Voorkom leverbotinfectie bij melkvee
De leverbot (Fasciola hepatica) is een parasiet die in de galgangen van de lever leeft bij diverse diersoorten. De platworm komt voor bij bij onder andere rundvee, schapen, geiten, paarden. De parasiet zorgt bij rundvee voor diverse gezondheidsklachten: verminderde weerstand, verminderde vruchtbaarheid, slechte groei van het jongvee en een verminderde melkproductie. Sterfte door leverbot komt eigenlijk niet voor bij runderen.
Knelpunt
Infecties met leverbot zijn in toenemende mate een knelpunt bij grazende herkauwers, zo blijkt uit het onderzoeksrapport 'Wat zijn de mogelijkheden om een leverbotinfectie van melkvee te voorkomen?'. Een van de redenen is dat er geen middelen vrij beschikbaar zijn om leverbotinfecties te behandelen bij lacterende of droogstaande koeien. Bovendien is resistentie tegen het middel triclabendazol - het middel dat bij niet melkgevend vee wordt gebruikt - een toenemend probleem. Daarom is het van belang infecties te voorkomen, maar preventie is lastig: de levenscyclus van de leverbotworm is ingewikkeld. In die levenscyclus speelt ook het leverbotslakje (Galba truncatula) een rol. De Gezondheidsdienst voor Dieren heeft in een infographic de levenscyclus van de leverbotworm in beeld gebracht.
Leverbotinstrument
In een onderzoeksproject van WUR Livestock Research en het Louis Bolk Instituut is een leverbotinstrument ontwikkeld. Dat instrument kan melkveehouders inzicht geven in het risico dat een bedrijf loopt op een besmetting met leverbot. Het instrument levert handvatten om risico's te beperken. Het instrument is in de praktijk getest 26 bedrijven. Om mogelijke preventieve maatregelen te inventariseren, zijn er met boeren diverse bijeenkomsten gehouden.
Preventie
Veel maatregelen richten zich op waterbeheer, want de kans op leverbotinfecties in waterrijke gebieden is groter. De leverbotlarven die uit de leverbotslak komen, verplaatsen zich immers via water. Maatregelen als aangepast slootkantenbeheer, actieve ontwatering en besmetting ontwijkend beweiden door het uitrasteren van sloten, poelen of greppels hebben daarom zin. Andere preventieve maatregelen die je kunt nemen, zijn zomerstalvoedering, zomerfrezen en weerstandsverhoging van het vee. Het rapport eindigt met een tiental praktische aanbevelingen op pagina's 52 en 53.
(Bron foto: Shutterstock)