Wat moeten we met de Amerikaanse rivierkreeft?
Onderwerp
Amerikaanse rivierkreeft
Interessant voor
Beroepsvissers, waterschappen, restaurants
De Amerikaanse rivierkreeft verspreidt zich in hoog tempo door Nederland. Dat komt door de zeer succesvolle voortplanting en het gemak waarmee het dier op zoek gaat naar nieuw leefgebied. De dieren veroorzaken schade aan het water, dat vertroebelt door hun graafgedrag. Ook vreten ze de waterplanten in hun leefgebied helemaal weg, met negatieve gevolgen voor inheemse soorten die afhankelijk zijn van deze planten. Het probleem is inmiddels zo groot, dat ook SchoolTV aandacht besteed aan de schade door de rivierkreeften.
Hier en daar worden de dieren weggevangen, maar dat heeft nauwelijks effect. Wageningen Environmental Research zocht uit of commerciële visserij op de Amerikaanse rivierkreeft een oplossing is voor de overlast. Hiervoor deden zij onderzoek onder beroepsvissers, restaurants en waterschappen.
Afzet ontbreekt nu
Momenteel wordt de invasieve kreeft mondjesmaat gericht bevist. Voor beroepsvissers is de kreeft bijvangst waarvan ze maar ongeveer de helft verkopen. Ze zetten de dieren terug of eten ze zelf, omdat er geen commercieel aantrekkelijke afzetmarkt is.
Door het ontbreken van een afzetmarkt staan beroepsvissers niet te trappelen om gericht te vissen op rivierkreeften. Als die markt er wel zou zijn, overweegt een deel van de beroepsvissers om er wel gericht op te gaan vissen.
Pelindustrie nodig
Restaurants met rivierkreeft op het menu kopen vooral geïmporteerde rivierkreeft, die ingevroren en gepeld wordt geleverd. Restaurants letten daarbij niet op het land van herkomst. Na informatie over de mogelijkheid van Nederlandse rivierkreeftenvisserij geven alle restaurants aan dat zij interesse hebben. Een concurrerende prijs en continue aanvoer van gepelde kreeften zijn daarbij belangrijke voorwaarden.
Het pellen van de kreeften is zeer tijdrovend en daarmee niet rendabel voor restaurants. Dat betekent dat een pelindustrie nodig is die de Nederlandse rivierkreeft een stuk duurder zal maken dan buitenlandse.
Inheemse predatoren
Waterschappen zijn terughoudend over het inzetten van beroepsvissers op rivierkreeften. Een aantal waterschappen wil de natuur haar gang laten gaan en verwacht dat deze vanzelf in balans komt. Als er al stappen genomen gaan worden, gaat op dit moment de voorkeur uit naar het inzetten van inheemse predatoren.
Het tijdschrift Milieu zet haar vraagtekens bij deze oplossing. Die predatoren zijn er zeker: otters, ratten, meerkoeten, futen, snoeken, palings en karpers. Maar natuurlijke predatie is op dit moment onvoldoende, zodat een nieuw evenwicht nog ver weg lijkt. Herstel van de onderwaterecologie is alleen mogelijk als de aantallen rivierkreeft laag worden gehouden.
Vooral kansen in bewerkte kreeft
De verwachting is dat de vraag naar verse rivierkreeft beperkt zal blijven, vanwege de bewerkelijkheid en de korte bewaartijd. Volgens de restaurants zijn er wel kansen voor dit product. Zo is de kreeft vers, decoratief, lekker en te verkopen als een exclusief streekproduct.
Het rapport van Wageningen Environmental Research ziet meer kansen voor ingevroren en gepelde rivierkreeft. Die is nu al verkrijgbaar bij diverse supermarktketens. Nederlandse rivierkreeft zal dan in prijs moeten concurreren met de buitenlandse, maar door het arbeidsintensieve pellen lijkt dat moeilijk. Met meer samenwerking in de keten, het verkennen van mogelijke innovaties en leren van de kreeftenketen in het buitenland kan dit een optie zijn.
Zet sportvissers in
Het tijdschrift Milieu stelt nog een andere oplossing voor: zet sportvissers in om de kreeften weg te vangen. Dit zou prima kunnen met een kreeftenkorf, maar die mag volgens de Visserijwet alleen worden gebruikt in de beroepsvisserij. Het artikel pleit er dan ook voor om de kreeftenkorf beschikbaar te stellen aan sportvissers. Dit is mogelijk, omdat voldoende is aangetoond dat je met een kreeftenkorf echt alleen kreeften vangt en geen andere dieren. De verwachting is dat het kreeftenprobleem hiermee niet wordt opgelost, maar dat het lokaal de overlast zal verminderen.