Zeehondengroei door immigratie
In de Waddenzee komen twee soorten zeehonden voor: de gewone zeehond en de grijze zeehond. De gewone zeehond komt het meest voor. Van de grijze zeehond is er sinds eind jaren '80 weer een kleine populatie in de Waddenzee. De grijze zeehond kwam vroeger ook wel voor in de Waddenzee, maar is in de 16 eeuw verdwenen, vermoedelijk door jacht. Anders dan de jongen van de gewone zeehond blijven de jongen van de grijze zeehond na de geboorte een maand lang op het droge liggen. Ze zijn daarom een makkelijke prooi voor jagers. De jongen van de gewone zeehond gaan al enkele uren na de geboorte het water in.
Migratie
In 2014 zijn er in de hele Waddenzee, van Nederland tot Denemarken, 23.722 gewone zeehonden geteld met 8561 jongen. Veertig jaar eerder, in 1974, waren er 3571 volwassenen met 687 jongen. Van de grijze zeehond werd eind jaren '80 voor het eerst weer een kleine populatie gevonden, nu zijn het er meer dan 4000. De populatie van de grijze zeehond is relatief hard gegroeid.
Een groei van 15 tot 19% kun je alleen verklaren wanneer er import plaats vindt van dieren elders, aldus onderzoeker Sophie Brasseur die op 30 augustus promoveerde. In haar proefschrift 'Seals in motion' maakt zij duidelijk dat immigratie van de grijze zeehond vooral vanuit Groot-Brittannië plaatsvindt waar een sterk groeiende populatie aanwezig is. In een filmpje van Wageningen Marine Research geeft ze toelichting over het leefgebied van de grijze zeehond.
Voortplantingsseizoen
Maar ook in de Waddenzee zelf vindt migratie plaats. Brasseur vond dat in het Duitse deel van de Waddenzee relatief meer jongen aanwezig zijn. En uit onderzoek met gezenderde zeehonden blijkt dat zwangere vrouwtjes vanuit Nederland naar het Duitse deel trekken om daar te jongen. In het najaar vindt weer een trek terug plaats. Een verklaring zou kunnen zijn dat in Duitsland 60 jaar geleden de jacht op zeehonden tijden het voortplantingsseizoen is beperkt.
Dat zeehondenpopulaties zich heel snel kunnen herstellen, blijkt uit het feit dat de zeehondenpopulatie in de periode rond 1989 en 2002, toen er een uitbraak was van het zeehondenvirus, zeer snel groeide, ondanks de halvering van de de populatie in de jaren van de uitbraak zelf.
(Bron foto: Shutterstock)