Nieuws

Boeren zetten stappen voor schoner water

Met een goede begeleiding lukt het Drentse boeren de emissie van meststoffen naar bodem en water te verminderen. 36 deelnemers aan het project ‘Grondig boeren voor water’ hebben sinds 2016 op basis van ’best practices’ de bedrijfsvoering en mineralenmanagement verbeterd.

In waterwingebieden worden in het grondwater regelmatig aan de landbouw gerelateerde stoffen gevonden in hoeveelheden boven de drinkwaternorm. Het gaat dan bijvoorbeeld om nitraat of resten van chemische bestrijdingsmiddelen. Dit feit maakt de noodzaak duidelijk om de agrarische bedrijfsvoering zodanig aan te passen dat normen niet overschreden worden.

Met die gedachte ging het project ‘Grondig boeren voor water’ in september 2016 van start onder regie van de provincie Drenthe. Doel van dat project was om op basis van ’best practices’ de bedrijfsvoering te verbeteren binnen de milieukundige en landbouwkundige eisen. 36 melkveehouders namen deel aan het project dat onder leiding stond van Royal Haskoning DHV.

Het eindrapport 'Grondig boeren voor Water' laat zien dat het boeren lukt om in een betrekkelijk korte tijd, van enkele jaren, flinke stappen te zetten in het verbeteren van het mineralenmanagement van hun bedrijf. De boeren verkleinen zo het het risico voor emissie van nutriëntenoverschotten naar bodem en grondwater. Dit is echter wel topsport, zo meldt het rapport. Boeren moeten werken op het scherpst van de snede.

Kringloopwijzer

De aanpak van het project was deels gebaseerd op ervaringen uit eerdere projecten zoals Duurzaam Boer blijven in Drenthe, de WMD-studiegroepen en de aanpak in het Overijsselse project Boeren voor Drinkwater. Per bedrijf zijn maatregelen afgesproken waaraan gewerkt werd om de bedrijfsvoering en het mineralenmanagement te verbeteren. Om deze maatregelen te kunnen volgen is gebruik gemaakt van de de KringloopWijzer (KLW). Met dit rekenmodel kun je de onttrekkingen van stikstof (N) en fosfaat (P) door gewassen inschatten op basis van veestapelsamenstelling, gerealiseerde melkproductie en de aankoop van (kunst)mest en voer. In 2017 is ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de hele groep geanalyseerd en besproken tijdens de bedrijfsbegeleiding.

Nitraatoverschot

Het lukt de deelnemers de overschotten van stikstof in de bodem in 2015 en 2016 terug te brengen. Het aantal bedrijven dat boven de norm zit, daalde van 25 in 2015 naar 17 in 2016 en 16 in 2017. Door de droogte van 2018 was de gewasopbrengst niet optimaal en bleef er meer nitraat achter in de bodem. De stikstofoverschotten in de bodem stegen daardoor in 2018. De nitraatoverschotten op grasland zijn lager dan die onder maïsland. In 2019 waren de gemiddeldeconcentraties voor gras in 2019 net onder de 50 mgNO3/l terwijl die voor maïs niet iets hoger waren dan 50 mgNO3/l.

Gewasbeschermingsmiddelen

Uit de analyse van gewasbeschermingsmiddelen bleek dat de bedrijven gemiddeld voldoen aan de norm van 100 MilieuBelastingsPunten (MBP) per hectare. Voor grasland was dit 35 MBP voor gras (gemiddeld over 29 bedrijven) en voor maïs 92 MBP (gemiddeld over 26 bedrijven). Maar de variatie in gebruik tussen de bedrijven is groot. De hoogte van de milieubelasting op grasland komt voor rekening van enkele middelen zoals Cirran, MCPA en Primus. Zou je die middelen vervangen door minder schadelijke middelen, dan kan de milieubelasting flink omlaag. De milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen op maïsland kent minder uitschieters. Onderzoek op proefbedrijf De Marke laat zien dat het middelengebruik in de maïsteelt omlaag kan als je het combineert met een goede grondbewerking voor het zaaien en mechanische onkruidbestrijding.

Uit het rapport blijkt dat verbetering van het mineralenmanagement duidelijk wordt gestimuleerd door het gezamenlijk in groepsverband analyseren en bespreken van de resultaten. Velddemonstraties en themabijeenkomsten zorgen voor meer inzicht in mogelijke maatregelen.

(Bron foto: Mabel Amber via Pixabay)