Greenhouse gas reporting of the LULUCF sector in the Netherlands : Methodological background, update 2024
This report provides a complete methodological description and background information on the Dutch National System for Greenhouse Gas reporting of the LULUCF sector. It provides a detailed description of the methodologies, activity data and emission factors that were used. Each reporting category Forest land, Cropland, Grassland, Wetlands, Settlements, Other Land and Harvested Wood Products, is described in a separate chapter.
Avoidance of tree-site mismatching of modelled cacao production systems across climatic zones : Roots for multifunctionality
CONTEXT: Protective roles of shade trees for climate-resilient cacao appear to depend on tree-site matching. Agroforestry practices involve a wide range of context-specific management options, which can be complex and pose challenges due to tradeoffs. OBJECTIVE: To assess the benefits and drawbacks, across a range of contexts, of various cacao-based land use systems on multifunctionality and economic performance. METHODS: We used the process-based Water, Nutrient and Light Capture in agroforestry systems (WaNuLCAS) model to assess the performance of five cacao-based land use systems (cacao monoculture, cacao + annual crops, cacao + fruit tree, cacao + fast-growing tree, and cacao + slow-growing tree), in three climate regimes (tropical rainforest, monsoon, and savannah), two soil textures, and two sources of data for cacao root length density (W Africa and Indonesia, respectively). Several metrics quantified the performance of each land use system, including the Land Equivalent Ratio for production (LERP),multifunctionality (LERM), Net Present Value (NPV), Return to Labour (RtL), and Benefit-Cost Ratio (BCR). RESULTS AND CONCLUSIONS: Simulated cacao production per tree, positively or negatively influenced by intercrops, responded to the number of days cacao grew under water-limited conditions. High cacao root density supported higher LERP values (an average of 1.15 versus 0.95 in other cases). In the savanna, the LERP difference between cacao with high root density and those with low root density became 0.27. Among agroforestry systems, cacao + annual crops had the highest LERP of 1.13, followed by cacao + slow-growing trees (1.09), while the lowest outcome (0.98) was for cacao + fruit trees. These values were higher in rainforest climates, and lowest for savanna. Soil texture had no effect on the average LERP across other main factors. Tree-based agroforestry had a higher time-averaged carbon stock than monocultures or systems with annual crops. However, their effects on other environmental performance aspects, averaged over a 20-year life cycle, were modest, and variation in LERM was small. Economic performance indicators diverged, with the highest NPV were for cacao + annual crops or cacao + fruit trees, the highest BCR was for cacao + fruit trees, and the highest RtL was for cacao + fruit trees followed by cacao + slow-growing trees. SIGNIFICANCE: Our study highlights that the potential benefits of cacao-based agroforestry practices depend on strong root development by the cacao trees. In selecting for high yields in monocultures, the benefits of intercropping may be forfeited, especially in drier climates with the lower values for root length density measured in W Africa.
Koolstofvastlegging in grasvelden : Eindrapportage WP4 PPS Grasvelden, Klimaat & Biodiversiteit
Een van de maatregelen om de effecten van klimaatverandering te beperken is de opslag van CO2 in de bodem. In stedelijke gebieden zijn verschillende grasvelden te vinden, zoals sportvelden, parken en bermen. In de PPS Grasvelden, Klimaat & Biodiversiteit is onderzocht hoeveel koolstof er is vastgelegd. De hoeveelheid koolstof is afhankelijk van veel verschillende factoren, waarvan een deel niet eenvoudig te beïnvloeden zijn. In veldonderzoek is in de laag van 0-20 cm gemiddeld 50 tot 80 ton C/ha aanwezig. Omdat niet bekend was hoeveel koolstof aanwezig was voor de aanleg, kunnen geen uitspraken worden gedaan over de hoeveel koolstof die door het gras zelf is vastgelegd. De resultaten gaven aan dat bij grasveldbeheer ten behoeve van (extra) koolstofvastlegging, geen onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen de verschillende soorten grassoorten. Rietzwenkgras vormt hierop een mogelijke uitzondering. Bij grasonderhoud kan wel rekening worden gehouden met de maaifrequentie en maaihoogte. Deze factoren kunnen namelijk invloed hebben op de koolstofopslag onder grasvelden.
