Vijf tips voor variabel spuiten
De eerste tip is dat je je moet verdiepen in de eigenschappen van het middel. Is het wel geschikt voor een plaatsspecifieke bespuiting of een variabele dosering, of een combinatie van die twee?
Datagebruik
Voor een variabele bespuiting is het noodzakelijk dat een aantal specifieke technieken heel goed samenwerken. Zo moeten de GPS en de spuitcomputer er samen voor zorgen dat de taakkaart juist wordt uitgevoerd op je perceel. Om die apparaten met elkaar te laten communiceren, zijn vaak unlock-codes nodig. Het beste is om dit een keer te testen met een tank water op een rustig moment.
De derde tip gaat over datagebruik. Je kunt gewasdata of bodemdata gebruiken. Gewasdata moeten zo recent mogelijk zijn. Bodemdata verzamel je op het moment dat de omstandigheden hiervoor geschikt zijn.
Proefvak
Zorg voor goede taakkaarten. De informatie van een gewas of perceel middelen moet worden omgezet in een taakkaart. Je kunt zelf taakkaarten maken met hulp van online beschikbare rekentools.
Als laatste raadt Van Boheemen aan een proefvak of testvak in je perceel aan te leggen om te kijken of het variabel spuiten ook de gewenste resultaten oplevert. In dit testvlak spuit je de standaardosering zonder variabele toepassing.
Dashboards NPPL
Omdat veel boeren meer willen weten over pricisiespuiten, heeft de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) een set digitale dashboards over precisiespuiten gelanceerd: variabel doseren bodemherbiciden, variabel doseren fungiciden en variabel loofdoden.
(Bron foto: Still YouTube)