. Met DNA-onderzoek kan dat anders. Onderzoekers hebben vaak genoeg aan een klein stukje weefsel, zoals een knipje uit de vin. Dat maakt het onderzoek minder ingrijpend én efficiënter.

DNA-technieken worden inmiddels op verschillende manieren toegepast, bij uiteenlopende vissoorten en met verschillende doelen. Hieronder lees je drie voorbeelden uit lopend onderzoek.

Verwantschap als maat voor populatiegrootte

In het Innorays-project onderzochten wetenschappers hoe verwantschap tussen individuele roggen gebruikt kan worden om de grootte van de populatie te schatten. Ze verzamelden weefsel van ongeveer 2000 stekelroggen en 850 blonde roggen. Daarmee brachten ze het DNA in kaart.

Door de DNA-profielen van de roggen te vergelijken, konden ze zien hoeveel familiebanden er waren. Vinden ze veel verwantschap? Dan is de populatie waarschijnlijk klein. Zijn er juist weinig familiebanden? Dan is de populatie waarschijnlijk groot.

Van onderzoeksdata naar vangstadvies

De resultaten van dit onderzoek worden gedeeld met ICES, de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee. Daar worden alle beschikbare data opnieuw bekeken om de schattingen van de visbestanden te verbeteren. Op basis daarvan adviseert ICES over hoeveel roggen er duurzaam gevangen mogen worden.

leeftijd en geslacht van de paling

Bij paling draait het niet alleen om aantallen, maar ook om leeftijd en geslacht. Die informatie is belangrijk voor goed beheer. Maar het is lastig te bepalen, omdat palingen heel verschillend groeien. Op dit moment wordt dit gedaan door de groeiringen in gehoorsteentjes te tellen. Deze methode is duur, onnauwkeurig en dodelijk voor de vis.

Daarom onderzoeken biologen of DNA ook hier kan helpen. Ze kijken naar zogeheten methylatiepatronen: kleine chemische ‘labeltjes’ op het DNA die bepalen welke genen actief zijn. Deze patronen veranderen met de leeftijd en verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes.

Marien bioloog Reinert Nijland legt het in ‘Met een knip van de vin : Aalvragen ontrafelen met methylatiepatronen’ zo uit: : “Simpel gezegd kijken we bij analyse van methylatiepatronen naar labeltjes op het DNA die bepalen of specifieke genen wel of niet tot expressie komen”.

“Simpel gezegd kijken we bij analyse van methylatiepatronen naar labeltjes op het DNA die bepalen of specifieke genen wel of niet tot expressie komen”

Reinert Nijland in 'Met een knip van de vin : Aalvragen ontrafelen met methylatiepatronen'

Samen met zijn collega’s verzamelt hij DNA-materiaal van palingen. Met behulp big data machine-learning-algoritmes hopen ze patronen te vinden die iets zeggen over leeftijd en geslacht. Zo willen ze een nieuwe methode ontwikkelen voor het inschatten van palingbestanden.

Waarom zijn Nederlandse baarzen groter?

Ook bij baars wordt DNA-onderzoek ingezet. In de Nederlandse deltawateren zijn baarzen vaak groter dan hun soortgenoten in andere delen van Europa. Onderzoekers willen weten of dat verschil genetisch is.

Ze kijken naar de opbouw van het DNA en vergelijken die met andere populaties. Daarnaast werken ze samen met sport- en beroepsvissers om meer te leren over het gedrag en de leefomgeving van de baars. Want hoewel deze vis veel voorkomt, weten we er nog verrassend weinig van.

Samen werken aan duurzame visserij

Deze voorbeelden laten zien hoe DNA-onderzoek steeds belangrijker wordt voor het begrijpen en beheren van vispopulaties. En dat doen onderzoekers niet alleen. Door samen te werken met vissers kunnen deze technieken verder worden ontwikkeld en toegepast. Zo bouwen we samen aan een duurzame toekomst voor de visserij.

Bronnen

(3)