Parkieten in Nederland: recente forse populatietoename
Naast de met enige regelmaat in Nederland ontsnappende valkparkieten (Nymphicus hollandicus) en grasparkieten (Melopsittacus undulatus) zijn er in ons land ook drie soorten parkieten die zich inmiddels al meerdere jaren met succes handhaven en voortplanten. In de winter van 2021/22 vond voor het eerst in jaren weer een landelijke populatiecensus van de zich in het wild voortplantende parkieten van Nederland plaats.
Hybride exotische planten
Hybridisatie speelt bij de soortvorming van planten een belangrijke rol. Het beeld van een stamboom met naar de uiteinden alsmaar meer vertakkende evolutielijnen gaat voor vaatplanten niet op; bijna alle soorten zijn ontstaan doordat bij hybridisatie-momenten de evolutielijnen van oudersoorten “verknoopt” raken en als één lijn verder gaan. Naast fertiele kruisingen (en terugkruisingen) tussen nauw verwante soorten, treden ook kruisingen op tussen minder verwante soorten of zelfs genera. Hoewel deze meestal steriel zijn, kunnen ze door chromosoomverdubbeling hun fertiliteit herwinnen (allopolyploïdie). Ze worden dan beschouwd als nieuwe soorten. Bij relatief immobiele organismen als planten is de mens een steeds belangrijkere en actievere rol gaan spelen bij het opheffen van natuurlijke voortplantingsbarrières tussen soorten.
Verbod op handel in grond met Japanse Duizendknoop
Vanaf 1 januari 2022 gaat er een nationaal handelsverbod in voor drie soorten Aziatische duizendknopen. Door dat verbod wordt ook de handel van grond vervuild met Japanse Duizendknoop strafbaar.
Grote waternavel ook een bedreiging voor zwak gebufferde vennen
Analyse van het potentiële leefgebied van de Hydrocotyle ranunculoides. Niet alleen in beken, maar ook in vennen en andere zwakbufferende milieus kan deze waterplant gaan woekeren
De grote waternavel als pionier in een mineraliserend landschap
De grote waternavel veroorzaakt veel overlast maar is ook een perfecte indicator om onnatuurlijke overmatige verrijking met nutriënten te signaleren. Om een evenwicht te bereiken tussen aquatisch milieu en plant zal de natuurlijke hydrologie hersteld en het onophoudelijk verlagen van het polderpeil gestopt moeten worden
Zwarte lijst van woekerende exotische waterplanten
De Plantenziektekundige Dienst in Wageningen voert samen met de Unie van Waterschappen overleg met de kwekers en verkoopcentra van waterplanten in Nederland. Onderwerp van die gesprekken zijn de exotische plaagplanten. De waterbeheerders willen een beeld hebben van de exoten die men niet meer zou moeten kweken, vervoeren en verhandelen. Het gaat om een lijstje van vijf soorten die in afnemende mate van prioriteit uit het kweek- en handelscirquit zouden moeten verdwijnen: de top 5 of de zware lijst van waterexoten genoemd (1: de grote waternavel; 2: parelvederkruid; 3: waterteunisbloem; 4: grote kroosvaren; 5: watercrassula). De betreffende waterplanten verstoppen waterlopen. De waterschappen hebben daar veel last van. De exoten verdrijven bovendien de oorspronkelijke flora en vaak ook de fauna
"Voorgestelde oplossing voor problemen met grote waternavel werkt niet"
Het artikel van Sietz Leeflang in H2O nr. 9 van 2 mei 2008 over de grote waternavel, heeft een reactie uitgelokt van Roelf Pot
Pygmeeweed ofwel Watercrassula : aan de waterkant
Natuurbeheerders zijn als de dood voor uitheemse planten, die zich, als ze eenmaal een plekje hebben gevonden, explosief verspreiden en alles om zich heen verdringen. De natuurlijke vegetatie kan die concurrentie vaak niet aan en verdwijnt. Soms ondergaat de fauna daar hetzelfde lot. Met dergelijke invasieve plantensoorten krijgen we de laatste decennia steeds meer te maken. De top 5 van invasieve waterplanten ziet er als volgt uit: Grote waternavel, Watercrassula, Parelvederkruid, Waterteunisbloem en Kroosvaren. De 2 laatstgenoemde soorten zijn in deze serie reeds behandeld (Natura 2007/6 en 2007/4), ditmaal leggen we de Watercrussula onder de loep.
Exotenbestrijding 3.0 met Weed Free Service
Warm water is al langer een veel gebruikte methode om onkruid op verharding te bestrijden. Weed Free Service uit Kollum heeft de methode nu verder verbeterd, waardoor warm water ook gebruikt kan worden om onkruid in het veld of bermen aan te pakken. De oplossing geeft zelfs agressieve exoten zoals Japanse duizendknoop of berenklauw de koude rillingen.
