• rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen
    2004

    Papierblad in lelie : teeltfase

    In nauw overleg met telers is onderzocht of teeltomstandigheden in de kas van invloed zijn op het ontstaan van papierblad bij lelies na de oogst. Uit het onderzoek bleek dat de kans op papierblad te verkleinen is door tijdens de teelt voor een actief kasklimaat te zorgen, de laatste twee weken voor de oogst de lelies minder water te geven en de lelies te schermen op dagen met veel instraling. Papierblad kwam na de oogst minder voor als de lelies tijdens de uitbloei op de vaas op het snijbloemenvoedsel L&A werden gezet.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2004

    Papierblad in lelie : Teeltfase

    In nauw overleg met telers is onderzocht of teeltomstandigheden in de kas van invloed zijn op het ontstaan van papierblad bij lelies na de oogst. Uit het onderzoek bleek dat de kans op papierblad te verkleinen is door tijdens de teelt voor een actief kasklimaat te zorgen, de laatste twee weken voor de oogst de lelies minder water te geven en de lelies te schermen op dagen met veel instraling. Papierblad kwam na de oogst minder voor als de lelies tijdens de uitbloei op de vaas op het snijbloemenvoedsel L&A werden gezet.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2004

    Papierblad in lelie. Naoogst Fase

    Gewichtsverlies, dus de kans op papierblad is het grootst van de bladeren die op leiding- of op demiwater worden voorbehandeld. Na een voorbehandeling van de lelies met twee nog niet toegelaten voorbehandelingsmiddelen van Pokon & Chrysal was het gewichtsverlies minder. Tijdens de uitbloei op de vaas was er geen verschil in verdamping tussen de verschillende soorten snijbloemenvoedsel. De mate van papierblad was met gemiddeld 3,5 papierblaadjes per lelietak in de controlebehandeling laag. De kans op papierblad was te verkleinen door de lelies met twee nog niet toegelaten voorbehandelingsmiddelen van Pokon & Chrysal voor te behandelen en tijdens de uitbloei bij de consument op Chrysal Clear Lily&Alstr te zetten. Dit gaf bovendien de beste houdbaarheid van blad en bloemen.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen
    2004

    Papierblad in lelie : naoogst fase

    Gewichtsverlies, dus de kans op papierblad is het grootst van de bladeren die op leiding- of op demiwater worden voorbehandeld. Na een voorbehandeling van de lelies met twee nog niet toegelaten voorbehandelingsmiddelen van Pokon & Chrysal was het gewichtsverlies minder. Tijdens de uitbloei op de vaas was er geen verschil in verdamping tussen de verschillende soorten snijbloemenvoedsel. De mate van papierblad was met gemiddeld 3,5 papierblaadjes per lelietak in de controlebehandeling laag. De kans op papierblad was te verkleinen door de lelies met twee nog niet toegelaten voorbehandelingsmiddelen van Pokon & Chrysal voor te behandelen en tijdens de uitbloei bij de consument op Chrysal Clear Lily&Alstr te zetten. Dit gaf bovendien de beste houdbaarheid van blad en bloemen.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen
    2005

    Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie

    In de winter van 2003/2004 is uit onderzoek duidelijk geworden dat de kans op papierblad na de oogst is te verkleinen door tijdens de teelt te zorgen voor een actief kasklimaat, de laatste twee weken voor de oogst te stoppen met water geven en de lelies te schermen op dagen met veel instraling. In de winter van 2004/2005 waren er in de praktijk weer volop problemen met papierblad. Één van de praktijkbedrijven had alle maatregelen genomen om papierblad te voorkomen. Toch kreeg dit bedrijf van zijn afnemers de melding dat er papierblad voorkwam in zijn lelies. Op dit bedrijf werd de activiteit van de huidmondjes onderzocht in relatie tot de groeiplaats van de lelies. Omdat een deel van de bollen op dit praktijkbedrijf waren opgeplant ook in het onderzoek bij PPO waren opgeplant en in dezelfde periode in bloei kwamen werd een vergelijking gemaakt tussen beide groeiomstandigheden. Gebleken is dat een lage RV van groot belang is. De huidmondjes van lelies, die onder een actief kasklimaat zijn opgegroeid, waren na de oogst in staat om te sluiten waardoor papierblad niet voorkwam. Maatregelen, die een teler kan nemen om de kans op papierblad verminderen moeten erop gericht zijn om de RV in de kas te verlagen om zodoende een actiever kasklimaat te krijgen. De volgende maatregelen dragen bij aan verlaging van de RV: - Voldoende ventileren - Gewas niet bovenlangs watergeven maar onderdoor - Verruimen van de plantdichtheid - Meer licht boven de lelies ophangen - Als er een ondernet aanwezig is bij de teelt van lelies op kisten die op tafels staan is het van belang om ruimte tussen de kisten aan te houden omdat een opgaande luchtstroom tussen de kisten de RV in het gewas verlaagd.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2005

    Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie

    In de winter van 2003/2004 is uit onderzoek duidelijk geworden dat de kans op papierblad na de oogst is te verkleinen door tijdens de teelt te zorgen voor een actief kasklimaat, de laatste twee weken voor de oogst te stoppen met water geven en de lelies te schermen op dagen met veel instraling. In de winter van 2004/2005 waren er in de praktijk weer volop problemen met papierblad. Één van de praktijkbedrijven had alle maatregelen genomen om papierblad te voorkomen. Toch kreeg dit bedrijf van zijn afnemers de melding dat er papierblad voorkwam in zijn lelies. Op dit bedrijf werd de activiteit van de huidmondjes onderzocht in relatie tot de groeiplaats van de lelies. Omdat een deel van de bollen op dit praktijkbedrijf waren opgeplant ook in het onderzoek bij PPO waren opgeplant en in dezelfde periode in bloei kwamen werd een vergelijking gemaakt tussen beide groeiomstandigheden. Gebleken is dat een lage RV van groot belang is. De huidmondjes van lelies, die onder een actief kasklimaat zijn opgegroeid, waren na de oogst in staat om te sluiten waardoor papierblad niet voorkwam. Maatregelen, die een teler kan nemen om de kans op papierblad verminderen moeten erop gericht zijn om de RV in de kas te verlagen om zodoende een actiever kasklimaat te krijgen. De volgende maatregelen dragen bij aan verlaging van de RV: - Voldoende ventileren - Gewas niet bovenlangs watergeven maar onderdoor - Verruimen van de plantdichtheid - Meer licht boven de lelies ophangen - Als er een ondernet aanwezig is bij de teelt van lelies op kisten die op tafels staan is het van belang om ruimte tussen de kisten aan te houden omdat een opgaande luchtstroom tussen de kisten de RV in het gewas verlaagd.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2005

    Papierblad in lelie. Invloed van lichtniveau en luchtvochtigheid in de kas

    In dit project werd onderzocht door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving of het verhogen van het lichtniveau in de kas van invloed is op het ontstaan van papierblad na de oogst. Papierblad is het verschijnsel waarbij de bladeren na de oogst verdrogen. Papierblad kan ontstaan doordat de huidmondjes na de oogst open blijven staan.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen
    2006

    Papierblad in lelie : invloed van lichtniveaus en luchtvochtigheid in de kas

    In dit project werd onderzocht door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving of het verhogen van het lichtniveau in de kas van invloed is op het ontstaan van papierblad na de oogst. Papierblad is het verschijnsel waarbij de bladeren na de oogst verdrogen. Papierblad kan ontstaan doordat de huidmondjes na de oogst open blijven staan.

  • artikel
    BloembollenVisie 45: 20 - 21
    2004

    Verbeterde gewasverzorging verkleint gevaar van papierblad : onderzoek bloementeelt lelie

    Onderzoek naar de invloed van RV (relatieve vochtigheid), licht, vochtigheid van het substraat, schermen en snijbloemenvoedsel op afwijkingen in het blad (papierblad) bij lelies. Papierblad is het verschijnsel waarbij het blad van de lelies verdroogt maar groen blijven (papierachtig) en de planten slap hangen. Het komt het eerst voor in de bracteolen. Dit zijn de schudblaadjes van de knoppen die aan de bloemsteel zitten en het meeste licht opvangen

  • artikel
    BloembollenVisie 2004 (2004) 45
    2004

    Verbeterde gewasverzorging verkleint gevaar van papierblad : onderzoek bloementeelt lelie.

