Nieuws

Werking toevoegmiddel rantsoen melkkoeien niet eenduidig

Crapping cow, pooping with the tail up, dung making cow on a dike in a landscape, manure falling down, Clara Bastian via iStock
Bron foto: Clara Bastian, iStock (iStock license)
Samenvatting
  • Onderwerp
    mestkwaliteit, uitspoeling, bodem, voeding
  • Interessant voor
    melkveehouders, beleidsmakers, adviseurs
Bekijk de bronnen
Op initiatief van Waterschap De Dommel (Noord-Brabant) is het gebruik van een toevoegmiddel aan het rantsoen van melkkoeien onderzocht. Door een toevoegmiddel kan de mestkwaliteit verbeteren, waardoor minder uitspoeling van nitraat zou plaatsvinden en de bodemkwaliteit verbetert. De meeste deelnemende melkveehouders zijn enthousiast over het gebruik van het toevoegmiddel, maar meer onderzoek is nodig.

De deelnemende melkveehouders aan het project 'beter bodem voor en door melkkoeien' gebruikten het toevoegmiddel Microbalans van het bedrijf Microbalans te Oirschot. Volgens de producent zorgt dit middel voor een betere mestkwaliteit: minder schuimvorming en een meer homogene samenstelling. De vraag die de onderzoekers wilden beantwoorden is of een betere mestkwaliteit ook zorgt voor een betere bodem en minder uitspoeling van nitraat.  

Minder grove vezels in de mest

Er zijn 14 melkveehouders in het werkgebied van waterschap de Dommel in 2021 gestart met het toevoegen van Microbalans aan het voer van hun melkkoeien. Bij de start is er ook eenmalig Microbalans aan de mest in de mestkelder toegevoegd. In september 2023 voegen 10 melkveehouders nog steeds Microbalans toe aan het voer voor hun koeien. Van de vier gestopte melkveehouders verklaarden twee dat zij tegenvallende resultaten zien. 

Directe effecten van een toevoegmiddel zijn niet expliciet aangetoond. Er is gekeken naar de effecten op melkproductie, voerefficiëntie, mestkwaliteit, bodemkwaliteit en uitspoeling. Een duidelijk effect was minder grove vezels in de mest van de koeien die het toevoegmiddel kregen. Dit kan duiden op een betere vertering van het voer. Op alle aspecten kwamen zowel positieve als negatieve verschillen. Dat heeft onder andere te maken met de lastige verzameling van bedrijfsgegevens tijdens de proef. De benodigde bedrijfsgegevens waren soms niet aanwezig en tijdens de proef zijn op diverse bedrijven aanpassingen in de bedrijfsvoering geweest die resultaten hebben beïnvloed.  

Overige resultaten

De deelnemende melkveehouders zijn enthousiast over de proef, ze zijn hierdoor gemotiveerd om verder te werken aan een verbetering van de bedrijfsvoering. Zo verklaarde één van de deelnemers dat hij door het toevoegmiddel zijn koeien een lager eiwitgehalte durfde te voeren. Dit is positief omdat een lager eiwitgehalte van het rantsoen bijdraagt aan een lagere ammoniakemissie.  

De melkveehouders geven aan dat zij de betrokkenheid van het waterschap enorm waarderen. Bijna alle deelnemende melkveehouders willen meewerken aan een vervolgonderzoek. Het is dus mogelijk voor een waterschap om melkveehouders te motiveren om hun bedrijfsvoering te optimaliseren. Uiteindelijk kunnen optimalisaties leiden tot het gewenste resultaat: een betere bodem en minder uitspoeling.  

Praktijkonderzoek maakt dataverzameling lastig

Het meten van indirecte effecten van toevoegmiddelen vereist een onderzoeksomgeving die jarenlang een stabiele bedrijfsvoering kent. Dat is een vraag waaraan melkveebedrijven niet kunnen voldoen. Het meten van directe effecten op de voerbenutting, melkproductie en mestkwaliteit zijn wel haalbaar.