SOS Mezen : verkennend onderzoek naar pesticiden in dode nestjongen bij kool- en pimpelmezen
Van welke pesticiden zijn er residuen terug te vinden in dode jongen van kool- en pimpelmezen? Zijn er ook pesticiden aanwezig die ingezet worden ter bestrijding van de buxusmot? Welke concentraties van die pesticiden zijn terug te vinden?
Aan de slag als particulier: Soorten op het erf : Infoblad
Wilt u natuur dichtbij huis? Ja, dan kunt u van alles doen om de natuur als buur te krijgen. In een kleine tuin kunt u door het planten van een vlinderstruik en het hangen van nestkastjes of een klein insectenhotel al iets doen. Een groter perceel biedt nog veel meer mogelijkheden. U kunt er een vogelbosje of een boomgaardje aanplanten, een kikkerpoel aanleggen of u kunt in de schuur een nestkast ophangen voor de mysterieuze kerkuil. Het zijn zomaar wat mogelijkheden. Het is wel altijd belangrijk om u te laten inspireren door streekeigen elementen. Dit infoblad behandelt de mogelijkheden om voor bepaalde soorten een natuurvriendelijk erf te creëren.
Staandwantmonitoring IJssel- en Markermeer 2020 = Gillnet monitoring in Lake IJsselmeer and Lake Markermeer, 2020
De staandwantmonitoring is in 2014 opgestart met het doel om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de populatiestructuur van de visbestanden in het IJsselmeer en Markermeer in aanvulling op jaarlijkse monitoring met boomkor en marktbemonsteringen. Sinds 2014 werd daarom ieder najaar een monitoringsprogramma met staandwantnetten met verschillende maaswijdtes uitgevoerd. Daarbij werd gekeken naar de bestandsopbouw van voornamelijk vier commerciële vissoorten; baars (Perca fluviatilis), blankvoorn (Rutilus rutilus), brasem (Abramis brama) en snoekbaars (Sander lucioperca). Met name werd onderzocht wat de toegevoegde waarde van staandwantmonitoring is voor het bepalen van trends in grotere, adulte individuen en of de juveniele vis even representatief bemonsterd wordt. In de staandwantmonitoring wordt gebruik gemaakt van een staandwantnet bestaande uit een combinatie van een Norden surveynet (CEN 2005) en vijf extra panelen. Het Norden surveynet bestaat uit twaalf aan elkaar vastzittende korte panelen van 2,5 meter lang en 1,5 meter hoog met een range aan kleine maaswijdtes tussen de 10 – 110 mm gestrekte maas. De vijf extra panelen zijn 100 meter lange panelen met grote maaswijdtes van 101, 140, 160, 190 (2x) mm. De Europese standaard opgesteld voor het vissen met kieuwnetten is als leidraad aangehouden bij het opzetten van deze staandwantmonitoring. Zodoende zouden de verzamelde gegevens vergeleken moeten kunnen worden met kieuwnetbemonsteringen elders in Nederland of Europa. Om een eventuele vergelijking te vergemakkelijken zijn de vangsten opgewerkt naar een gestandaardiseerde vangst per inspanning, namelijk vangst in aantallen of kg per soort per netnacht. In 2020 zijn 43 locaties bevist, waarvan 30 locaties in het IJsselmeer en 13 locaties in het Markermeer. Op basis van vangstaantallen werden de vangsten in het IJsselmeer in 2020 gedomineerd door baars, pos (Gymnocephalus cernua) en spiering (Osmerus eperlanus). Daarentegen bestonden de vangstenaantallen in het Markermeer hoofdzakelijk uit pos, blankvoorn en snoekbaars. In 2020 was de totale vangst van spiering in aantallen over beide meren het hoogst sinds de start van de staandwantmonitoring, waarbij spiering vrijwel uitsluitend op het IJsselmeer werd gevangen. Van snoekbaars was de totale vangst het laagst in de tijdsreeks vanaf 2014. Noordzeehouting (Coregonus oxyrinchus) en bot werden net als spiering vrijwel uitsluitend op het IJsselmeer gevangen. Drie uitheemse soorten werden aangetroffen, namelijk zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus), Pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis) en de Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinensis). De lengte-frequentie verdeling van brasem lijkt er op te wijzen dat er in 2020 meer grote adulte brasem (> 40 cm) is gevangen in vergelijking met voorgaande jaren. Gezien de lengteverdeling van snoekbaars was de nuljarige snoekbaars uitzonderlijk groot in 2020 en lijkt een zeer goed groeiseizoen te hebben gekend. Het merendeel van de nuljarige snoekbaars is waarschijnlijk al piscivoor geworden in hun eerste levensjaar. In 2020 werd 33 kg vis per netnacht met het staandwantnet gevangen in het IJsselmeer, tegenover 14 kg vis in het Markermeer. Kijkend naar enkel het 101 mm maaswijdte paneel, dat voornamelijk gebruikt wordt in de commerciële visserij, werd er in 2020 bijna 13 kg en 10 kg vis per netnacht gevangen voor respectievelijk het IJsselmeer en Markermeer. Hierbij bestond de vangst in het IJsselmeer uit 4 kg van zowel baars als snoekbaars (16 % van de snoekbaars was ondermaats (< 42 cm)), 2,5 kg blankvoorn, bijna 2 kg Noordzeehouting en 1 kg brasem. De vangst in het Markermeer bestond uit bijna 6 kg snoekbaars, ruim 1 kg blankvoorn en brasem en bijna 1 kg baars. De vangsten per netnacht zijn zodoende te vergelijken met die in de commerciële visserij op het IJsselmeer en Markermeer, maar ook met vangsten elders in Nederland of Europa waar met staandwantnetten gevist wordt.