    Onderzoek naar de invloed van RV (relatieve vochtigheid), licht, vochtigheid van het substraat, schermen en snijbloemenvoedsel op afwijkingen in het blad (papierblad) bij lelies. Papierblad is het verschijnsel waarbij het blad van de lelies verdroogt maar groen blijven (papierachtig) en de planten slap hangen. Het komt het eerst voor in de bracteolen. Dit zijn de schudblaadjes van de knoppen die aan de bloemsteel zitten en het meeste licht opvangen

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit
    2009

    Kasklimaat in lelie onder verticale luchtcirculatie

    In de wintermaanden is het klimaat in kassen met belichte lelies niet altijd optimaal. Door de hoge luchtvochtigheid is de verdamping minimaal wat zich vertaalt in bladeren met gebrekverschijnselen, bladverbranding en een verhoogde kans op papierblad. Verticale luchtcirculatie is een methode om luchtlagen boven- en onderin de kas met elkaar te mengen. Door verticale luchtcirculatie wordt warme lucht van het bovennet, maar ook van de lampen het gewas in geblazen, waardoor het microklimaat rondom de plant zou kunnen verbeteren.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2009

    Kasklimaat in lelie onder verticale luchtcirculatie

    In de wintermaanden is het klimaat in kassen met belichte lelies niet altijd optimaal. Door de hoge luchtvochtigheid is de verdamping minimaal wat zich vertaalt in bladeren met gebrekverschijnselen, bladverbranding en een verhoogde kans op papierblad. Verticale luchtcirculatie is een methode om luchtlagen boven- en onderin de kas met elkaar te mengen. Door verticale luchtcirculatie wordt warme lucht van het bovennet, maar ook van de lampen het gewas in geblazen, waardoor het microklimaat rondom de plant zou kunnen verbeteren.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit
    2011

    Het nieuwe telen in lelie : praktijkproef energiezuinig klimaat in de broei van lelie

    Veel leliekwekers hebben in het najaar, winter en voorjaar blad- en kwaliteitsproblemen en slappe stelen in lelies. De kwaliteitsproblemen bestaan uit grote slappe bladeren die gevoelig zijn voor bladverbranding tijdens de teelt en papierblad na de oogst. Deze problemen worden veroorzaakt door een te hoge RV in het dichte leliegewas en daardoor een slecht microklimaat tijdens de teelt in de kas. Het doel van dit project was om het microklimaat in een leliegewas in najaar, winter en voorjaar te verbeteren door opgewarmde buitenlucht met behulp van luchtslangen in het gewas te blazen. Daarnaast werd onderzocht of hiermee energie is te besparen. Deze teeltwijze wordt “het nieuwe telen genoemd”. “Het nieuwe telen”, hierna te noemen HNT, is een verzamelnaam voor een nieuwe manier van telen om energie te besparen in de glastuinbouw. Het inblazen van droge opgewarmde buitenlucht is hierbij een van de belangrijkste maatregelen. Ook het onderdoor water geven in plaats van beregenen is een manier om de warmtevraag te verminderen. Het inblazen van opgewarmde buitenlucht maakt het mogelijk om het schermdoek ’s nachts gesloten te houden. Een minimum buis in het gewas kan vervangen worden door het inblazen van opgewarmde droge buitenlucht waardoor het microklimaat in het gewas verbetert.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2011

    Het nieuwe telen in lelie : praktijkproef energiezuinig klimaat in de broei van lelie

    Veel leliekwekers hebben in het najaar, winter en voorjaar blad- en kwaliteitsproblemen en slappe stelen in lelies. De kwaliteitsproblemen bestaan uit grote slappe bladeren die gevoelig zijn voor bladverbranding tijdens de teelt en papierblad na de oogst. Deze problemen worden veroorzaakt door een te hoge RV in het dichte leliegewas en daardoor een slecht microklimaat tijdens de teelt in de kas. Het doel van dit project was om het microklimaat in een leliegewas in najaar, winter en voorjaar te verbeteren door opgewarmde buitenlucht met behulp van luchtslangen in het gewas te blazen. Daarnaast werd onderzocht of hiermee energie is te besparen. Deze teeltwijze wordt “het nieuwe telen genoemd”. “Het nieuwe telen”, hierna te noemen HNT, is een verzamelnaam voor een nieuwe manier van telen om energie te besparen in de glastuinbouw. Het inblazen van droge opgewarmde buitenlucht is hierbij een van de belangrijkste maatregelen. Ook het onderdoor water geven in plaats van beregenen is een manier om de warmtevraag te verminderen. Het inblazen van opgewarmde buitenlucht maakt het mogelijk om het schermdoek ’s nachts gesloten te houden. Een minimum buis in het gewas kan vervangen worden door het inblazen van opgewarmde droge buitenlucht waardoor het microklimaat in het gewas verbetert.

