Zes tips voor een goede kuil

In het artikel 'In zes stappen naar een superkuil' leggen Janine van den Belt van Groeikracht en Marijke Rijnsburger van De Samenwerking stap voor stap uit hoe je van gras een superkuil kunt maken. Een goede kuil begint al ver voordat je gaat maaien, zegt Van den Belt in het artikel: Je moet weten wat voor kuil je wilt. Wil je juist veel eiwit in het gras, omdat je veel maïs in het rantsoen hebt, of wil je gras met minder eiwit en meer energie?

Eiwitgehalte

Je moet daarom naar het grassenbestand en de bodem kijken. De bodem is de basis. Voor de bodem zijn het klei-humuscomplex of CEC (Cation Exchange Capacity) en de pH van belang. Die zijn van invloed op de mineralenbenutting door het gras. Om de pH te verbetern, kun je in het najaar al kalk strooien.

Het eiwitgehalte in het gras kan ook beïnvloed worden door het maaimoment. Maai je snel na het bemesten, dan is het eiwitgehalte hoger. Voor een snelle hergroei van het gras, kun je het beste maaien op een maaihoogte van 7 cm. Hoe lang je het gras moet laten drogen, hangt van de snede en het weer af. Gras kun je inkuilen met een drogestofgehalte van zo'n 40 - 50%.

Conserveringsproces

Voor een goed conserveringsproces van het ingekuilde gras moet je zorgen dat je gras goed aanrijdt. Zo creëer je zuurstofloze omstandigheden waar de anaerobe bacteriën het werk kunnen doen. Zij zetten suiker om in zuren waardoor het gras geconserveerd wordt. Eventueel kun je een bacteriecultuur toevoegen.

Nadat de kuil is aangereden, moet je het goed afdekken met plastic. Dit zorgt ervoor dat je de kans op bederf door gisten of kuilschimmels verkleint. Ook nadat je de kuil na zes weken opent, moet je oppassen dat de kuil niet bederft. Dat lukt het beste door de kuil niet te hoog te maken.

(Bron foto: WUR Eddy Teenstra)