Nieuws

Perspectief voor dubbeldoelrassen door ontwikkeling natuurinclusieve landbouw

Groninger Blaarkoppen - Clara Bastian via iStock
Bron foto: Clara Bastian, iStock (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    dubbeldoel koeien, fokkerij, natuurinclusief
  • Interessant voor
    beleidsmakers, adviseurs, (melk) veehouders
Bekijk de bronnen
De ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw biedt kansen voor de Nederlandse dubbeldoelrassen. Maar waarom precies? De meerwaarde van deze rassen voor natuurinclusieve landbouw staan nu op een rijtje. Ook zijn er adviezen voor een betere ondersteuning van de fokkerij van deze dubbeldoelers.

Nederlandse dubbeldoelrassen als MRIJ, Groninger Blaarkop en Fries-Hollands vee hebben het moeilijk. De populaties zijn klein en kwetsbaar. Het vermoeden bestaat dat de rassen goed behouden kunnen worden door hun nut te vergroten. Kan dat binnen natuurinclusieve melkveehouderij? Hoe dan?  

Het zijn vragen die nu beantwoord zijn: onderzoekers concluderen dat deze dubbeldoelrassen goed kunnen passen binnen een natuurinclusief melkveebedrijf. Dat blijkt uit een breed onderzoek met data-analyse, bedrijfsbezoeken, interviews en bijeenkomsten met natuurinclusieve melkveehouders. 

Prestaties uitgezocht   

Uit een landelijke data-analyse blijkt dat er maar weinig bedrijven zijn met raszuivere Nederlandse dubbeldoelrassen, ze worden relatief vaak in kruisingen gebruik. Ook is er geen duidelijk bedrijfstype aan te wijzen waar dubbeldoelrassen of Holsteins worden gehouden, er is een flinke overlap tussen de bedrijven. Gemiddeld komt de Holstein meer voor op bedrijven met een hoge melkproductie en mais in het rantsoen, MRIJ op bedrijven met mais. Fries-Hollands vee en de Groninger Blaarkop is meer te zien op bedrijven met veel weidegang.  

Er is gekeken naar de prestaties van de koeien: melkproductie, vet- en eiwitpercentage, celgetal en tussenkalftijd. De Holstein scoort het beste voor melkproductie. Voor de andere kengetallen scoorden de dubbeldoelrassen soms beter, zoals op vet- en eiwitgehalte en celgetal. Geen enkel ras is voor alle onderzochte kenmerken de beste.  

Voor deze data-analyse zijn de gegevens van het stamboek, de melkcontrole en de KringloopWijzer van 490 melkveebedrijven gebruikt.  

Variatie in bedrijven 

De landelijke analyse laat ook zien: hét natuurinclusieve melkveebedrijf bestaat niet. Er is veel variatie binnen de deelnemende bedrijven. Wel zijn de bedrijven gemiddeld extensiever dan het landelijk gemiddelde en produceren de koeien gemiddeld minder. Andere gemeenschappelijke kenmerken zijn: maximale weidegang, veel ruwvoer en weinig krachtvoer, meer diversiteit in het grasland, streven naar lage kosten en soms seizoensgebonden afkalven. 

Wat kenmerkt de dubbeldoelkoe?  

Veehouders met een natuurinclusief bedrijfssysteem noemen hun dubbeldoelrassen robuust en zelfredzaam, met een sterke gezondheid en vaak probleemloze vruchtbaarheid. Ook de hoge benutting van ruwvoer wordt genoemd. Zowel veehouders die met zuivere dieren werken als veehouders met kruisingen in de wei noemen deze kenmerken.  

Fokdoel voor dubbeldoelers 

Met 31 deelnemende veehouders zijn fokdoeldiscussies gehouden. In deze bijeenkomsten benoemen de veehouders hun fokdoel voor hun dubbeldoelers: zelfredzaam, robuust en een koe die productief is onder wisselende omstandigheden. 

Gewenste dierkenmerken die veel door veehouders zijn genoemd:  

  • Goed kunnen omgaan met gras en ander ruwvoer, ook als dit van mindere kwaliteit is.
  • Gezonde koeien, met name uier- en klauwgezondheid.
  • Lange levensduur.
  • Voor de toekomst: kunnen omgaan met hittestress.
  • Productie van melk met meerwaarde, zoals caseïne geschikt voor kaasmaken of A2A2-melk.
  • Productie van vlees met meerwaarde: gemarmerd vlees.
  • Goede vruchtbaarheid, vooral een optimale tussenkalftijd.
  • Goed graasgedrag: koeien moeten goed blijven vreten, ook bij slecht weer of mindere kwaliteit van het gras.

    De 5 belangrijkste kenmerken die veehouders noemen die zij via fokkerij willen verbeteren: 

    • Vet- en eiwitpercentage
    • Levensduur
    • Kilogrammen melk
    • Uiergezondheid
    • Geboorte- en afkalfgemak

            Andere kenmerken die de veehouders noemen zijn onder andere: karakter, uier, benen, raskenmerken, klauwgezondheid en levensproductie.  

            Opvallend verschil  

            Het is frappant dat eigenschappen zoals graasgedrag, grasopname en ruwvoerefficiëntie nauwelijks naar voren komen in de fokkerijbeslissingen van veehouders. Tegelijkertijd worden ze wel zeer regelmatig genoemd als belangrijk dierkenmerk. De onderzoekers geven hiervoor als mogelijke verklaring dat er geen gegevens, zoals fokwaarden, beschikbaar zijn voor deze eigenschappen. De veehouders uiten het gevoel dat het lastig is om significante vooruitgang te boeken op deze kenmerken. De onderzoekers vermoeden dat dit kan samenhangen met de beperkte aandacht voor deze kenmerken.  

            Wat is er nodig voor de fokkerij?  

            Er is extra aandacht nodig voor de fokkerij van de dubbeldoelrassen naar de toekomst toe. Het voorkomen van inteelt is zeer belangrijk in kleine populaties, zoals die van de Nederlandse dubbeldoelrassen. Daarnaast is het gewenst dat de fokwaarden zoals die nu gangbaar zijn, aangevuld worden met gegevens die interessant zijn voor natuurinclusieve bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan vruchtbaarheid- en gezondheidskenmerken. De effectiviteit van de fokkerij kan hoger door selectie van fokdieren op bedrijven met vergelijkbare omstandigheden 

            Er is een duidelijk advies voor fokkerijorganisaties. Zet volop in op structurele gegevensverzameling van diereigenschappen die veehouders met een natuurinclusief bedrijfssysteem belangrijk vinden en deel deze met de veehouders. Een intensievere samenwerking tussen fokkerij-, rasorganisaties en veehouders kan dit versterken.

            Leren over fokken in kleine populaties? 

            Op donderdag 20 november is er in Wageningen een leeravond over fokkerij in kleine populaties. Het onderwerp: monitoren en meten en daarmee maximaal behoud voor de toekomst.  

            De bijeenkomst is onderdeel van de serie ‘Fokken met Verstand’, waarvan de eerdere webinars zijn terug te zien. Een greep uit de webinar-onderwerpen: omgaan met inteelt, inteeltbeheersing in de praktijk en balans tussen selectie en inteelt. Deze avond wordt georganiseerd door het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN) en stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH).

            Maandthema: genetica

            Oktober staat in het teken van genetica. Van het veredelen van planten en het fokken van dieren tot het DNA in bodem en water: genetica speelt in het hele groene domein een rol. Ontdek deze maand hoe dit brede thema de verschillende sectoren binnen Groen Kennisnet verbindt.

            Bronnen

            (4)