De lange weg van onderzoeksvoorstel naar uitvoering: zo'n drie jaar later
Onderwerp
onderzoek naar plantengroei
Interessant voor
onderzoekers, tuinders, biologen, ecologen
Onderzoek begint altijd met het opstellen van een voorstel, een taak die veel tijd en toewijding vereist. Na het indienen volgt echter een lange en soms frustrerende wachttijd voordat je eindelijk aan de slag kunt.
Het begint met wachten
Pas acht maanden na het indienen van mijn voorstel hoorde ik dat ik de Veni-onderzoeksbeurs had ontvangen. Na de deadline checkt NWO eerst of alle voorstellen aan de basiscriteria voldoen. Daarna moeten er drie experts per voorstel gevonden worden die goed de inhoud kunnen beoordelen. Deze experts sturen hun rapport terug naar NWO, waarna de kandidaat de mogelijkheid krijgt om in één week schriftelijk op hun reviews te reageren (dit heet ook wel een rebuttal). In mijn geval kwam dit verzoek een week eerder dan gecommuniceerd. Je moet als kandidaat dus altijd paraat staan. Vervolgens wordt er een panel van wetenschappers uit verschillende disciplines in de natuurwetenschappen samengesteld. Dit panel selecteert de beste voorstellen op basis van het voorstel zelf, de expert reviews en rebuttals van de kandidaten. Dacht je dat we er dan waren? Nee hoor! Deze selectie van kandidaten wordt uitgenodigd voor een interview. De kandidaten geven een presentatie over hun voorstel en beantwoorden vragen vanuit het panel. Hierna stelt het panel een soort ranglijst samen van het hoogst naar het laagst scorende voorstel. NWO neemt dit advies over en beslist aan de hand van het beschikbare geld hoeveel kandidaten een beurs krijgen. Met uitzondering van de rebuttal en het interview moet je als onderzoeker tijdens dit hele proces gewoon afwachten.
Wat er allemaal mis kan gaan
De officiële startdatum van mijn project was april 2022, maar voordat je aan je echte experimenten kunt beginnen moet je er wel zeker van zijn dat je proefopzet en methodes werken. Destijds begon een master student Bobby Zetterlind (die inmiddels als promovendus meewerkt aan dit project) al met de eerste testrondes. Er kan echter van alles misgaan, en dat gebeurde ook. Zo kiemden heel veel zaden niet. We wisten van tevoren dat dit ingewikkeld kon worden, omdat plantenzaden alleen kiemen onder bepaalde omstandigheden (denk aan temperatuur, vochtigheid, etc.) en dit kan ook per soort verschillen. Dat we met bijna de helft van de zaden een probleem zouden hebben, hadden we niet verwacht. Dit betekende tijd investeren in het ontwikkelen van betere kiemmethodes. Ook kwamen we erachter dat de filters om onze wortelexudatenmonsters te steriliseren onze monsters vervuilden. We planden extra proeven in om een andere filtermethode te vinden.
Verder hadden we er niet goed bij stilgestaan dat we, vanwege de grote diversiteit aan plantensoorten, ook te maken hadden met zeer verschillende groeicycli. De ontwikkelingsfase van een plant heeft een groot effect op wat de plant uitscheidt aan stofjes. Om een zo'n eerlijk mogelijke vergelijking te maken, wilden we de wortelexudatenprofielen op hetzelfde moment in de groeicyclus van de planten meten. We wilden dit doen tijdens de vegetatieve groeifase (dit is de groeifase voordat de plant gaat bloeien). Sommige planten bloeiden echter al binnen vier tot zes weken; dit was zo snel dat we te laat waren met meten! Aan de hand van boeken en wetenschappelijke artikelen konden we niet goed voorspellen wanneer de 59 verschillende plantensoorten in onze kas zouden bloeien. We deden daarom een vervolgproef om dit beter in kaart te brengen.
Zo zijn we wel een jaar bezig geweest met experimenten om onze proefopzet en meetmethodes te optimaliseren. We gingen zelfs door in de winter. In de kas zou er vast voldoende licht en warmte zijn, toch? Dat bleek ook een foute aanname. Onze plantjes zagen er behoorlijk geel uit en hingen er slungelig bij, alsof ze het niet erg naar hun zin hadden in de kas. Er was helaas toch niet genoeg licht om gezond te groeien.
Van postdoc naar universitair docent
De Veni-beurs is voor jonge wetenschappers die bij indiening van hun voorstel minder dan drie jaar geleden zijn gepromoveerd. Ik werd een paar maanden na het krijgen van de beurs universitair docent. Die stap van promovendus naar universitair docent is groot, ook al had ik tussendoor een postdoc gedaan. Terwijl ik tijdens mijn promotieonderzoek fulltime in het veld, de kas of het lab te vinden was, ziet mijn werkleven er nu heel anders uit. Ik geef onderwijs, begeleid promovendi, werk samen met andere wetenschappers aan het schrijven van nieuwe onderzoeksvoorstellen en doe daarnaast nog onderzoek. Dat heeft de voortgang van dit project ook deels vertraagd. Gelukkig ben ik niet meer alleen en werkt er sinds een jaar ook een promovendus mee aan dit project. Verder doen veel MSc studenten via hun scriptie een bijdrage aan dit project. Nu ook alle experimentele problemen zijn opgelost, is het tijd om te oogsten!
Foto 1: Graslandplantensoorten die we in dit eerste experiment gaan onderzoeken (16 juli, 2024). Hier zijn de meeste planten al 1,5 maand. Zie Blog 1 voor meer informatie over de selectie van plantensoorten.