Doelen en dialogen: het Markemodel voor toekomstbestendige landbouw
Regio
Achterhoek
Onderwerp
doelgericht beleid, duurzame melkveehouderij
Interessant voor
melkveehouders, beleidsmakers, akkerbouwers
Vanuit het GLB zijn in 2021 22 nieuwe projecten gestart, die eind dit jaar zullen aflopen. Deze GLB-pilots zijn proefprojecten binnen het landbouwbeleid van de Europese Unie die het mogelijk maken nieuwe, innovatieve ideeën en projecten te testen en te ontwikkelen. Groen Kennisnet gaat de komende maanden langs bij verschillende projectleiders en deelnemers om deze pilots in het zonnetje te zetten. Deze keer delen IJsbrand Snoeij en Arie Schoenmaker hun ervaringen van deze succesvolle pilot.
“Je ziet dat het werkt. Bij de boeren bij wie individuele bedrijfsplannen zijn opgesteld zijn de doelen behaald bij om en nabij 33 van de 35 bedrijven.”
Van middelen- naar waardengericht
In een tijd waarin de Nederlandse landbouw onder druk staat, biedt het innovatieve Markemodel een nieuwe benadering. Dit waarden-gedreven model stelt boeren, overheden en ketenpartijen in staat om gezamenlijk doelen te formuleren en verantwoordelijkheid te delen. Snoeij vertelt dat het model eigenlijk is ontstaan uit de vraag: Waar hebben boeren nou eigenlijk last van als het gaat om bedrijfsvoering? "De regels zijn vaak te generiek, wat verduurzaming in de weg staat. De doelen kunnen ook op een andere manier, op een eigen manier, behaald worden als we er de ruimte voor krijgen”. Door meer op doelen te sturen, wordt de weg naar duurzame landbouw geopend. Met een focus op leren en ontwikkeling creëert het Markemodel ruimte voor vakmanschap en innovatie, wat cruciaal is voor de toekomst van de sector.
Historie en innovatie: Markemodel in de landbouw
De oorsprong van het Markemodel ligt in de 12e eeuw, toen boeren in de Achterhoek de “Marke” oprichtten om hun belangen te beschermen. De huidige pilot blies het historische markemodel een nieuw leven in, dit keer bestaande uit de Markeraad en de Boerenraad. De Markeraad initieert de regionale dialoog en stelt doelen voor, terwijl de Boerenraad, samengesteld uit gelote boeren, invloed uitoefent op de uitvoering. Alle betrokkenen bereiken afspraken over gemeenschappelijke doelen zoals schone lucht, schoon water en een gezond, biodivers landschap.
Het moderne Markemodel
Het moderne Markemodel is een waarden-gedreven model dat leren en ontwikkelen centraal stelt. In plaats van een systeem-gestuurd model, legt het de focus op een dialoog over doelen, beloningen en faciliteiten. Snoeij vertelt over de dialogen die de basis vormen van deze pilot: “We hebben vier dialogen gehad. De eerste dialoog die we hadden, was bedoeld om doelen over te dragen aan de boeren, hierin waren de beleidsmakers dus de eisende partijen. De boeren konden dan vragen stellen, wat leidde tot een verdiepend en lerend gesprek. De tweede dialoog is een ‘deal-dialoog’ waarin de boeren de vragende partij zijn, zo zijn we tot gebiedsafspraken gekomen. Dan krijg je een plan. Vervolgens is er een dialoog geweest om de voortgang te monitoren, en tot afsluitend een slot-dialoog.” Deze manier bevorderde de samenwerking tussen boeren, overheden en ketenpartijen. Door gezamenlijke belangen en verantwoordelijkheden te delen, wordt de intrinsieke motivatie van de mensen die meedoen vergroot, met een sterke nadruk op leren en ontwikkeling.
