• factsheet
    Horti-Consult
    2006

    Koolvlieg : Delia radicum

    Vliegen behoren tot de zeer grote orde van de tweevleugelige (Diptera). Slechts enkele soorten daarvan geven schade aan planten. Van deze schadelijke soorten is de koolvlieg Delia radicum wereldwijd een belangrijk plaagorganisme. De larven hiervan veroorzaken schade in allerlei koolgewassen.

  • rapport
    PPO 567.
    2003

    Koolvlieg en stromijt in radijs : onderzoek naar biologische en geïntegreerde bestrijding van koolvlieg, 'Delia radicum', en stromijt, 'Tyrophagus similis' in radijs

    Door het verdwijnen van bodeminsecticiden in de radijsteelt onder glas, kunnen ernstige problemen ontstaan met koolvlieg en stromijt. Maden van de koolvlieg geven vraatschade in de radijsknollen en stromijten kunnen uitval van kiemplanten veroorzaken. In dit driejarig onderzoeksproject is gekeken naar biologische en geïntegreerde bestrijding in de radijsteelt onder glas. Bij koolvlieg zijn de mogelijkheden onderzocht van bestrijding met repellente stoffen, zaadcoating en natuurlijke vijanden. Bij stromijt is de populatiedynamica en biologische bestrijding onderzocht in combinatie met verschillende bodemsamenstellingen

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2003

    Koolvlieg en stromijt in radijs : onderzoek naar biologische en geïntegreerde bestrijding van koolvlieg, 'Delia radicum', en stromijt, 'Tyrophagus similis' in radijs

    Door het verdwijnen van bodeminsecticiden in de radijsteelt onder glas, kunnen ernstige problemen ontstaan met koolvlieg en stromijt. Maden van de koolvlieg geven vraatschade in de radijsknollen en stromijten kunnen uitval van kiemplanten veroorzaken. In dit driejarig onderzoeksproject is gekeken naar biologische en geïntegreerde bestrijding in de radijsteelt onder glas. Bij koolvlieg zijn de mogelijkheden onderzocht van bestrijding met repellente stoffen, zaadcoating en natuurlijke vijanden. Bij stromijt is de populatiedynamica en biologische bestrijding onderzocht in combinatie met verschillende bodemsamenstellingen

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2014

    Bestrijding late koolvlieg in spruitkool 2013

    Schade door aantasting van de made van de koolvlieg (Delia radicum) is een belangrijke plaag in de teelt van spruitkool. Proeftuin Zwaagdijk heeft in 2013 in opdracht van telers via het Productschap Tuinbouw twee proeven tegen de made van de koolvlieg in spruitkool uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was het beoordelen van de effectiviteit en selectiviteit van verschillende middelen ter bestrijding van de aantasting door de late koolvlieg in spruitkool.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2012

    Bestrijding late koolvlieg in spruitkool in 2011-2012

    Schade door aantasting van de made van de koolvlieg (Delia radicum) is een belangrijke plaag in de teelt van spruitkool. Proeftuin Zwaagdijk heeft in 2011 en 2012 in twee proeven tegen vraat in de spruiten door de made van de koolvlieg (Delia brassicae) in spruitkool uitgevoerd. Het onderzoek was een vervolg op eerder onderzoek in 2009 en 2010. Het doel van dit onderzoek is het beoordelen van de effectiviteit en selectiviteit van verschillende middelen ter bestrijding van de aantasting door de late koolvlieg. De proeven werden in 2011 uitgevoerd in Rijsbergen en Woubrugge en in 2012 in Rijsbergen en Zevenhuizen.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2015

    Bestrijding late koolvlieg & trips in spruitkool 2015

    Schade door aantasting van trips (Thrips tabaci) en de made van de koolvlieg (Delia radicum) zijn de belangrijkste plagen in de teelt van spruitkool. Het onderzoek sloot aan bij proeven in voorgaande jaren naar de bestrijding van late koolvlieg in spruitkool.. Het doel van dit onderzoek is het beoordelen van de effectiviteit van verschillende spuitschema’s ter bestrijding van de aantasting door de late koolvlieg en trips. In enkele schema’s werd het gebruik van pyrethroïden uitgesloten om natuurlijke vijanden te sparen.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2011

    Bestrijding late koolvlieg in spruitkool in 2009 en 2010

    Schade door aantasting van de made van de koolvlieg (Delia radicum) is een belangrijke plaag in de teelt van spruitkool. Proeftuin Zwaagdijk heeft in 2009 en 2010 in opdracht van telers via het Productschap Tuinbouw vier proeven tegen de made van de koolvlieg in spruitkool uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was het beoordelen van de effectiviteit en selectiviteit van verschillende middelen ter bestrijding van de aantasting door de late koolvlieg in spruitkool.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2007
  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2007
  • artikel
    Coordinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt 18 april: 1
    2012

    Planten beschermen tegen koolvlieg

    De eerste koolvliegen zijn al terug actief, hoewel het koude weer hun activiteit momenteel wel vertraagt. Om plantuitval door de maden van de koolvlieg te voorkomen, moeten koolplanten al voor het uitplanten beschermd worden. Biologische telers hebben hiervoor twee opties: afdekken of een plantbakbehandeling met Spinosad.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2007

