We komen niet van de Japanse duizendknoop af
'De woekerplant Fallopia is in Nederland niet meer uit te roeien,'zegt hoogleraar Wim van der Putten, van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in Wageningen in het artikel 'Fallopia gaat niet meer weg' uit Stad + groen. De plant komt overal voor in Nederland. De hoogleraar vindt dat de aandacht nu gericht moet zijn op het beheersbaar houden van dit probleem. Van der Putten hoopt dat het woekergedrag van de plant na verloop van tijd afneemt doordat schimmels of insecten zich als ziekten enplaag gaan specialiseren op de plant. Maar hij denkt dat dit moment voor de Japanse duizendknoop of Fallopia japonica nog ver weg is.
Tuinafval
De plant, die wel 3 meter hoog kan worden, komt van oorsprong uit Oost-Azië. De plant is in Europa ingevoerd als dierplant. Door het dumpen van tuinafval heeft de plant zich kunnen uitbreiden. Wortelfragmenten en stengelknopen van een paar gram kunnen al uitgroeien tot nieuwe planten. De plant verspreidt zich daarom ook makkelijk met aanhangende grond.
Bestrijding
Drie jaar geleden werd door Probos, een kennisinstelling voor bosbeheer, een landelijke praktijk gestart waarbij op 120 locatie verschillende methoden voor de bestrijding van Japanse duizendknoop werden getest: maaien, chemische bestrijding, afdekken en begrazing bijvoorbeeld. Op dit moment is een effectieve bestrijding nog niet gevonden, zo blijkt uit het artikel.
De meeste effectieve methode lijkt op dit moment een chemische bestrijdingsmethode waarbij glyfosaat onder in de stengel van de plant wordt geïnjecteerd. Maar in het maatschappelijk debat staat glyfosaat staat onder druk. Proeven met het middel Ultima lijken de wortels van de plant ook aan te tasten. Een andere methode is het meerdere jaren afdekken van de planten.
De meest creatieve oplossing is een proef met begrazing door varkens. Bij Renkum wordt voor het derde jaar op rij als experiment een een begrazing door Bonte Bentheimers uitgevoerd.
Compostering
De meest toegepaste methode op dit moment is het maaien en afvoeren van het maaisel en eventuele grond. Uit proeven is nog niet duidelijk dat dit de meest effectieve methode is. Maar als je het toepast, moet je voorkomen dat het maaisel tot verspreiding van de plant leidt. Je moet die resten dus goed verwerken.
De Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) zet in een factsheet op een rij hoe je die resten van Japanse duizendknoop het best verwerkt. Verbranden van de resten is een relatief dure methode. Je kunt ook composteren. Doe je dat onder gecontroleerde omstandigheden dan kun je zorgen dat de temperatuur tijdens de compostering minimaal 72 uur boven de 50°C uit komt zodat de groei van wortelstokken en stengels stopt.
(Bron foto Flickr, Maja Dumat - CC BY 2.0)