Nieuws

Zicht op financiële haalbaarheid voedselbos

Agroforestry met maïs en walnoten - USDA NAC - Wikimedia commons
Bron foto: USDA NAC (Wikimedia Commons)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Voedselbos rekentool
  • Interessant voor
    Boeren, tuinders, ondernemers en investeerders
Bekijk de bronnen
Voedselbossen zijn in opkomst. De aanleg van veel eetbare soorten op een kleine oppervlakte vergroot de biodiversiteit en draagt bij aan de klimaatdoelstellingen. Het lijkt een van de puzzelstukken om tot een natuurinclusieve landbouw te komen. Om in te schatten of het creëren van voedselbossen ook financieel aantrekkelijk is voor boeren en tuinders, ontwikkelde Wageningen University & Research een rekentool.

Een voedselbos is het resultaat van een verregaande vorm van boslandbouw (agroforestry). Naast hoge bomen kent het systeem lagere vegetatielagen met struiken, kruiden, knollen en klimplanten. Ook krijgen landschapselementen vaak een plek in een voedselbos, zoals hagen of poelen. Het ecosysteem dat ontstaat, is vergelijkbaar met een natuurlijk bos. 

Het aangelegde bossysteem levert voedsel op voor mens en dier. Het gaat met name om fruit, bladeren, noten en kruiden, maar ook om brandstof en bouwmateriaal. Daarnaast zorgt een voedselbos voor het vastleggen van CO2 en voor meer biodiversiteit in de omgeving. Volgens kenners sluit dit goed aan bij een multifunctionele bedrijfsvoering; van recreatie tot de verkoop van groente en fruit voor horeca of direct aan de consument. 

Hulpmiddel voor boeren

De ‘Rekentool Voedselbossen 4.0’ brengt in kaart of de aanleg van een voedselbos financieel gezien haalbaar is. De rekentool is vooral bedoeld voor beginnende voedselbosboeren, maar kan ook interessant zijn voor andere ondernemers en investeerders. Met name voor en tijdens de ontwerpfase helpt de tool gebruikers aan nieuwe inzichten. Naast de basisversie is er een expertversie om tot een nog realistischere inschatting te komen van kosten en baten.  

Het duurt over het algemeen vele jaren voordat sommige bomen en planten een rijke oogst opleveren. In het datasysteem zijn gegevens van tweehonderd veelgebruikte plant- en boomsoorten opgenomen. De makers waarschuwen voor een onzekerheidsmarge, die het gevolg is van bijvoorbeeld schommelende inkoop- en verkoopprijzen en de uitval van plantmateriaal. 

Invloed op biodiversiteit 

De invloed van boslandbouw op de omgeving wordt in Nederland voorzichtig in kaart gebracht. In een recente korte literatuurstudie gaat het Louis Bolk Instituut in op de effecten van agroforestry op de biodiversiteit in ons land. Dit onderzoek is in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit uitgevoerd.  

In de zogeheten Bossenstrategie van het rijk en de provincies is de ambitie uitgesproken om voor 2030 zevenduizend hectare aan boslandbouw te realiseren. Het positieve effect op met name de biodiversiteit is volgens de onderzoekers duidelijk, maar de verschillen tussen agro-ecosystemen kunnen groot zijn. Dat komt vooral door de keuze voor gewassen en het beheer. Over het algemeen blijken bomen en struiken een ecologisch waardevolle toevoeging op het open agrarisch landschap. Ze bieden een stabiel microklimaat, bodemnutriënten en voedsel, nest- en schuilgelegenheid voor onder andere vogels, zoogdieren, insecten en amfibieën. 

Nut in de praktijk

Het Louis Bolk heeft in de literatuurstudie naar verschillende onderdelen van biodiversiteit gekeken: naar het nut voor het landbouwsysteem, landschappelijke diversiteit, specifieke soorten en brongebieden en verbindingszones. De onderzoekers hebben ook verschillende vormen van boslandbouw meegenomen in hun studie. Het gaat bijvoorbeeld om gebieden waar bomen of struiken zich afwisselen met akkerbouwgewassen (rijenteelt), of om bomen in combinatie met begrazing of grasland (silvopastorale systemen).  

Bij rijenteelt is in vergelijking met traditionele akkerbouw vaker sprake van natuurlijke vijanden die plagen beheersbaar houden of voorkomen. Ook is er een hogere diversiteit aan bestuivers, zoals bijen, aanwezig. In silvopastorale systemen blijken zowel typische bos- als graslandsoorten aanwezig, van kevers en sprinkhanen, tot vleermuizen en vogels. Het is onderzoekers opgevallen dat sommige vogelsoorten, zoals de nachtzwaluw, enkel voorkomen in het silvopastorale systeem en niet in naastgelegen grasland of bos. 

Het nut van heggen

Het meeste onderzoek tot nu toe is gericht op heggen, zo staat in de literatuurstudie. Onderzoekers vonden in percelen met heggen vaak hogere dichtheden aan natuurlijke vijanden en specifieke soorten in vergelijking met percelen zonder heggen. Dichte heggen bleken de beweging van zowel schadelijke als nuttige insecten tussen velden wel te belemmeren. En hoewel vlinders voorkomen in gebieden met en zonder heggen, werden er wel veel vlinders op en rondom heggen gevonden. De structuur van de begroeiing beïnvloedt bovendien in grote mate welke vogelsoorten er in een heg voorkomen.  

Met het ontwerp en beheer van agroforestry-systemen kunnen boeren en tuinders keuzes maken die nadrukkelijk invloed hebben op de biodiversiteit, concludeert het Louis Bolk Instituut. De dichtheid en rijkdom aan soorten neemt vaak toe met de leeftijd van het boslandsysteem. Het inzaaien en onderhouden van een kruidenrijke strook onder een bomenrijen en onder heggen kan mogelijk een groter positief effect hebben op de functionele biodiversiteit dan alleen het integreren van houtige elementen. 

“Het is belangrijk om te werken met duidelijke definities van biodiversiteit en agroforestry, en om helder te hebben welke vorm van biodiversiteit in een systeem gewenst is.”

Louis Bolk Instituut, Jacco de Stigter Evert Prins, 2023

Duidelijke definities 

Een minder intensief maai- en snoeibeheer, waarbij kruiden en struiken de kans krijgen om te bloeien, zal met name een positief effect hebben op vlinders en andere bestuivers. ‘Hoewel de positieve effecten van agroforestry op biodiversiteit niet zonder meer aangenomen mogen worden, mag tegelijk het potentieel van agroforestry niet onderschat worden’, schrijven de onderzoekers.