Nieuws

Zoektocht resistente iep werpt vruchten af

Bijna een eeuw onderzoek naar de iepenziekte, of de 'Dutch elm disease' lijkt zijn vruchten af te werpen. De ‘nieuwe iepen’ zijn in hoge mate resistent en hebben volgens PPO en Alterra weer volop toekomst.

Dit is te lezen in het vakblad Boomzorg. Het vakblad besteedt in zeven artikelen, in de Special Bomenmonitor, aandacht aan de Ulmus. Zo is er een artikel met aandacht voor de mooiste exemplaren - iepen met de 'X-factor' - geselecteerd door een jury, ingezonden door lezers.

Hollander is Belg

Een van de winnaars is de Ulmus laevis in het buurtschap Heure bij Borculo uit plantjaar 1830-1840. Zijn omtrek is 6 meter, zijn hoogte 34 meter. Een andere blikvanger -vooral bekend onder Rotterdammers- is de Ulmus x hollandica ‘Belgica’ ; een driestammige, 20 meter hoge iep in het park bij de Euromast.

Laatstgenoemd ras komt extra aan bod in het artikel 'Hieperdepiep, lang leve de iep', met als openingszin: 'De Hollandse iep is een Belg!'. Deze iep wordt de meest karakteristieke iep genoemd. 'Het is een zeer imposante en heel snel groeiende makker, tot boven de 40 meter hoog [...]'. In het artikel ook aandacht voor andere soorten die de bijzondere interesse van de auteur hebben.

Columella: niet ziek te krijgen

Nederland ‘heeft wat’ met iepen; ze waren eeuwenlang beeldbepalend in het landschap en de stad. Dit is te lezen in het artikel ‘Weer volop toekomst voor de iep’. De boom wordt gezien als ideale straat- en laanboom, maar verloor aan populariteit wegens de genoemde ziekte – veroorzaakt door een schimmel. Nederland speelde ook een grote rol ‘in de opsomming van wetenschappelijke wapenfeiten over de schimmel’ (artikel: ‘Vier ‘resistente iepen’-generaties op een rij’); Nederlandse onderzoekers verrichtten baanbrekend werk. Vandaar ook de naam 'Dutch elm disease'.

In Boomzorg is te lezen dat de ziekte zich voor het eerst, in 1918, in Noord-Brabant en Noord-Frankrijk liet zien. Sinds 1920 wordt onderzoek verricht naar de ziekte. Het vakblad zet uiteen welke resultaten een eeuw onderzoek zoal heeft opgeleverd. Een van de uitkomsten is dat de Ulmus ‘Columella’ niet ziek te krijgen is zelfs niet na het ‘inoculeren met een hoge dosis iepenziektesporen’.

Iepenziektebestrijding

Boomzorg zet diverse rassen op een rij. Na de Columella worden nog 11 rassen genoemd die betreffende de iepenziekte ‘voldoende’ scoren. Iepen die worden afgeraden worden ook met naam en toenaam genoemd: ‘Het gebruik van de cultivars ‘Regal’', 'Urban’ en ‘Den Haag’ moet op basis van de resultaten afgeraden worden (net als overigens ‘Commelin’ en ‘Belgica’ )’.

In de special worden tips gegeven in het geval de ziekte de kop opsteekt of om de kans op de ziekte te verkleinen. Denk aan zoveel mogelijk afwisseling qua beplanting. In een ander artikel komt een expertpanel aan het woord over iepenziektebestrijding. Zij vertellen meer over het ontstaan van de ziekte en de bestrijding daarvan en komen met diverse anekdotes.

Massale aanplant

Voor de special is verder ingezoomd op specifieke plekken in Nederland waar de iep de gemoederen bezighoudt. Zo worden iepen massaal herplant in Friesland en Groningen in het kader van het project 'Herplant iepen in de Waddenregio' en bestond het bomenbestand in Castricum voor het grootste deel uit iepen. Het iepenbestand is daar inmiddels gehalveerd, maar Castricum heeft haar angst overwonnen en plant weer iepen aan.

Op eigen 'houtje'

In het artikel over Castricum wordt benadrukt dat het belangrijk is om goed te letten op het materiaal dat wordt aangeplant. Boomzorg: ‘Het percentage inboet van iepen die van hun stam afwaaien, is haast even groot als het percentage iepen dat bezwijkt aan iepenziekte’. Onverenigbaarheid (onderstam en ent gaan -op den duur- niet meer goed samen) wordt genoemd als bekend probleem. Gemeld wordt dat inspecteurs hebben waargenomen dat zo’n 200 tot 250 Ulmus ‘Lobel’, aangeplant in Castricum, zich op de ent aan het afzetten zijn.

Er is vraag naar iepen op andere onderstammen dan op glabra of ‘Belgica’, denk aan iepen op eigen stam. Algemeen stelt Boomzorg: ‘In zijn algemeenheid kan de kwekerswereld eraan werken om zijn imago op te poetsen als het gaat om transparantie, niet alleen als het gaat om iepen’.