Project

GLB-pilot: Met agrarisch waterbeheer werken aan bodemdaling, klimaat, waterkwaliteit en biodiversiteit

Koeien zoeken verkoeling in de sloot - Clara Bastian via iStock
Bron foto: Clara Bastian (iStock)
Samenvatting
  • Projectstatus
    Lopend
  • Regio
    Oost-Zuid-Holland
  • Thema
    Vernatting Krimpenerwaard
  • Projectregeling
    GLB pilots
Meer informatie
In het agrarisch beheerde veenweidegebied is bodemdaling een steeds urgenter probleem omdat broeikasgassen vrijkomen wanneer veen mineraliseert. Vernatting is dé oplossing om deze problemen aan te pakken. Vernatting leidt echter tot een spanningsveld met het agrarische productiepotentieel en met de waterkwaliteit. Met vernatting door opzetten van de waterpeilen of greppelinfiltratie neemt de agrarische productie af omdat de berijdbaarheid en het aantal productieve dagen minder worden. Daarnaast worden de mogelijkheden voor het beweiden van grasland door koeien beperkt.

Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 2023-2027 wil toekomstbestendig boeren mogelijk maken, natuur versterken en bijdragen aan een leefbaar platteland. Het beloont daarom agrariërs en plattelandsinitiatieven die bijdragen aan verbetering van klimaat en leefomgeving en vernieuwing van landbouwketen en -producten. Het GLB is één van de grootste posten op de Europese begroting. Jaarlijks komt er ongeveer 800 miljoen aan Europees geld richting Nederland om de landbouw en het platteland te ondersteunen en te ontwikkelen. Het geld wordt verdeeld over twee pijlers: de eerste pijler bevat o.a. de basispremie en eco-regeling, de tweede pijler bevat het agrarisch natuur- en landschapsbeheer en bedrijfsinvesteringen. Door heel Nederland, zijn er pilots uitgevoerd, om te onderzoeken hoe het nieuwe GLB aansluit bij de praktijk.

Aanpak

  • Het verhogen van het grondwaterpeil (vernatten van percelen) is het middel om bodemdaling en emissies te reduceren. Hier zijn verschillende maatregelen voor in te zetten, zoals waterinfiltratiesystemen (onderwaterdrainage), het verhogen van het slootpeil en greppelinfiltratie. Door het verhogen van slootpeil en greppelinfiltratie lijkt het mogelijk om met beperkte investeringen het doel van een hogere grondwaterstand te bereiken. Deze maatregelen worden echter weinig ingezet, mede door de kennislacunes en de nadelen die de praktijk voorziet bij de inzet hiervan. Het is noodzakelijk om deze kennislacunes op te lossen zodat een grootschalige inzet van deze maatregelen praktijkrijp wordt.
  • Er worden een zestal proeflocaties ingericht met allen drie verschillende slootwaterpeilen. Op drie van deze locaties zal tijdens droge perioden ook greppelinfiltratie worden toegepast. De locaties zullen worden geselecteerd op basis van de samenstelling (kwaliteit) van de veengrond en de breedte van percelen. De breedte van percelen is van grote invloed op de effectiviteit van waterpeilen op de grondwaterstand. De grondwaterstanden van deze percelen zullen tijdens de proefperiode worden gemonitord. Tevens zal de gewasopbrengst, berijdbaarheid, intrappingsgevoeligheid (en daarmee de mogelijkheid tot weiden van melkkoeien) en insporingsgevoeligheid worden gemonitord.
  • Bij deze zes proeflocaties, waarbij per proeflocatie 3 verschillende slootpeilen worden toegepast, zal de stabiliteit en vegetatie van de slootkanten worden gemonitord. De afkalving van slootkanten is in de veenweidegebieden een groot probleem, waarbij onduidelijk of, en zo ja welke rol het slootwaterpeil hierin heeft. Om veehouders mee te krijgen slootwaterpeilverhoging grootschalig in te zetten als middel om het grondwaterpeil te verhogen en daarmee bodemdaling en emissies te reduceren is het opvullen van deze kennislacune noodzakelijk.
  • Er wordt samengewerkt met melkveehouders in de Krimpenerwaard. Deze samenwerking met melkveehouders is van belang voor de inzet van hun praktische kennis en voor de inrichting van de proeflocaties. Daarbij draagt de samenwerking met melkveehouders bij aan het draagvlak van de te ontwikkelen methoden.

Resultaat

Invulling geven aan de kennislacune van de invloed van slootwaterpeilen en de invloed van slootwaterpeilen in combinatie met greppelinfiltratie op het grondwaterpeil. Tevens heeft dit project als doel invulling te geven aan de kennislacune van de invloed van slootwaterpeil op de stabiliteit en vegetatieontwikkeling van slootkanten. Het invullen van deze kennislacunes kan bijdragen aan het instrumentarium in het nieuwe GLB-beleid, met als doel het grondwaterpeil te verhogen en daarmee bodemdaling en emissies te reduceren, zonder afwenteling op waterkwaliteit (stabiele slootranden) en mét de koppelkans wat betreft biodiversiteit op slootkanten en randen.

Samenwerkingspartners: Coöperatief Agrarisch Collectief Krimpenerwaard, PPP Agro Advies, Veenweiden Innovatie Centrum, Nutriënten Management Instituut, KTC Zegveld