Kennisbank Invasieve exoten

Ailanthus altissima
Callosciurus erythraeus
Ondatra zibethicus
Myriophyllum heterophyllum
Tapinoma
Cabomba caroliniana
Sciurus carolinensis
Rhododendron ponticum
Rosa rugosa
Pistia stratiotes
Misgurnus anguillicaudatus
Pseudorasbora parva
Sisyrinchium
Baccharis halimifolia
Lysichiton americanus
Quercus rubra
Tamias sibiricus
hakea sericea
Lygodium japonicum
Microstegium vimineum
Pueraria montana
Cortaderia selloana
Heracleum persicum
Ehrharta calycina
Parthenium hysterophorus
Gymnocoronis spilanthoides
Heracleum sosnowskyi
Acacia saligna
Asclepias syriaca
Solidago
Polygonum baldschuanicum
Oenanthe javanica
Phytolacca acinosa
Mahonia aquifolium
GKN_VOEDING
GKN_BLOEMBOLLEN
  • artikel
    Kijk op Exoten vol. 10 no. 4, pp. 14-15
    2022

    Parkieten in Nederland: recente forse populatietoename

    Naast de met enige regelmaat in Nederland ontsnappende valkparkieten (Nymphicus hollandicus) en grasparkieten (Melopsittacus undulatus) zijn er in ons land ook drie soorten parkieten die zich inmiddels al meerdere jaren met succes handhaven en voortplanten. In de winter van 2021/22 vond voor het eerst in jaren weer een landelijke populatiecensus van de zich in het wild voortplantende parkieten van Nederland plaats.

  • artikel
    Kijk op Exoten vol. 10 no. 3, pp. 4-5
    2022

    Hybride exotische planten

    Hybridisatie speelt bij de soortvorming van planten een belangrijke rol. Het beeld van een stamboom met naar de uiteinden alsmaar meer vertakkende evolutielijnen gaat voor vaatplanten niet op; bijna alle soorten zijn ontstaan doordat bij hybridisatie-momenten de evolutielijnen van oudersoorten “verknoopt” raken en als één lijn verder gaan. Naast fertiele kruisingen (en terugkruisingen) tussen nauw verwante soorten, treden ook kruisingen op tussen minder verwante soorten of zelfs genera. Hoewel deze meestal steriel zijn, kunnen ze door chromosoomverdubbeling hun fertiliteit herwinnen (allopolyploïdie). Ze worden dan beschouwd als nieuwe soorten. Bij relatief immobiele organismen als planten is de mens een steeds belangrijkere en actievere rol gaan spelen bij het opheffen van natuurlijke voortplantingsbarrières tussen soorten.

  • webpagina
    2021

    Verbod op handel in grond met Japanse Duizendknoop

    Vanaf 1 januari 2022 gaat er een nationaal handelsverbod in voor drie soorten Aziatische duizendknopen. Door dat verbod wordt ook de handel van grond vervuild met Japanse Duizendknoop strafbaar.

  • rapport
    Wageningen Marine Research rapport C010/21.
    2021

    Staandwantmonitoring IJssel- en Markermeer 2020 = Gillnet monitoring in Lake IJsselmeer and Lake Markermeer, 2020

