Nieuws

Zeven vragen over stikstof meten

(Vrij gebruik)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Stikstof meten
  • Interessant voor
    Veehouders, terreinbeheerders
Bekijk de bronnen
Nederland staat in Europa te boek als het slechtste jongetje van de klas wat betreft de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden. Tegelijkertijd zijn we het enige land dat de impact op Natura 2000-gebieden uitvoerig meet en de uitkomsten consequent elke zes jaar op Europees niveau deelt. Hoe komt ons land tot de metingen, berekeningen en stikstofmodellen?

Wat is de ‘stikstofcrisis’?

Het is een verwarrende term, want de lucht om ons heen bestaat voor ongeveer 78 procent uit stikstof (N2) en die is volkomen onschadelijk. Sommige verbindingen met stikstof zijn wél schadelijk, zoals de stikstofoxiden die in de lucht komen door o.a. het wegverkeer en de industrie. Ammoniak (NH3) is een andere schadelijke verbinding met stikstof, die vooral in de melkveehouderij voor een crisis zorgt. Dit gas ontstaat in stallen en mestopslagen door het samenkomen van urine en vaste mest van koeien. Een teveel aan ammoniak en stikstofoxiden zorgt voor een verarming van de biodiversiteit in de natuur en draagt bij aan de vervuiling van lucht en water.

Met name door de groei van de veestapel is sinds de jaren zestig de ammoniakuitstoot fors toegenomen met een piek eind jaren tachtig. De schadelijke stikstofdepositie schrijven onderzoekers voor het overgrote deel toe aan de landbouw (40 procent) en aan stikstofverbindingen afkomstig uit het buitenland (35 procent).

Andersom komt ook een groot deel van ‘onze stikstof’ bij buurlanden terecht. Gemiddeld stoten Europese landen 11,2 kilo stikstof per hectare uit; in Nederland is dat ruim vier keer zo veel.

Wie meet de stikstofuitstoot?

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) monitort continu de concentraties in de buitenlucht en in neerslag. Het RIVM is daarmee een belangrijke adviseur en bron van informatie voor de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Waar vinden die metingen plaats?

Op zes locaties in Nederland meet het RIVM de hoeveelheid ammoniak in de lucht en op 43 locaties het aandeel stikstofdioxide. Wat de metingen een stuk lastiger maakt is dat in combinatie met water de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden niet meer gemeten kan worden. Op 8 locaties meet het RIVM daarom deze zogenoemde natte depositie. Op luchtmeetnet staan de resultaten.

Is dat het hele verhaal?

Nee. Het RIVM meet daarnaast ammoniakconcentraties dichtbij de natuur, in zo’n 85 Natura 2000-gebieden. Elke maand verzamelen vrijwilligers en natuurbeheerders de meetbuizen. Via het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid monitort RIVM in samenwerking met Wageningen University & Research de waterkwaliteit op landbouwbedrijven. Ook voert het instituut iedere dag satellietmetingen uit. Daarnaast maken de wetenschappers modellen en berekeningen op basis van weermodellen om de ‘gaten te dichten’. De natuur vertelt ook een deel van het verhaal: zo zijn er korstmossen die goed of juist slecht groeien bij hoge ammoniakconcentraties.

Terugkerend kritiekpunt: het is onduidelijk wat de effecten zijn van de uitstoot van één bepaald boerenbedrijf op de omliggende natuur.

Hoe nauwkeurig zijn de metingen?

De modellen en berekeningen zijn gebaseerd op veel variabele factoren en kunnen daarom onnauwkeurig worden. Daarnaast gaan ammoniak en stikstofoxiden dus reacties aan met andere stoffen in de lucht, waardoor de werkelijke uitstoot lastig te meten is. De rekenmethodes zijn een aantal jaren terug beoordeeld door de commissie-Hordijk en die concludeerde dat ze ‘voldoende tot goed’ zijn.

In een van de rekenmodellen kijkt het RIVM naar het aantal dieren, het stalsysteem, het voer, de mestafzet en allerlei data om te bepalen waar het vrijgekomen ammoniak heengaat en neerslaat, legt stikstofonderzoeker van de Universiteit Twente, Marloes Penning de Vries uit in een video. Volgens haar "kun je nu eenmaal niet voor iedere stal in Nederland exact bepalen hoeveel stikstof er uitgestoten wordt en waar dat precies terechtkomt."

Is het verstandiger om op het boerenbedrijf te meten?

Dat gebeurt al bij wijze van proef op verschillende locaties in het land, zo is te zien in een reportage van NOS Nieuws. Bij melkveehouder Prinsen in het Gelderse Haarlo hangen twee meetkastjesin de stal, die elke 5 minuten de concentratie ammoniak meten. Het voordeel is dat de veehouder direct het management kan aanpassen om de uitstoot te verlagen. Een nadeel: ook deze rekenmethode is niet helemaal nauwkeurig.

De uitstoot van stikstof daalt toch al jaren?

De afgelopen dertig jaar is de schadelijke stikstofuitstoot inderdaad gehalveerd, maar de daling is de afgelopen tien jaar afgevlakt en met de kennis van nu volgens deskundigen nog altijd zorgwekkend hoog. Om in navolging van Europees beleid kwetsbare natuurgebieden te beschermen, zou de uitstoot op sommige plekken in ons land met percentages tot 70 procent moeten dalen.