    Bestrijding late koolvlieg in spruitkool

    In spruitkool is de late koolvlieg een specifiek probleem, omdat er ook eitjes afgezet worden onder de buitenste blaadjes van de zich ontwikkelende spruitjes. Enkele aangetaste spruiten vervuilen bij de oogst relatief grote partijen. Uit de literatuurstudie kwam naar voren dat door verschillende maatregelen toe te passen er wel een reductie in aantasting kan worden bewerkstelligd. Ten eerste is het telen van een minder gevoelig ras van belang. Het reduceren van het sulfaatgehalte in de bodem bij een voldoende stikstofvoorziening kan mogelijk ook de eileg reduceren. Het toepassen van ondergroei met klaver of een verregaande vorm van mengteelt reduceert de aantasting aanzienlijk, maar is economisch niet rendabel. Het tijdig signaleren van de koolvlieg met geurvallen en ondersteuning van een computermodel in combinatie met een effectief vliegdodend middel, is op dit moment de beste methode voor een effectieve bestrijding.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2008

    Bestrijding late koolvlieg in Chinese kool 2006-2007

    Schade door aantasting van de made van de koolvlieg (Delia radicum) is als knelpunt aangemerkt in de teelt van Chinese kool. Zeker omdat het middel Birlane (chloorfenvinfos) europees niet wordt verdedigd. Hierdoor is de toelating van dit middel 30 juni 2007 vervallen. Doordat Dimethoaat vanaf 2004 niet meer mag worden toegepast is het koolvlieg probleem extra urgent. Daarom is in opdracht de gewaswerkgroep kleine gewassen van LTO-groeiservice onderzoek opgestart naar alternatieven om de gewasaantasting door de late koolvlieg te bestrijden. Het onderzoek richtte zich in 2006 op verschillende gewasbehandelingen. Op verzoek van de begeleidingscommissie (de werkgroep kleine gewassen) werd in 2007 eveneens de effectiviteit van Mundial zaadcoating en Phyto-drip en een plantbakbehandeling tegen uitval na het planten in het onderzoek opgenomen. De twee proeven die jaarlijks werden uitgevoerd werden matig tot zwaar aangetast. De proeven werden in Rijsbergen (NB), Zeeland (NB), Valthermond (Dr) en Sevenum (L) aangelegd.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2015

    Bestrijding late koolvlieg in spruitkool 2014

    Het doel van dit project betreft het beoordelen van de effectiviteit en selectiviteit van verschillende middelen tegen de made van de koolvlieg in spruitkool.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Business Unit Glastuinbouw
    2004

    Chemische en biologische bestrijding van koolvlieg in radijs

    Koolvlieg, Delia radicum, kan vooral in het voorjaar behoorlijke schade geven in de teelt van radijs. De maden van deze vlieg vreten gangetjes in de radijsknollen, waardoor deze onverkoopbaar worden. In dit onderzoek is gekeken naar de biologische en chemische bestrijding van koolvlieg. Voor de biologische bestrijding van koolvlieg was de aandacht gericht op bodemroofmijten en organische materialen. Uit eerder onderzoek van PPO is naar voren gekomen dat bodemroofmijten een belangrijke rol kunnen spelen bij de bestrijding van koolvlieg. In dit onderzoek is gekeken naar de effecten van organische materialen op koolvlieg en de natuurlijke vijanden (bodempredatoren) van koolvlieg. In 2003 werden op een radijsbedrijf drie soorten organische materialen in twee doseringen door de grond gemengd. Daarnaast werd de roofmijt Hypoaspis miles toegediend. In dit experiment kwam overduidelijk naar voren dat vers organisch materiaal de aantasting door koolvlieg bevordert. Natuurcompost was het meest aantrekkelijk en werd gevolgd door vers turfstrooisel. Cocos had daarentegen geen effect op koolvlieg. De verhoogde koolvliegaantasting werd alleen gevonden bij vers organisch materiaal. Er werd géén gunstig effect van de organische materialen op de overleving of populatiedichtheid van bodemroofmijten waargenomen. Hypoaspis miles werd tot 17 weken na het uitzetten in de bodem teruggevonden, maar de aantallen waren lager dan de van nature voorkomende roofmijt Macrochelus robustulus. Uiteindelijk was Hypoaspis niet meer terug te vinden. De roofmijt M. robustulus is vanuit de literatuur bekend als predator van vliegeneieren en heeft daarmee potentie als biologische bestrijder van koolvlieg. Voor de chemische bestrijding was de aandacht gericht op nieuwe middelen met een lage milieubelasting. In het laboratorium zijn zes middelen getest op hun effectiviteit tegen koolvlieglarven. Het huidige voor de radijsteelt toegestane middel Birlane (chloorfenvinfos) gaf in laboratoriumproeven als enige middel een volledige bestrijding van het tweede larvale stadium van koolvlieg. Een tiende van de toegestane dosering van deze stof had nog steeds een bestrijdend effect op koolvlieg. Daarnaast liet het middel spinosad goede effecten op koolvlieglarven zien.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2004

