Project

GLB-pilot: Vooruit boeren op water en veen

Bron foto: Aline Dassel, Pixabay (Pixabay licence)
Samenvatting
  • Projectstatus
    Lopend
  • Regio
    Noord-Overijssel
  • Thema
    Vermindering bodemdaling in het veenweide gebied
  • Projectregeling
    GLB pilots
Meer informatie
In het veenweidegebied in Noordwest Overijssel leidt de huidige combinatie van ruimtelijke inrichting en waterbeheer tot verlies van veenbodem en daarmee uitstoot van CO2. Bodemdaling in veengebieden leidt daarnaast tot steeds verder gaande ontwatering, toenemende hoogteverschillen en toenemende kosten voor waterbeheer. Doorgaan op de huidige voet heeft onomkeerbare gevolgen en brengt daarnaast het duurzaam toekomstperspectief van veel agrariërs in deze gebieden in gevaar. Ook ligt er een grote uitdaging om de aan deze vochtige veenweidegebieden verbonden weidevogels voor de toekomst te behouden.

Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 2023-2027 wil toekomstbestendig boeren mogelijk maken, natuur versterken en bijdragen aan een leefbaar platteland. Het beloont daarom agrariërs en plattelandsinitiatieven die bijdragen aan verbetering van klimaat en leefomgeving en vernieuwing van landbouwketen en -producten. Het GLB is één van de grootste posten op de Europese begroting. Jaarlijks komt er ongeveer 800 miljoen aan Europees geld richting Nederland om de landbouw en het platteland te ondersteunen en te ontwikkelen. Het geld wordt verdeeld over twee pijlers: de eerste pijler bevat o.a. de basispremie en eco-regeling, de tweede pijler bevat het agrarisch natuur- en landschapsbeheer en bedrijfsinvesteringen. Door heel Nederland, zijn er pilots uitgevoerd, om te onderzoeken hoe het nieuwe GLB aansluit bij de praktijk.

GLB-pilot: Vooruit boeren op water en veen

Aanpak

In deze pilot ligt de focus op wat het GLB (pijler 1 en 2) kan bijdragen aan het terugdringen van bodemdaling en de daarbij behorende problematiek in het veenweidegebied. Er worden drie deelgebieden onderscheiden, namelijk Mastenbroek-Kamperveen, Staphorsterveld en Weerribben-Wieden. Er worden met de deelnemende agrariërs inpasbare vernattingsmaatregelen ontwikkeld, zoals het tot later in het seizoen in stand houden van vernattingsmaatregelen uit het ANLb. De maatregelen worden gedurende twee groeiseizoenen op minimaal achttien percelen in de praktijk getest, waarbij onderzocht wordt wat de effecten zijn op de bedrijfsvoering, onder andere met betrekking tot inpasbaarheid en financiële aspecten. Onderdeel van de pilot is tevens, dat agrariërs kennis en praktijkervaring opdoen over toepassing van vernattingsmaatregelen om op die manier het draagvlak voor uitvoering van dergelijke maatregelen te vergroten. Ook wordt de impact op het grondwaterpeil/ bodemvochtigheid van het betreffende perceel en de directe omgeving onderzocht, alsmede de effecten van vernatting op het bodemleven (voedsel voor weidevogels), het voorkomen van de leverbotslak en het gebruik van de vernattingsmaatregelen door weidevogels. Waar nodig worden hierbij gerenommeerde kennispartijen en specialisten ingeschakeld.


Resultaat

Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden om door lokale vernatting bodemdaling tegen te gaan, waarbij de verlenging van ANLb-maatregelen gedurende de zomerperiode en nieuwe of aangepaste vernattingsmaatregelen het vertrekpunt zijn. Daarnaast invulling geven aan de praktische inpasbaarheid van de maatregelen in de agrarische bedrijfsvoering en inzicht in de eventuele inkomstenderving. Het resultaat is tevens een toename in kennis, draagvlak en deelnamebereidheid van boeren om een integrale bijdrage te leveren aan bodemdaling in het betreffende gebied. Ook geeft de pilot inzicht in effecten van deze vernattingsmaatregelen op de percelen en de directe omgeving, het bodemleven, het gebruik van de maatregelen door (adulte) weidevogels en het risico op leverbot.

Samenwerkingspartners: Agrarisch Natuur Collectief Noord West Overijssel

Bronnen

(1)