Bovengronds heeft bijvoorbeeld de peenvlieg een hekel aan de uiengeur, en de uienvlieg ruikt niet graag peen. Dit is dan ook een goede combinatie. Een voorbeeld van ondergronds interactie is de combinatie van zomertarwe en maïs. De wortels van de mais kunnen zich onder die van de zomertarwe ontwikkelen. Omdat de tarweplanten deze concurrentie voelen, gaan ze op hun beurt betere wortels maken. Hierdoor kan de opbrengst veel hoger zijn dan de monoculturen van beide gewassen apart geteeld. Daarnaast is bijvoorbeeld grasklaver naast aardappelen een succescombinatie, omdat daardoor de aardappelziekte (Phytophtera infestans) minder makkelijk verspreid over het hele veld. Een bijkomend voordeel van een grasstrook naast aardappelen of andere rooivruchten, is dat kieper op een naastgelegen grasstrook met betere draagkracht rijden tijdens het rooien.
In dit filmpje leer je meer over het maken van een bouwplan.
Op dit moment zijn verschillende bedrijven bezig met het veredelen van zaden voor strokenteelt om zo het rassenaanbod te verbeteren. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld worteltypes verbeterd worden, zodat ze beter met elkaar combineren. Je kunt een training volgen om kennis te maken met perceelindeling, de beste gewaskeuzes en combinaties. Hieronder staan een aantal vuistregels:
- Gewasrotatie bepaalt welke gewascombinaties je kan maken. Bij strokenteelt roteren de gewassen over de stroken. Let erop dat een gewas het volgende jaar niet in de aangrenzende strook staat om verspreiding van bodem gebonden ziekten en plagen te beperken.
Verder nog een aantal tips voor het ontwerp:
- Combineer winter- en zomergewassen op het veld zodat er het hele jaar rond schuilmogelijkheden zijn voor de natuurlijke vijanden en de bodem bedekt blijft.
- Combineer gewassen die gevoelig zijn voor plagen met wintergewassen, zodat de natuurlijke vijanden daar kunnen schuilen om vervolgens in het voorjaar de plagen te bestrijden.
- Combineer een strook grasklaver, of bijvoorbeeld een vang- of rustgewas, in de strook naast een rooigewas, zodat er kan worden geoogst zonder schade aan de bodemstructuur.
- Combineer gewassen die ‘goede buren’ zijn. Omdat ze goed op elkaar reageren, kun je ze naast elkaar zetten om competitie met een negatief gevolg op het grensvlak tussen de gewassen te voorkomen. Een hoog gewas moet bijvoorbeeld niet overhangen over een laag gewas. Ook moet een gewas met een zwak wortelstelsel of dat droogtegevoelig is, niet concurreren met een gewas met een sterk wortelstelsel.