    Chemische en biologische bestrijding van koolvlieg in radijs

    Koolvlieg, Delia radicum, kan vooral in het voorjaar behoorlijke schade geven in de teelt van radijs. De maden van deze vlieg vreten gangetjes in de radijsknollen, waardoor deze onverkoopbaar worden. In dit onderzoek is gekeken naar de biologische en chemische bestrijding van koolvlieg. Voor de biologische bestrijding van koolvlieg was de aandacht gericht op bodemroofmijten en organische materialen. Uit eerder onderzoek van PPO is naar voren gekomen dat bodemroofmijten een belangrijke rol kunnen spelen bij de bestrijding van koolvlieg. In dit onderzoek is gekeken naar de effecten van organische materialen op koolvlieg en de natuurlijke vijanden (bodempredatoren) van koolvlieg. In 2003 werden op een radijsbedrijf drie soorten organische materialen in twee doseringen door de grond gemengd. Daarnaast werd de roofmijt Hypoaspis miles toegediend. In dit experiment kwam overduidelijk naar voren dat vers organisch materiaal de aantasting door koolvlieg bevordert. Natuurcompost was het meest aantrekkelijk en werd gevolgd door vers turfstrooisel. Cocos had daarentegen geen effect op koolvlieg. De verhoogde koolvliegaantasting werd alleen gevonden bij vers organisch materiaal. Er werd géén gunstig effect van de organische materialen op de overleving of populatiedichtheid van bodemroofmijten waargenomen. Hypoaspis miles werd tot 17 weken na het uitzetten in de bodem teruggevonden, maar de aantallen waren lager dan de van nature voorkomende roofmijt Macrochelus robustulus. Uiteindelijk was Hypoaspis niet meer terug te vinden. De roofmijt M. robustulus is vanuit de literatuur bekend als predator van vliegeneieren en heeft daarmee potentie als biologische bestrijder van koolvlieg. Voor de chemische bestrijding was de aandacht gericht op nieuwe middelen met een lage milieubelasting. In het laboratorium zijn zes middelen getest op hun effectiviteit tegen koolvlieglarven. Het huidige voor de radijsteelt toegestane middel Birlane (chloorfenvinfos) gaf in laboratoriumproeven als enige middel een volledige bestrijding van het tweede larvale stadium van koolvlieg. Een tiende van de toegestane dosering van deze stof had nog steeds een bestrijdend effect op koolvlieg. Daarnaast liet het middel spinosad goede effecten op koolvlieglarven zien.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2015

    Bestrijding late koolvlieg in Chinese kool 2014

    Het doel van dit project betreft het beoordelen van de effectiviteit en selectiviteit van verschillende middelen tegen de made van de late koolvlieg in Chinese kool.

  • rapport
    Proeftuin Zwaagdijk
    2008

    Bestrijding late koolvlieg in spitskool ’06-‘07

    Inperking van het assortiment gewasbeschermingsmiddelen en het achterwege blijven van effectieve nieuwe middelen kan ernstige schade door insecten in koolgewassen tot gevolg hebben. De late vluchten van de koolvlieg veroorzaken niet alleen schade in spruitkool, maar ook in steeds ergere mate in sluitkool en met name spitskool en savooie kool. Na het 15e bladstadium mag dimethoaat niet meer worden gebruikt. Decis Micro is een zwak middel tegen late koolvlieg en Karate heeft hierop een nevenwerking. Door slechts enkele middelen in te zetten wordt resistentie in de hand gewerkt. Het doel van het onderzoek dat Proeftuin Zwaagdijk in 2006 en 2007 heeft uitgevoerd in opdracht van de landelijke gewascommissie sluitkool van LTO-Groeiservice is het vinden van de meest effectieve gewasbehandeling om late koolvlieg te bestrijden door bestaande en experimentele middelen met elkaar te vergelijken.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, AGV
    2007

    Bestrijding late koolvlieg in spruitkool : projecteindrapport

    In spruitkool is de late koolvlieg een specifiek probleem, omdat er ook eitjes afgezet worden onder de buitenste blaadjes van de zich ontwikkelende spruitjes. Enkele aangetaste spruiten vervuilen bij de oogst relatief grote partijen. Uit de literatuurstudie kwam naar voren dat door verschillende maatregelen toe te passen er wel een reductie in aantasting kan worden bewerkstelligd. Ten eerste is het telen van een minder gevoelig ras van belang. Het reduceren van het sulfaatgehalte in de bodem bij een voldoende stikstofvoorziening kan mogelijk ook de eileg reduceren. Het toepassen van ondergroei met klaver of een verregaande vorm van mengteelt reduceert de aantasting aanzienlijk, maar is economisch niet rendabel. Het tijdig signaleren van de koolvlieg met geurvallen en ondersteuning van een computermodel in combinatie met een effectief vliegdodend middel, is op dit moment de beste methode voor een effectieve bestrijding.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2009
  • artikel
    WUR_staff repository
    2008
1 2 3 ... 5