De boer aan het roer
Boeren zien de noodzaak in van de landbouwtransitie en willen verduurzamen, maar worden vaak belemmerd door het systeem van markt- en overheidspartijen. Het Markemodel biedt boeren de mogelijkheid om hun beloningen te baseren op individuele prestaties, wat hen maximale vrijheid geeft om de benodigde middelen en methoden te kiezen. Volgens Schoemaker en Snoeij zie je dat het werkt. "Bij de boeren bij wie individuele bedrijfsplannen zijn opgesteld zijn de doelen behaald bij om en nabij 33 van de 35 bedrijven.” Dit toont aan hoe effectief het Markemodel is voor verduurzaming van de landbouw. De kracht van dit model ligt in de gezamenlijke doelen en dialogen, waarbij alle partijen betrokken zijn bij de besluitvorming.
Ervaringen met het Markemodel
Deelnemers aan het Markemodel waarderen de geboden vrijheid, maar er zijn ook uitdagingen. “Iedereen heeft een eigen denkbeeld van een passende beloning. De een zoekt het toch meer in geld, terwijl de andere ondernemer blij is met toegenomen vrijheid,” merkt Snoeij op. Het is cruciaal om de dialoog voort te zetten om frustraties te voorkomen. Naast uitdagingen over de financiering van de maatregelen is ook het monitoren van behaalde doelen soms lastig. Zo zijn er bijvoorbeeld de externe factoren die een belangrijke rol spelen. “Neem het weer als voorbeeld. Eén van de KPI’s (kritieke prestatie indicator) is het bodemstikstofoverschot. Bij een zeer droog jaar zullen de resultaten van de bodemstikstofoverschottesten veel ongunstiger zijn dan in een nat jaar,” legt Snoeij uit. Hoewel het Markemodel dus kansen biedt voor boeren om vrijer en doelgerichter te werken, blijft het essentieel dat alle betrokkenen in dialoog blijven om uitdagingen te bespreken, zodat het model effectief blijft.
Aanpak uit de Achterhoek
Het Markemodel heeft zijn succes in de Achterhoek bevestigt. Schoemaker benadrukt dat de zorgvuldige opbouw van het markemodel essentieel was: “Wij hebben ons daar jarenlang in verdiept, dit Markemodel loopt nu twee jaar, maar we hebben ook een Markemodel fase één gehad. Dat was in samenwerking met deskundigen. Hoe bouw je zo’n systeem op? Hier zat ook een psycholoog bij zodat er in het model rekening kan worden gehouden met hoe mensen reageren. Hoe presenteer je veranderende systemen, en hoe benader je mensen?” In het Markemodel zit dus ontzettend veel denkwerk, en dit model is niet zo maar aan te passen aan andere gebieden en sectoren. De uitdagingen in een gebied verschillen namelijk altijd per regio. Ook moeten gegevens betrouwbaar zijn, en monitoring effectief om de doelen te waarborgen.
Hoe verder met het Markemodel?
Nu het Markemodel zo succesvol is in de Achterhoek, rijst de vraag: Kan het verder worden uitgebreid? Snoeij en Schoemaker adviseren om het systeem zorgvuldig op te bouwen en met belanghebbenden te overleggen over financieringsmogelijkheden. “Het is erg belangrijk dat dit goed in elkaar zit, alvorens het model ook toegepast kan worden op andere gebieden,” benadrukt Snoeij. “Op dit moment wordt het Markemodel verder uitgebreid naar 150 boerenbedrijven in de Achterhoek. Met steun van de Provincie zouden we het Markemodel nog verder willen uitbreiden”, aldus Schoemaker. Toch is een zorgvuldige uitrol naar andere gebieden essentieel. Het kan zo inspelen op specifieke regionale uitdagingen en daar kan bijdragen aan een duurzame toekomst voor de landbouw in Nederland, waarin de boer aan het roer staat. Er moet goed worden nagedacht over het verwerken van de data en het opzetten van een sturingsmodel. Snoeij is positief: “Gelukkig is in het nieuwe beleid doelsturing volop in de aandacht, en ik denk dat wij daar ook een steentje aan hebben mogen bijdragen”.