Ophokplicht

Onderwerp
vogelgriep
Interessant voor
pluimveehouders, groen onderwijs, docenten, consument
Vanaf oktober 2022 heeft Nederland te maken met een ernstige variant van vogelgriep (aviaire influenza HPAI H5). Dit had grote gevolgen voor de pluimveesector, die te maken kreeg met een ophokplicht. Kippen die normaal gesproken buiten lopen, moesten binnen blijven. Uiteindelijk kwam er pas na een half jaar een einde aan. Nog nooit duurde de ophokplicht zo lang en ging de vogelgriep in deze mate door wilde vogelpopulaties.
Het ei en de pluimveehouder
Ongeveer 21% van de pluimveehouders heeft een vrije-uitloopstal, maar helaas konden deze stallen het afgelopen halfjaar niet optimaal worden gebruikt. Dat heeft te maken met de afwaardering van de eieren. Hoe zit dat? Op eieren van vrije-uitloop kippen staat een code; 1. Deze code refereert naar een bepaalde huisvesting en dierenwelzijn. Voor elk type ei ontvangt de pluimveehouder een ander geldbedrag. Hoe lager het nummer, hoe meer geld de pluimveehouder ontvangt voor dat ei. Kippen die langer dan 16 weken niet naar buiten mogen, worden geen vrije-uitloop kippen meer genoemd. Het zijn dan scharrelkippen. Op het ei komt dan code 2 te staan. Dit ei is van minder hoge waarde dan een code 1 ei en hierdoor krijgen pluimveehouders dus minder geld voor het ei. Als de vogelgriep lang aanhoudt, zoals we hebben gezien het afgelopen jaar, kan dit financieel grote gevolgen hebben voor pluimveehouders.
Wilde vogels
Er blijft veel discussie tussen veehouders en natuurterreinbeheerders over oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen. Het krijgen van het vogelgriepvirus op een pluimveebedrijf heeft grote financiële, emotionele en maatschappelijke gevolgen. Pluimveehouders wijzen naar watervogels als het gaat om het verspreiden van het virus. Afgelopen half jaar zijn er veel besmette dode wilde vogels gevonden. Natuurbeschermers hebben zorgen dat bepaalde soorten wilde vogels het moeilijk gaan krijgen als deze last krijgen van grote sterfte in de populatie.
Daarnaast is het risico van besmetting hoger in de winter als er plassen ontstaan op een bedrijf en bij bedrijven die zich dichtbij natuurgebieden met veel water bevinden. Op deze plekken bevinden zich vaak wilde (water)vogels.
Dierenwelzijn
Tijdens vogelgriep epidemieën zijn er ruimacties en veel zieke en dode dieren. Het belang van dierenwelzijn wordt niet vergeten. Er bestaat een ‘Welzijnscommissie vogelgriep 2016’. Deze commissie is in het leven geroepen om tijdens ruimacties op dierenwelzijn te controleren.
Kosten
De vogelgriep epidemie van 2003 in Nederland werd begroot op €300 miljoen aan directe kosten. Er waren 255 besmette pluimveebedrijven waarbij 30 miljoen stuks pluimvee zijn geruimd. Er is een vergoeding voor de pluimveehouder, maar leegstand van de stal als gevolg wordt niet vergoed. Hetzelfde geldt voor het ophokken terwijl het eigenlijk vrije-uitloop kippen zijn. Hier zit geen vergoeding op en de veehouder moet dan rekenen op een verlies.
Maatregelen treffen
Het is belangrijk om maatregelen te treffen om besmetting te voorkomen. Om dit te kunnen doen, moet de bron worden gevonden. Wilde vogels kunnen niet bestreden worden. Dit is ook zeker geen wens. Wat wel gedaan kan worden, is het strikt naleven van de bioveiligheidsmaatregelen (voorkomen en beperken van insleep en verslepen van ziektekiemen op het bedrijf) op de pluimveehouderij. Hierbij wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met contactmomenten van erfbetreders en activiteiten van veehouders rondom het bedrijf om introductie met wilde vogels te voorkomen.
Biologische en vrije-uitloop kippen hebben een hoger risico om besmet te raken, omdat ze buiten lopen. Deze kippen hebben directer contact met de omgeving en hierdoor ook met wilde vogels die overvliegen of verblijven bij of rondom het bedrijf. Het voorkomen van plassen in het weiland is dan een belangrijke maatregel om een vogelgriepbesmetting te voorkomen.
Vogelgriepvaccinatie
In 2022 is gebleken dat het hoogpathogene vogelgriepvirus (HPAI) het hele jaar door in Nederland aanwezig was. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het pluimvee te beschermen en twee verschillende vaccinaties tegen het H5-virus kunnen hiervoor worden gebruikt. Er bestaat echter een mogelijkheid dat in de praktijk het vaccin minder effectief kan zijn dan tijdens de testen in het laboratorium. Meer onderzoek is daarom een vereiste. In de zomer van 2023 start het ministerie van LNV met een veldstudie.