  • project

    Monitoring van huidmondjesopening; sturen op laag energieverbruik zonder over de grens te gaan: Kas als energiebron

    Met inzicht in de huidmondjesdynamiek kan effectiever gestuurd worden op een optimale productie met een zo laag mogelijk energieverbruik: Niet meer verdamping / luchtbevochtiging dan nodig, maar voldoende huidmondjesgeleidbaarheid om licht, CO2 en warmte goed te kunnen benutten. Het goed kunnen bepalen van de huidmondjes-geleidbaarheid in een kas blijkt nog altijd een grote uitdaging. Veel factoren hebben invloed: VPD, convectieve warmteoverdracht tussen blad en kaslucht, instraling, lichtkleur, CO2 en vocht- en EC-status in het substraat. Dit onderzoek draait om momentaan inzicht verkrijgen in het huidmondjesgedrag, met een focus op middelmatig en laag verdampende gewassen. De huidmondjesstand laat zien of de fotosynthese al dan niet belemmerd wordt. Inzicht hierin geeft een verbetering van de licht- en CO2-benutting door actie te ondernemen als huidmondjes sluiten. Of juist het voorkomen van overmatige luchtbevochtiging in de winter. Ook kan het bekende huidmondjesprobleem zoals bij in de winter geteelde rozen en lelie (‘papierblad’) - slechte houdbaarheid door niet sluitende huidmondjes op de vaas - vroegtijdig signaleren. Het doel van dit project is de ontwikkeling van een robuuste, betrouwbare en betaalbare methode om huidmondjesopening in een kassituatie vast te stellen. De methode wordt getoetst bij twee gewassen: een middelmatig verdampend gewas (paprika) en een laagverdampend gewas (anthurium).

  • project

    Monitoring van huidmondjesopening; sturen op laag energieverbruik zonder over de grens te gaan: Kas als energiebron

    Met inzicht in de huidmondjesdynamiek kan effectiever gestuurd worden op een optimale productie met een zo laag mogelijk energieverbruik: Niet meer verdamping / luchtbevochtiging dan nodig, maar voldoende huidmondjesgeleidbaarheid om licht, CO2 en warmte goed te kunnen benutten. Het goed kunnen bepalen van de huidmondjes-geleidbaarheid in een kas blijkt nog altijd een grote uitdaging. Veel factoren hebben invloed: VPD, convectieve warmteoverdracht tussen blad en kaslucht, instraling, lichtkleur, CO2 en vocht- en EC-status in het substraat. Dit onderzoek draait om momentaan inzicht verkrijgen in het huidmondjesgedrag, met een focus op middelmatig en laag verdampende gewassen. De huidmondjesstand laat zien of de fotosynthese al dan niet belemmerd wordt. Inzicht hierin geeft een verbetering van de licht- en CO2-benutting door actie te ondernemen als huidmondjes sluiten. Of juist het voorkomen van overmatige luchtbevochtiging in de winter. Ook kan het bekende huidmondjesprobleem zoals bij in de winter geteelde rozen en lelie (‘papierblad’) - slechte houdbaarheid door niet sluitende huidmondjes op de vaas - vroegtijdig signaleren. Het doel van dit project is de ontwikkeling van een robuuste, betrouwbare en betaalbare methode om huidmondjesopening in een kassituatie vast te stellen. De methode wordt getoetst bij twee gewassen: een middelmatig verdampend gewas (paprika) en een laagverdampend gewas (anthurium).

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit
    2007

    Bedrijfseconomisch beslismodel voor belichting en kasverwarming bij de leliebroei : energie-efficiënter broeien door een hogere kastemperatuur

