Zonneparken op landbouwgrond in de ban
Onderwerp
zonne-energie, agri-PV, Sunbiose
Interessant voor
akkerbouwers, tuinders, melkveehouders
Demissionair minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken meldde dat het ministerie vanaf 1 januari 2024 in principe geen vergunningen meer afgeeft voor de bouw van nieuwe zonneparken op landbouw- en natuurgronden. Zonnepanelen komen bij voorkeur op daken en gevels terecht, en als dat niet kan op onbenutte terreinen in stedelijk of landelijk gebied. Landbouw- en natuurgronden zijn de allerlaatste optie. Deze trapsgewijze keuze wordt de zonneladder genoemd en is vastgelegd in de Nationale Omgevingsvisie.
In een Kamerbrief van De Jonge noemt hij drie uitzonderingen. Op de eerste plaats zijn dat gronden die in de toekomst een andere bestemming krijgen, zoals wonen, of percelen die door vernatting of verzilting minder geschikt zijn voor landbouw. Ten tweede kunnen zonneparken toch vergund worden als dat de druk op het stroomnet verkleint. De opgewekte elektriciteit moet dan lokaal worden gebruikt. Een derde uitwijkroute is agri-PV, de combinatie van een ‘een substantiële agrarische functie’ met een zonnepark. PV staat daarbij voor photovoltaics, de wetenschappelijke naam voor het opwekken van zonnestroom.
Gecombineerde opbrengsten
Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) en Renergize Consultancy zien volop mogelijkheden voor agri-PV, schrijven zij in ‘Voedsel en stroom produceren op dezelfde vierkante meter’. Voorbeelden van oplossingen zijn verticale PV-panelen in combinatie met de teelt van gras of aardappelen of het gebruik van deels transparante panelen boven fruit.
Gelijktijdig stroom en voedsel produceren zorgt voor een efficiëntere inzet van grond, is de redenering. Uit Duits onderzoek blijkt dat de totale productie van 1 hectare landbouw en 1 hectare zonnepark terug te brengen is tot eenzelfde productie op 1,25 hectare agrarisch zonnepark. Deze studie is uitgevoerd met verschillende gewassen.
Meerkosten terugverdienen
WUR-onderzoeker Frank de Ruijter wijst erop dat een agrarisch zonnepark duurder is dan een regulier zonnepark, en dat die meerkosten moeten worden terugverdiend door boeren en tuinders. ‘Voor de teler kunnen er zowel voor- als nadelen zitten aan een eventuele combinatie. Een zonne-overkapping kan bescherming bieden bij extreem weer, maar zorgt ook voor schaduw en dus soms tot een mindere oogst’, zegt hij tegenover Nieuwe Oogst.
Voor een maximale opbrengst van gewas en energie moet het PV-systeem worden aangepast aan de teelt van het gewas. Bovendien zijn soms ook aanpassingen in de teelt nodig, stelt De Ruijter. Deze kennis verwachten de onderzoekers de komende jaren verder te ontwikkelen. Voor grootschalige uitrol moet daarnaast in de wetgeving worden vastgelegd aan welke richtlijnen een zonnepark moet voldoen om een agrarisch zonnepark te zijn. Richtlijnen uit Japan, Duitsland, Frankrijk en Italië kunnen volgens onderzoekers als leidraad dienen. Ook willen boerenorganisaties borgen dat alle rechten van kracht blijven die bij landbouwgrond horen, zoals het Gemeenschappelijk landbouwbeleid en mestrechten.
Verschillende proefopstellingen
In het vierjarige project Sunbiose werken tal van partijen zoals WUR, TNO, Renergize Consultancy, ZLTO, LTO Noord en Groenleven samen. Het consortium ontwikkelt en test proefopstellingen met zonnepanelen voor verschillende sectoren, zoals de fruitteelt en biologische akkerbouw. In één van de projecten experimenteert Sunbiose met een verrijdbare boogconstructie boven grasland. ‘Het voordeel is dat je dit systeem makkelijk aan de kant kunt schuiven, waardoor bewerking van het perceel mogelijk is’, zegt Wilma Eerenstein, projectcoördinator van Sunbiose.
Op het bedrijf van Gijs de Raad in Culemborg staat een zonne-installatie met verticale tweezijdige zonnepanelen die te gebruiken is op akkerbouwgrond. De PV-panelen zijn op een grotere afstand van elkaar opgesteld in de noord-zuidrichting. Daardoor komt er voldoende licht op de grond, en is het mogelijk om gras of gewassen tussen de rijen te telen. De stroomproductie verloopt daarnaast geleidelijk gedurende de dag, waardoor de belasting van het stroomnet kleiner is in vergelijking met reguliere zonneparken.
Weerstand is groot
Het verzet tegen zonneparken op landbouwgrond en in natuurgebieden is al jaren groot. Tegelijkertijd biedt die optie individuele agrarisch ondernemers juist een nieuw verdienmodel. De grootschalige opwek van zonne-energie lijkt ook nodig om het energieverbruik in Nederland te vergroenen. In bijna alle Regionale Energiestrategieën (RES’en) zijn zonneparken op landbouwgrond opgenomen. Projecten die al in een vergevorderd stadium zijn, kunnen volgens bewindsman De Jonge doorgang vinden.
Jurgen Til heeft een aantal jaren terug als student aan de Aeres Hogeschool de weerstand in kaart gebracht. Hij ziet op een viertal terreinen spanningen tussen verschillende belanghebbenden. Zo is er al jarenlang discussie over nut en noodzaak van SDE-subsidie. Daarnaast zijn er twijfels over de effecten van een zonneveld op de bodemkwaliteit. En de wens vanuit veel gemeentes om een zonnepark toegankelijk te maken, staat haaks op wat projectontwikkelaars willen: gebieden beveiligen met hekwerken en camera’s. Daarnaast leidt communicatie over dergelijke projecten vaak tot onrust bij belanghebbenden in een aangewezen gebied.