Wat gebeurde er in 2016 met de zadencollecties van het CGN?
De collecties van het CGN bestaan uit 28 land- en tuinbouwgewassen. Deze collecties worden onderhouden door zaad te vermeerderen als het op raakt of de kiemkracht daalt. De collectie wordt voortdurend verbeterd door deze aan te vullen met nieuw materiaal van verzamelmissies, veredelaars of andere collecties. Het beschrijven en documenteren van de collecties, en het ontsluiten van deze gegevens is essentieel om de gebruiker een goede keuze uit de bijna 23.000 accessies te kunnen laten maken.
Gebruik van de collecties
In 2016 zijn er meer dan 9000 monsters gestuurd naar 138 bedrijven, universiteiten en NGO’s, zowel in binnen- als buitenland.
Een groot aantal monsters zijn gestuurd naar het Europees genoomsequence project, G2PSOL, dat in 2016 van start is gegaan. In dit project worden genenbankcollecties aardappel, tomaat, aubergine en paprika (Solanaceae) gesequenced. Het doel is om de collecties op een uniforme, complete manier te karakteriseren en met elkaar te vergelijken, zodat onderzoekers en veredelaars een beter beeld krijgen van de variatie en de mogelijkheden van de genenbankcollecties. De gehele CGN collectie van aardappel, tomaat, aubergine en paprika, in totaal 4339 monsters, is een onderdeel van het project. De gegevens uit dit project zullen publiekelijk beschikbaar gemaakt worden.
Samenwerking in binnen- en buitenland
In een samenwerkingsproject tussen de Universitat Politècnica de València en het CGN zijn 80 Spaanse landrassen van paprika vermeerderd en beschreven. Deze landrassen waren in de 80er jaren van de vorige eeuw in Spanje verzameld maar nog niet beschikbaar. In 2016 zijn 22 landrassen in de collectie opgenomen en worden in Valencia voor onderzoek gebruikt. De resterende accessies worden in 2017 aan de collectie toegevoegd.
De schimmelziekte Wolf (Peronospora) is een probleem in de spinazie teelt, omdat er nieuwe infectie typen ontstaan. In een samenwerkingsproject met veredelingsbedrijven zijn 441 nummers van spinazie getoetst op deze nieuwe typen van de ziekte. Hierbij is ook materiaal uit de Oekraïense genenbank getoetst. Eerder al waren 20 Oekraïense nummers vermeerderd in een samenwerkingsverband van 9 veredelingsbedrijven. Dit materiaal is teruggestuurd naar de Oekraïense genenbank en wordt ook in de CGN collectie opgenomen. De gegevens uit deze toetsing zullen na een bepaalde periode voor iedereen beschikbaar komen.
Appels op de Wageningen Campus
De CGN appelcollectie, die bij het Proefbedrijf voor de fruitteelt (PPO) in Randwijk aangeplant is, bestaat uit 176 verschillende oude en modernere rassen en wilde soorten. Een gedeelte van deze appelcollectie is ook op de Wageningen Campus aangeplant. Een selectie van wilde soorten, hoogstam- en laagstam bomen zijn in het voorjaar 2017 uitgeplant, zodat de appelteelt door de geschiedenis getoond kan worden aan studenten en publiek. Hiervoor zijn in 2015 en 2016 128 appelrassen vermeerderd.
Svalbard zadenkluis
Het CGN heeft van het grootste deel van de collectie een veiligheidsmonster in de zadenkluis op Svalbard, Spitsbergen, op laten slaan. Als er nieuw zaad-verzameld of vermeerderd- in de collectie opgenomen wordt, wordt er ook een veiligheidsmonster gestuurd. In 2016 waren dit 525 monsters. Drie keer per jaar opent de kluis hiervoor haar deuren en deze monsters zijn in februari 2017 opgestuurd.
Contact: Chris Kik
(Bron foto: CGN)