Nieuws

Het effect van bever op beekprik en gewone bronlibel in de Roode Beek

“Beekprik in de beek - Alexandra Scotcher via iStock”
Bron foto: Alexandra Scotcher, iStock
Samenvatting
  • Onderwerp
    beekprik, gewone bronlibel, bever, beek, beekdallandschap, roode beek, onderzoek, larven
  • Interessant voor
    onderzoekers, natuurbeheerders, terreinbeheerders, biologen
Bekijk de bronnen
De bever vormt geen gevaar voor de duurzame instandhouding van de beekprik en de gewone bronlibel. Dit bleek uit onderzoek in de Roode Beek in het Meinweggebied, Limburg. Ecologen vreesden dat beverdammen de leefomgeving van de beekprik en de gewone bronlibel verstoren. Uit onderzoek van Bureau Natuurbalans en het Waterschap Limburg naar larven in de Roode Beek blijkt dat dit niet het geval is.

De Roode Beek in het Meinweggebied is een van de meest natuurlijke beeklopen van Nederland. Het vrije meanderen en natuurlijke processen zijn kenmerkend voor het Natura 2000-gebied. Bij de komst van de bever in 2012 ontstond er vrees bij ecologen dat beverdammen zorgen voor het verstoren of verdwijnen van de leefruimte van de beekprik en de gewone bronlibel. De dammen beïnvloeden de directe omgeving van de beek. Het stromingspatroon en het sedimentatie- en erosieprocessen in de beek veranderen

Aanleiding

De gewone bronlibel en beekprik zijn beide een Natura 2000-doelsoort. De libel staat als bedreigd op de Rode Lijst en is net als de Beekprik opgenomen in de Wet natuurbescherming, waardoor deze soorten wettelijk beschermd zijn.

Door de wettelijke bescherming van de diersoorten is er een (inter)nationale verplichting om de duurzame instandhouding én uitbreiding van de Natura 2000-soorten te waarborgen. Eventuele negatieve effecten van bevers op de aantallen moeten onderzocht worden. Dit is de reden dat de provincie Limburg, Bureau Natuurbalans en het Waterschap Limburg de opdracht gaf om het aantal larven van beekprikken en gewone bronlibellen over meerdere jaren te onderzoeken.

Larven vangen in de Roode Beek

In 2018, 2020 en 2021 brachten de onderzoekers het aantal larven in kaart. Hiervoor moesten de larven van de beekprik en de gewone bronlibel eerst gevangen worden. Dit werd gedaan met behulp van een ‘prikhark’, ontwikkeld door Bureau Natuurbalans. Dit hulpmiddel zorgt ervoor dat de larven loskomen uit hun schuilplaats in de klei waarbij eventuele verstoring tot een minimum beperkt wordt. Vervolgens worden ze stroomafwaarts opgevangen in een macrofaunanet. Na het vangen wordt de larve opgemeten, waardoor de lengteklasse (Beekprik) of de leeftijdsklasse (Gewone bronlibel) kan worden bepaald. De larven zijn hierna teruggeplaatst op dezelfde plek.

Resultaten

In de huidige situatie brengt de bever de duurzame instandhouding van de beekprik en de gewone bronlibel in de Roode beek niet in gevaar. Het aantal larven van deze twee soorten is vergelijkbaar met voorgaand onderzoek in de Roode Beek. Wel waarschuwen de onderzoekers voor grotere dammen. Deze lijken de larven van de gewone bronlibel te beïnvloeden. Het is de vraag of de bevers in de toekomst meer grotere dammen gaan bouwen. Het advies van de onderzoekers luidt dan ook om de situatie te blijven monitoren.

Het artikel over dit onderzoek is te lezen in het Natuurhistorisch maandblad. Dit tijdschrift is onderdeel van de collectie Natuurtijdschriften.nl dat samenwerkt met Groen Kennisnet. De artikelen worden geharvest en vindbaar gemaakt in de Kennisbank van Groen Kennisnet.

Bronnen

(1)