    De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan het zoeken van de beste belichting van lelies om goede takkwaliteit te kunnen leveren en om problemen als papierblad te voorkomen. Vanuit onderzoek is bekend dat ieder lichtniveau een andere bijbehorende optimale kastemperatuur heeft. De kastemperatuur is van belang voor de groeiduur. De hoge energieprijzen maken het noodzakelijk om lelies, van goede kwaliteit, zo energie-efficiënt mogelijk te produceren. Als de relaties bekend zijn tussen lichtniveau, belichtingsduur, kastemperatuur en takkwaliteit, kan een bedrijfseconomisch beslismodel gemaakt worden waarmee kwekers in verschillende jaargetijden kunnen bepalen welk licht- en temperatuurregime de beste takkwaliteit geeft tegen zo laag mogelijke energiekosten. Eerder onderzoek in de wintermaanden naar de effecten van verschillende kastemperaturen en van verschillende lichtniveaus en belichtingsduur op de takkwaliteit van lelies gaf onvoldoende basis voor een bedrijfseconomisch beslismodel. Doel van dit onderzoek was dan ook om voor de leliegroepen Oriëntals, Aziaten en Longiflorums het verband in kaart te brengen tussen lichtniveau, belichtingsduur, kastemperatuur en takkwaliteit. En om op basis daarvan een bedrijfseconomisch beslismodel te construeren waarmee kwekers de juiste keuzes kunnen maken om kwalitatief goede lelies tegen zo laag mogelijke (energie)kosten te produceren. Hiertoe zijn 2 proeven opgezet (ingehaald op 15 oktober en 3 januari). In de eerste proef zijn in 4 kasruimtes, elk met een andere temperatuur, 4 cultivars onder 9 verschillende lichtniveaus gedurende 16 uur belicht. In de tweede proef zijn de 4 cultivars onder de 9 verschillende lichtniveaus in elke kasruimte belicht met een andere belichtingsduur. De temperatuur werd hierbij constant gehouden. Ter beoordeling van de takkwaliteit zijn o.a. takgewicht, taklengte, stevigheid, knoplengte, aantal goede knoppen, takken met zijknoppen en de houdbaarheid bepaald. De data zijn statistisch geanalyseerd en van de relevante verbanden tussen de variabelen zijn formules opgesteld. Met rekenmodellen van PPO/WUR zijn per belichtings- en temperatuursscenario het gas- en elektraverbruik en de vaste kosten per tak berekend. Het geheel is samengevat in een rekenmodel. Dit beslismodel is opgezet met als principe dat eerst de voor de markt minimale takkwaliteit wordt bepaald en vervolgens wordt berekend bij welke belichtings- en temperatuursinstellingen deze kwaliteit bij de laagste kosten kan worden gerealiseerd. De uitkomsten van het model geven aan dat bij toenemende kastemperatuur de groeiduur zo sterk wordt verkort, dat er daardoor meer wordt bespaard op de kosten voor belichting dan er aan extra kosten voor hogere kastemperatuur worden gemaakt. Ook in Joules (primaire energie) uitgedrukt wordt er dan energiezuiniger geproduceerd. Andere uitkomsten zijn dat er bij extreem lang belichten, 20 uur/dag, een extra groeiduurverkorting optreedt. Om een hogere lichtsom per dag te realiseren is in het algemeen langer belichten goedkoper dan sterker belichten. Met het model kunnen verschillende scenario’s worden doorberekend waarna de resulterende takkwaliteit kan worden vergeleken met de kosten per tak. Op deze wijze kan de kweker het meest gunstige scenario kiezen. In het eindrapport worden hiervan een aantal voorbeelden gegeven. De uitkomsten worden weergegeven in tabellen en een aantal figuren.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007

    Bedrijfseconomisch beslismodel voor belichting en kasverwarming bij de leliebroei : energie-efficiënter broeien door een hoge kastemperatuur

    De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan het zoeken van de beste belichting van lelies om goede takkwaliteit te kunnen leveren en om problemen als papierblad te voorkomen. Vanuit onderzoek is bekend dat ieder lichtniveau een andere bijbehorende optimale kastemperatuur heeft. De kastemperatuur is van belang voor de groeiduur. De hoge energieprijzen maken het noodzakelijk om lelies, van goede kwaliteit, zo energie-efficiënt mogelijk te produceren. Als de relaties bekend zijn tussen lichtniveau, belichtingsduur, kastemperatuur en takkwaliteit, kan een bedrijfseconomisch beslismodel gemaakt worden waarmee kwekers in verschillende jaargetijden kunnen bepalen welk licht- en temperatuurregime de beste takkwaliteit geeft tegen zo laag mogelijke energiekosten. Eerder onderzoek in de wintermaanden naar de effecten van verschillende kastemperaturen en van verschillende lichtniveaus en belichtingsduur op de takkwaliteit van lelies gaf onvoldoende basis voor een bedrijfseconomisch beslismodel. Doel van dit onderzoek was dan ook om voor de leliegroepen Oriëntals, Aziaten en Longiflorums het verband in kaart te brengen tussen lichtniveau, belichtingsduur, kastemperatuur en takkwaliteit. En om op basis daarvan een bedrijfseconomisch beslismodel te construeren waarmee kwekers de juiste keuzes kunnen maken om kwalitatief goede lelies tegen zo laag mogelijke (energie)kosten te produceren. Hiertoe zijn 2 proeven opgezet (ingehaald op 15 oktober en 3 januari). In de eerste proef zijn in 4 kasruimtes, elk met een andere temperatuur, 4 cultivars onder 9 verschillende lichtniveaus gedurende 16 uur belicht. In de tweede proef zijn de 4 cultivars onder de 9 verschillende lichtniveaus in elke kasruimte belicht met een andere belichtingsduur. De temperatuur werd hierbij constant gehouden. Ter beoordeling van de takkwaliteit zijn o.a. takgewicht, taklengte, stevigheid, knoplengte, aantal goede knoppen, takken met zijknoppen en de houdbaarheid bepaald. De data zijn statistisch geanalyseerd en van de relevante verbanden tussen de variabelen zijn formules opgesteld. Met rekenmodellen van PPO/WUR zijn per belichtings- en temperatuursscenario het gas- en elektraverbruik en de vaste kosten per tak berekend. Het geheel is samengevat in een rekenmodel. Dit beslismodel is opgezet met als principe dat eerst de voor de markt minimale takkwaliteit wordt bepaald en vervolgens wordt berekend bij welke belichtings- en temperatuursinstellingen deze kwaliteit bij de laagste kosten kan worden gerealiseerd. De uitkomsten van het model geven aan dat bij toenemende kastemperatuur de groeiduur zo sterk wordt verkort, dat er daardoor meer wordt bespaard op de kosten voor belichting dan er aan extra kosten voor hogere kastemperatuur worden gemaakt. Ook in Joules (primaire energie) uitgedrukt wordt er dan energiezuiniger geproduceerd. Andere uitkomsten zijn dat er bij extreem lang belichten, 20 uur/dag, een extra groeiduurverkorting optreedt. Om een hogere lichtsom per dag te realiseren is in het algemeen langer belichten goedkoper dan sterker belichten. Met het model kunnen verschillende scenario’s worden doorberekend waarna de resulterende takkwaliteit kan worden vergeleken met de kosten per tak. Op deze wijze kan de kweker het meest gunstige scenario kiezen. In het eindrapport worden hiervan een aantal voorbeelden gegeven. De uitkomsten worden weergegeven in tabellen en een aantal figuren.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector Bloembollen
    2006

    Voorbehandeling lelie met BVB

    BVB is een voorbehandelingsmiddel o.a. voor bolbloemen dat in de loop van 2006 op de markt komt. Een voorbehandeling met BVB kan schadelijk zijn voor rose Oriëntals. De schade die kan ontstaan, bestaat uit het moeilijk openkomen van de bloemen, bloemverbleking, slappe bladeren en bladval. Oplosmiddelen in BVB zijn volgens Pokon & Chrysal de veroorzaker van de schade in lelie. Daarom werd in dit onderzoek een formulering van BVB zonder oplosmiddel getest in lelies. In een andere proef werd onderzocht of de schadelijke bijwerkingen van BVB verdwijnen door menging van BVB met AVB. Een voorbehandeling van enkele uren is al voldoende maar in dit onderzoek werden de lelies uit verschillende leliegroepen gedurende 48 uur voorbehandeld op BVB omdat dit in de praktijk voor kan komen. Als een voorbehandeling van 48 uur geen problemen oplevert is de praktijk bereid om dit middel in lelie te gaan gebruiken en zal een voorbehandelingsduur van 4 uur zeker geen schade opleveren.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2006

    Voorbehandeling lelie met BVB

    BVB is een voorbehandelingsmiddel o.a. voor bolbloemen dat in de loop van 2006 op de markt komt. Een voorbehandeling met BVB kan schadelijk zijn voor rose Oriëntals. De schade die kan ontstaan, bestaat uit het moeilijk openkomen van de bloemen, bloemverbleking, slappe bladeren en bladval. Oplosmiddelen in BVB zijn volgens Pokon & Chrysal de veroorzaker van de schade in lelie. Daarom werd in dit onderzoek een formulering van BVB zonder oplosmiddel getest in lelies. In een andere proef werd onderzocht of de schadelijke bijwerkingen van BVB verdwijnen door menging van BVB met AVB. Een voorbehandeling van enkele uren is al voldoende maar in dit onderzoek werden de lelies uit verschillende leliegroepen gedurende 48 uur voorbehandeld op BVB omdat dit in de praktijk voor kan komen. Als een voorbehandeling van 48 uur geen problemen oplevert is de praktijk bereid om dit middel in lelie te gaan gebruiken en zal een voorbehandelingsduur van 4 uur zeker geen schade opleveren.

1 2 3