Utrecht helpt boeren met agroforestry
Het Agroforestry Netwerk Utrecht is officieel gestart. Tijdens de bijeenkomst op 29 februari vertelden verschillende sprekers hoe zij natuur en landbouw samenbrengen met agroforestry.
Nederlands Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027
Er is een transitie in de landbouw nodig. In Nederland zijn boeren hier al mee aan de slag. De maatregelen die hiervoor nodig zijn, verschillen per sector, per gebied en per boer. In het NSP verbinden we de grote internationaal bindende afspraken voor onze leefomgeving, zoals het versterken van biodiversiteit en klimaat, aan de gebieden en de boeren die samen kunnen bijdragen aan de oplossingen.
Evaluatie van maatregelen voor koolstofvastlegging na zes jaar meten op Lange Termijn Locaties
Nederland heeft als doel om vanaf 2030 jaarlijks 0,5 Mton CO2-equivalenten extra vast te leggen in minerale landbouwbodems. Deze doelstelling komt voort uit het Klimaatakkoord (2019) en is uitgewerkt in het Nationaal Programma Landbouwbodems (2020). Om hierop te kunnen inzetten is een overzicht nodig van landbouwpraktijken en maatregelen die in Nederland effectief zijn om bij te dragen aan koolstofvastlegging in de bodem. Dit rapport maakt vergelijkingen tussen het toepassen van een maatregel voor koolstofvastlegging en de referentie(s) zonder de maatregel.
The importance of targeted approaches for resilient cocoa households
Cocoa households in Côte d’Ivoire face major challenges, hampering their entrepreneurial growth. Decades of investment yielded progress, but not widespread household resilience for cocoa farmers. A large group of households still earns less than the World Bank extreme poverty line. Changing the scale of interventions is needed to achieve living income ambitions and household resilience.
Onderzoek naar barrières bij de overstap naar agroforestry
Boeren ervaren diverse obstakels bij de transitie van een bedrijf met monocultuur naar agroforestry. Masterstudente Marjolijn Heslinga deed er onder leiding van Jeroen Kruit onderzoek naar via interviews met 12 pionierende boeren en boerinnen. In haar onderzoeksverslag beschrijft Heslinga de economische, beleidsmatige, technische, ecologische en sociale barrières waar Nederlandse boeren op stuiten.
Beyond a capitalist canopy: ethnobotanical contributions to cultivating diversity and multifunctionality in a Dutch food forest
Hope and meaning grow with food forestry, diversity and multifunctionality within a food forest. Addressing a gap in academic discourse on food forestry, this thesis explores the multifunctionality of food forest systems through the unconventional combination of ethnobotanical research and diverse economic perspectives. Thereby the study aims to the political and societal legitimization of food forests as multifunctional land-use practices, particularly in the Dutch context where public infrastructural support is tentative.
Verdienmodellen voor natuurinclusieve landbouw : stand van zaken en hoe nu verder
De ambitie om meer biodiversiteit te ontwikkelen in het landelijk gebied is duidelijk aangegeven in de visies van LNV, de EU Biodiversity Strategy en de Farm to Fork Strategy (European Commission, 2020). Natuurinclusieve landbouw (NIL) kan hierin een belangrijke rol spelen. Vooralsnog is NIL echter een niche; pioniers hebben enkele oplossingen gevonden binnen de huidige markt, maar een goed verdienmodel voor een grotere groep boeren ontbreekt. In deze policy paper geven we een overzicht van de verdienmodellen en mogelijke aanpassingen in de markt door wetgeving, belastingen en vergoedingen om het verdienvermogen van NIL te verbeteren. Wij zien tot nu toe geen wezenlijke aanpassing van het marktsysteem, gericht op het verbeteren van het verdienmodel van NIL op de lange termijn. We kunnen daarom concluderen dat we met de transitie een begin hebben gemaakt, maar dat een grondige systeemaanpak nodig is om deze transitie verder te stimuleren, met aandacht voor wat de meest toepasselijke opties zijn, hoe we die kunnen implementeren en wie hierin het voortouw neemt.
Beantwoording feitelijke vragen bij de begroting 2024 van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds
Brief van Minister van LNV Piet Adema en Minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal-Zeggelink van 18 januari 2024 aan de Tweede Kamer. Het bevat de beantwoording van 371 feitelijke vragen gesteld door Kamerleden bij de begroting 2024 van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds.