• artikel
    BloembollenVisie 336: 22 - 23
    2015

    Rooitraject medebepalend voor broeikwaliteit

    Nu het rooiseizoen is begonnen, komen weer veel leliebollen in de schuur. Voor een goed eindresultaat verderop in de keten is er een aantal aandachtspunten dat leliebedrijven goed in de gaten moeten houden. Beschadiging, bewaring en rooitijdstip hebben een belangrijke invloed op het uiteindelijke broeiresultaat.

  • rapport
    Ziekten en afwijkingen bij bolgewassen
    2000
  • rapport
    Laboratorium voor Bloembollenonderzoek
    2000
  • rapport
    Laboratorium voor Bloembollenonderzoek
    1983
  • artikel
    BloembollenVisie 384: 52 - 55
    2017
  • rapport
    Best practices gewasbescherming : actualisatie 2006
    2007
  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007
  • rapport
    Laboratorium voor Bloembollenonderzoek
    1999
  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007

    Maatregelen duurzame gewasbescherming : actualisatie 2007 : bloembollen

    Dit document beschrijft de maatregelen duurzame gewasbescherming voor de bloembollen. Voor de andere plantaardige sectoren zijn gelijksoortige documenten beschikbaar. Ook zijn de maatregelen digitaal beschikbaar via www. gewasbeschermingsmaatregelen.nl

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007

    Maatregelen duurzame gewasbescherming : actualisatie 2007 : bloembollen

    Dit document beschrijft de maatregelen duurzame gewasbescherming voor de bloembollen. Voor de andere plantaardige sectoren zijn gelijksoortige documenten beschikbaar. Ook zijn de maatregelen digitaal beschikbaar via www. gewasbeschermingsmaatregelen.nl

  • artikel
    Greenity : voor ondernemers met ambitie 74: 46 - 49
    2020

    Teeltadvies

    Samengesteld door de adviseurs van Delphy: vaste planten, grassen, helleborus, sedum, lelie, hyacint, krokus, anemone blanda, gladiool, tulp, narcis en algemeen.

  • artikel
    Greenity : voor ondernemers met ambitie 47: 62 - 65
    2019

    Teeltadvies

    Samengesteld door de adviseurs van Delphy: vaste planten, aster, grassen, filipendula, lelie, hyacint, tulp, iris, gladiool, narcis, bodem/bemesting en techniek.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V., Sector Bloembollen
    2001
  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2001
  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007

    Best practices gewasbescherming : actualisatie 2006

    De best practices gewasbescherming zijn in 2004 opgesteld door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) en in 2006 voor de eerste keer geactualiseerd in samenwerking met LTO. De best practices gewasbescherming zijn in 2004 gedefinieerd als de belangrijkste geïntegreerde gewasbeschermingsmaatregelen die potentieel een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verlagen van de milieubelasting maar die nog niet (breed) in de praktijk zijn verspreid. Vrijwel alle best practices kennen nog belemmeringen. Het wegnemen van belemmeringen (door o.a. onderzoek en voorlichting) is belangrijk om de maatregelen toegepast te krijgen en voor het boeken van milieuwinst. Bij de actualisatie bleek deze definitie niet goed werkbaar. Daarom is de definitie van de best practices aangepast en ingepast in het grotere geheel van alle gewasbeschermingsmaatregelen. De best practices zijn nu gedefinieerd als de maatregelen waar een ontwikkeltraject met onderzoek/ontwikkelaar en praktijk gaande of mogelijk is, en die een aanwijsbare bijdrage aan het verlagen van milieubelasting en/of ontwikkeling duurzame gewasbescherming hebben en die nog belemmeringen (kosten, arbeid, risico, kennis) kennen. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van definitieve recepten om maatregelen toe te passen vanuit een bestaand conceptrecept.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007

    Best practices gewasbescherming : actualisatie 2006

    De best practices gewasbescherming zijn in 2004 opgesteld door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) en in 2006 voor de eerste keer geactualiseerd in samenwerking met LTO. De best practices gewasbescherming zijn in 2004 gedefinieerd als de belangrijkste geïntegreerde gewasbeschermingsmaatregelen die potentieel een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verlagen van de milieubelasting maar die nog niet (breed) in de praktijk zijn verspreid. Vrijwel alle best practices kennen nog belemmeringen. Het wegnemen van belemmeringen (door o.a. onderzoek en voorlichting) is belangrijk om de maatregelen toegepast te krijgen en voor het boeken van milieuwinst. Bij de actualisatie bleek deze definitie niet goed werkbaar. Daarom is de definitie van de best practices aangepast en ingepast in het grotere geheel van alle gewasbeschermingsmaatregelen. De best practices zijn nu gedefinieerd als de maatregelen waar een ontwikkeltraject met onderzoek/ontwikkelaar en praktijk gaande of mogelijk is, en die een aanwijsbare bijdrage aan het verlagen van milieubelasting en/of ontwikkeling duurzame gewasbescherming hebben en die nog belemmeringen (kosten, arbeid, risico, kennis) kennen. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van definitieve recepten om maatregelen toe te passen vanuit een bestaand conceptrecept.

  • rapport
    Bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden in de bloementeelt
    1985
  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2009

    Maatregelen duurzame gewasbescherming : actualisatie 2009

    Het ministerie van LNV heeft PPO in het kader van het convenant gewasbescherming gevraagd om inzicht te geven in de maatregelen die bijdragen aan het verlagen van de milieubelasting en het stimuleren van geïntegreerde gewasbescherming. Dit traject is in 2004 begonnen. Een eerste actualisatie met aanpassing heeft plaatsgevonden in 2006 en 2007. Daarna wordt de set twee-jaarlijks geactualiseerd. Hier ligt de actualisatie 2009. Hierbij kort een uitleg over het gevolgde traject. 2004.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2009

    Maatregelen duurzame gewasbescherming Actualisatie 2009

    Het ministerie van LNV heeft PPO in het kader van het convenant gewasbescherming gevraagd om inzicht te geven in de maatregelen die bijdragen aan het verlagen van de milieubelasting en het stimuleren van geïntegreerde gewasbescherming. Dit traject is in 2004 begonnen. Een eerste actualisatie met aanpassing heeft plaatsgevonden in 2006 en 2007. Daarna wordt de set twee-jaarlijks geactualiseerd. Hier ligt de actualisatie 2009. Hierbij kort een uitleg over het gevolgde traject. 2004.