    De staandwantmonitoring is in 2014 opgestart met het doel om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de populatiestructuur van de visbestanden in het IJsselmeer en Markermeer in aanvulling op jaarlijkse monitoring met boomkor en marktbemonsteringen. Sinds 2014 werd daarom ieder najaar een monitoringsprogramma met staandwantnetten met verschillende maaswijdtes uitgevoerd. Daarbij werd gekeken naar de bestandsopbouw van voornamelijk vier commerciële vissoorten; baars (Perca fluviatilis), blankvoorn (Rutilus rutilus), brasem (Abramis brama) en snoekbaars (Sander lucioperca). Met name werd onderzocht wat de toegevoegde waarde van staandwantmonitoring is voor het bepalen van trends in grotere, adulte individuen en of de juveniele vis even representatief bemonsterd wordt. In de staandwantmonitoring wordt gebruik gemaakt van een staandwantnet bestaande uit een combinatie van een Norden surveynet (CEN 2005) en vijf extra panelen. Het Norden surveynet bestaat uit twaalf aan elkaar vastzittende korte panelen van 2,5 meter lang en 1,5 meter hoog met een range aan kleine maaswijdtes tussen de 10 – 110 mm gestrekte maas. De vijf extra panelen zijn 100 meter lange panelen met grote maaswijdtes van 101, 140, 160, 190 (2x) mm. De Europese standaard opgesteld voor het vissen met kieuwnetten is als leidraad aangehouden bij het opzetten van deze staandwantmonitoring. Zodoende zouden de verzamelde gegevens vergeleken moeten kunnen worden met kieuwnetbemonsteringen elders in Nederland of Europa. Om een eventuele vergelijking te vergemakkelijken zijn de vangsten opgewerkt naar een gestandaardiseerde vangst per inspanning, namelijk vangst in aantallen of kg per soort per netnacht. In 2020 zijn 43 locaties bevist, waarvan 30 locaties in het IJsselmeer en 13 locaties in het Markermeer. Op basis van vangstaantallen werden de vangsten in het IJsselmeer in 2020 gedomineerd door baars, pos (Gymnocephalus cernua) en spiering (Osmerus eperlanus). Daarentegen bestonden de vangstenaantallen in het Markermeer hoofdzakelijk uit pos, blankvoorn en snoekbaars. In 2020 was de totale vangst van spiering in aantallen over beide meren het hoogst sinds de start van de staandwantmonitoring, waarbij spiering vrijwel uitsluitend op het IJsselmeer werd gevangen. Van snoekbaars was de totale vangst het laagst in de tijdsreeks vanaf 2014. Noordzeehouting (Coregonus oxyrinchus) en bot werden net als spiering vrijwel uitsluitend op het IJsselmeer gevangen. Drie uitheemse soorten werden aangetroffen, namelijk zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus), Pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis) en de Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinensis). De lengte-frequentie verdeling van brasem lijkt er op te wijzen dat er in 2020 meer grote adulte brasem (> 40 cm) is gevangen in vergelijking met voorgaande jaren. Gezien de lengteverdeling van snoekbaars was de nuljarige snoekbaars uitzonderlijk groot in 2020 en lijkt een zeer goed groeiseizoen te hebben gekend. Het merendeel van de nuljarige snoekbaars is waarschijnlijk al piscivoor geworden in hun eerste levensjaar. In 2020 werd 33 kg vis per netnacht met het staandwantnet gevangen in het IJsselmeer, tegenover 14 kg vis in het Markermeer. Kijkend naar enkel het 101 mm maaswijdte paneel, dat voornamelijk gebruikt wordt in de commerciële visserij, werd er in 2020 bijna 13 kg en 10 kg vis per netnacht gevangen voor respectievelijk het IJsselmeer en Markermeer. Hierbij bestond de vangst in het IJsselmeer uit 4 kg van zowel baars als snoekbaars (16 % van de snoekbaars was ondermaats (< 42 cm)), 2,5 kg blankvoorn, bijna 2 kg Noordzeehouting en 1 kg brasem. De vangst in het Markermeer bestond uit bijna 6 kg snoekbaars, ruim 1 kg blankvoorn en brasem en bijna 1 kg baars. De vangsten per netnacht zijn zodoende te vergelijken met die in de commerciële visserij op het IJsselmeer en Markermeer, maar ook met vangsten elders in Nederland of Europa waar met staandwantnetten gevist wordt.

  • rapport
    Naturalis Biodiversity Center
    2012

    Risk assessment Ailanthus altissima (Mill.) Swingle

    Dit rapport bevat een risicoanalyse van de hemelboom.

  • rapport
    Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse, De Natuurkalender
    2009

    Toekomstschets Ambrosia

    De hooikoortsplant ambrosia breidt zich in Nederland uit. De pollenconcentratie is tot nu toe echter nog laag. Uit onderzoek van PPO blijkt dat 70% van het Nederlandse landoppervlak geschikt is voor vestiging van ambrosia en dat Nederland over 10 jaar bij vrijwel alle klimaatscenario’s in de risicozone terecht komt. Naar verwachting kan 10 tot 20% van de Nederlandse bevolking gezondheidsklachten ontwikkelen na blootstelling aan ambrosiapollen

  • rapport
    OKRA Landschapsarchitecten
    2009

    Ruimte voor de Vecht : masterplan

    Achtereenvolgens komen aan bod: De Vecht in historisch perspectief; Het Vechtdal in historisch perspectief; Visie op gebiedsontwikkeling, met behoud van het winterbed als grote open ruimte voor natuur, landbouw en recreatie en een veilige halfnatuurlijke laaglandrivier. Ruimte voor de Vecht is een gebiedsontwikkeling van en door de partners, daarom is er aandacht voor procesafspraken. Met inzet van betrokken gemeenten, waterschappen, provincie en Staatsbosbeheer

  • rapport
    Waterschap Regge en Dinkel
    2008

    Zwarte lijst invasieve waterplanten, op basis van enquête onder waterbeheerders NL

    Van Ton Rotteveel van de PD kreeg ik op 28 januari 2008 de vraag of ik namens de waterbeheerders in Nederland een beeld zou kunnen geven van de exoten, die in het genoemde overleg met kwekers en de handel kunnen worden voorgelegd om niet meer te kweken, te vervoeren en te verhandelen. Het gaat daarbij om een lijstje van bijvoorbeeld vijf soorten die in afnemende mate van prioriteit uit het kweek- en handels-cirquit zouden moeten verdwijnen. Voor het gemak heb ik dat de top 5 of de Zwarte lijst van waterexoten genoemd.

  • video
    Ministerie van LNV
    2008

    De grote waternavel een invasieve exoot

    Deze video gaat over de grote waternavel. Deze waterplant is geïmporteerd uit Noord-Amerika en verdringt inheemse waterlanten. Een deskundige vertelt hoe deze invasieve soort hier is gekomen en hoe deze kan worden bestreden

  • rapport
    Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Plantenziektenkundige Dienst
    2010

    Invasieve waterplanten in Nederland : veldgids

    Invasieve waterplanten zijn uitheemse planten die geïmporteerd worden of hier gekweekt zijn voor gebruik in vijver of aquarium, maar -bedoeld of onbedoeld- in de Nederlandse natuur terechtkomen. In opdracht van de Plantenziektenkundige Dienst (PD) is deze veldgids met de twintig meest risicovolle invasieve waterplanten ontwikkeld.

  • studentverslag
    2006
  • rapport
    Rapport / Stichting Wageningen Research, Wageningen Plant Research WPR-1130.
    2022

    Bestrijding Aziatische duizendknoop door bevriezing van de bodem : effectiviteit van een in situ behandeling

    Een invasieve exoot die door terreinbeheerders als belangrijkste plaagsoort wordt aangemerkt is Japanse duizendknoop (Fallopia japonica). De firma TIBACH heeft een methodiek ontwikkeld voor het bestrijden van Aziatische duizendknoop doormiddel van een in situ koude-behandeling. In deze pilot is onderzocht deze methodiek voldoende effectief is.

  • artikel
    RAVON vol. 17 no. 2, pp. 36-39
    2015

    Genetische vervuiling op de Veluwe

    Wereldwijd worden soorten buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied geïntroduceerd. Zulke exoten kunnen een bedreiging vormen voor inheemse soorten door competitie, predatie en het overbrengen van ziektes. Hybridisatie vormt een minder bekend risico. Hybridisatie heeft echter belangrijke gevolgen voor natuurbescherming, omdat het leidt tot een verlies van biodiversiteit op genniveau. Omdat hybridiserende soorten, en zeker hun nakomelingen, qua uiterlijk veela moeilijk te onderscheiden zijn is zulke 'genetische vervuiling' een verborgen proces. Om genetische vervuiling bloot te leggen moet je daarom direct naar de genetische opmaak van individuen kijken.