Gaan wilde bijen en gehouden honingbijen wel samen? : De lezer schrijft
Er is geregeld discussie over de vraag of wilde bijen en gehouden honingbijen in natuurgebieden elkaars concurrenten zijn of dat ze vreedzaam kunnen samen leven. Nu is het begrip concurrentie een rekbaar begrip, want wat betekent het? Betekent het dat wilde bijen eerder opstaan en daardoor nectar voor de neus van de minder matineuze honingbijen wegkapen? Of is er pas sprake van concurrentie als ze elkaar de hersens inslaan? En dan nog: is concurrentie wel zo slecht? De hele evolutie is erop gebaseerd. Zonder concurrentie is er geen selectie, geen aanpassing en kunnen nieuwe, beter toegeruste soorten zich niet ontwikkelen. De natuur is een voortdurende strijd om het bestaan, vaak op leven en dood. In dit verband zijn er twee voorbeelden die de meeste aandacht krijgen: honingbijen op de heide en honingbijen bij de reuzenbalsemien in de Biesbosch.
Watercrassula versus inheemse vegetatie; van een kwetsbaar naar veerkrachtig systeem
We zien het steeds vaker: wetlands die meer op een veld met vetplantjes lijken dan op een poel of ven. De boosdoener is de invasieve exoot watercrassula. Een opmerkelijk sterk, opportunistisch plantje, dat enorm woekert en zowel op land als in water succesvol is. Ondanks verwoede inspanningen van menig natuurbeheerder blijkt traditioneel bestrijden nagenoeg niet effectief. Is er een alternatief?
Risico’s van uitheemse landplatwormen in Nederland voor biodiversiteit, ecosysteemdiensten en andere maatschappelijke waarden
Aan de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de directeur Natuur van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & onderzoek over: Risico’s van uitheemse landplatwormen in Nederland voor biodiversiteit, ecosysteemdiensten en andere maatschappelijke waarden.
Optimisme over inzet Japanse bladvlo… : … maar ook bladvlo is niet hét middel tegen Aziatische duizendknopen
Op dinsdag 23 november vond bij Koppert de presentatie plaats van de eindconclusie van het onderzoeksproject #uitde1000knoop. Het onderzoek was bedoeld om te kijken of het loslaten van Japanse bladvlooien zou kunnen helpen bij de bestrijding van de invasieve Aziatische duizendknopen. De resultaten van het onderzoek zijn over het algemeen optimistisch, maar ook de Japanse bladvlo blijkt niet het ei van Columbus te zijn.
Exotisch bezoek in barre tijden : overwinterende wantsen : Biologie
In de wintermaanden krijgen we naast bezoek van Sinterklaas en de Kerstman, ook Nederland willen beschermen. kleinere gasten in huis. Zodra het wat kouder begint te worden komen er allerlei beestjes van buiten naar binnen om mee te genieten van de warme feestvreugde.
Nieuw potentieel invasief vederkruid in Nederlandse wateren
Tot voor kort kenden we in Nederland naast drie inheemse vederkruiden (Myriophyllum) ook twee uitheemse vederkruiden: Ongelijkbladig vederkruid en Parelvederkruid. Beide exotische soorten zijn behoorlijk invasief. Recent is op een bijzondere manier een derde exotisch vederkruid aan de twee toegevoegd.
De grote trilspin : een opmerkelijke migrant : Exoten
Volgens het Nederlands Soortenregister zijn er in ons land maar liefst 45 soorten spinnen die als exoot worden bestempeld. Een exoot is een soort die middels menselijke activiteiten gebieden bereikt waar hij oorspronkelijk niet voorkomt. In de meeste gevallen zijn het toevallige passagiers van schepen, vrachtwagens en allerlei andere voertuigen die dienen voor het internationale transport. Veel spinnen komen bijvoorbeeld Nederland binnen via tuincentra en kassen die planten importeren vanuit de hele wereld.