  • rapport
    STOWA 2022-31.
    2022

    #UITDE1000KNOOP : onderzoek naar het biologisch bestrijden van invasieve Aziatische duizendknoopsoorten

    Op steeds meer plekken in Nederland duiken invasieve Aziatische duizendknoopsoorten op. Deze uitheemse, woekerende planten vormen een bedreiging voor de inheemse natuur, maar kunnen bijvoorbeeld ook de sterkte van dijken en spoorwegta- luds aantasten. Terreinbeheerders, waterschappen en spoor- wegbeheerders breken hun hoofd over de vraag: hoe houden we deze invasieve plant in toom? Het mogelijke antwoord: door de introductie van natuurlijke vijanden. Meer in het bijzonder een schimmel en een bladvlo. In deze brochure leest u meer over het bijzondere en hoopgevende onderzoek naar deze vorm van biologische bestrijding.

  • rapport
    CABO-verslag / Centrum voor Agrobiologisch Onderzoek no. 29.
    1980
  • overig
    Werkgroep Plaagsoorten
    2019

    Nieuwsbrief Werkgroep Plaagsoorten juni 2019

    Niet alleen vanuit de media maar ook vanuit onderzoek is landelijk momenteel veel aandacht voor deze invasieve exoten: de uitheemse rivierkreeften. De werkgroep heeft brede aandacht voor alle invasieve exoten waar waterbeheerders last/schade van hebben en de rivierkreeft is daar één van. Vandaar dat deze nieuwsbrief vooral gevuld is met de rivierkreeft.

  • rapport
    Stowa rapport 2019-015.
    2019

    Samenvatting literatuurstudies uitheemse rivierkreeften

    STOWA laat samen met enkele waterschappen en andere partijen onderzoek doen naar de factoren die de aan- of afwezigheid van uitheemse rivierkreeften in wateren bepalen. Dit moet uiteindelijk leiden tot oplossingen voor de sterk toegenomen aanwezigheid van deze exoten. De kreeften kunnen een negatief effect hebben op de waterkwaliteit. Maar mogelijk ook op de waterveiligheid en baggeraanwas. Als eerste stap zijn een drietal eerder uitgevoerde literatuurstudies samengevat en kennishiaten geïnventariseerd. Belangrijke conclusie daaruit is dat de uitwisseling van ervaringen een belangrijke bijdrage kan leveren aan de kennisopbouw.

  • rapport
    Plant Research International, Business Unit Agrosysteemkunde
    2012

    Bestrijding Grote Waternavel, Waterteunisbloem en Parelvederkruid : resultaten van een kasproef naar de effectiviteit van branden en frequente manuele bestrijding op de groei van H. ranunculoides, L. grandiflora en M. aquaticum bij verschillende nutriëntenniveaus van de bodem

    Grote waternavel, Parelvederkruid en Waterteunisbloem zijn invasieve exoten die in zowel Vlaanderen als Nederland voor problemen zorgen. De belangrijkste problemen zijn wateroverlast en schade aan inheemse soorten. De waterschappen en provincies die belast zijn met het beheer van de watergangen zijn jaarlijks zeer veel tijd en geld kwijt aan het verwijderen van deze soort. Machinale verwijdering veroorzaakt fragmentatie en daarmee verspreiding en toepassing van herbiciden is in de regio niet mogelijk. Zowel de verwijdering als afvoer zijn duur en overschrijden ruimschoots de reguliere kosten voor het beheer

  • rapport
    Werkdocument / Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu 334.
    2013

    Exotische macrofauna en macrofyten in de Nederlandse zoete wateren : voorkomen en beleid in 2012

    Het aantal exoten in de Nederlandse zoete wateren is de afgelopen decennia sterk gestegen. Dit werkdocument geeft een overzicht van de stand van zaken in 2012 voor macrofauna en macrofyten. Daarnaast wordt de beleidscontext omtrent de exoten in het water geschetst.

  • rapport
    Rapport / DKI nr. 2012/OBN161-NZBE.
    2012

    OBN-onderzoek zonnebaars : mogelijkheden voor bestrijden van een uitheemse invasieve vis

    Gedurende de afgelopen decennia heeft de Noordamerikaanse zonnebaars zich in Nederland sterk uitgebreid. In een verscheidenheid van wateren, variërend van beken tot poelen en vennen gaat de soort domineren en richt daar door predatie op inheemse soorten grote ecologische schade aan. In deze studie is onderzocht wat geschikte methoden zijn om de soort te beheersen.

1 2 3 ... 77