• rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2011

    Consultancy Varenrouwmug

    Larven van de varenrouwmug (Sciara spp.) kunnen grote schade toebrengen tijdens het vermeerderen van boomkwekerijgewassen. Op sommige bedrijven lukt biologische bestrijding goed, maar op andere bedrijven lukt het slecht. In een inventarisatie onder 5 bedrijven is gezocht naar verklaringen hiervoor. Hieruit is gebleken dat consequent hygiënisch werken én gezond en sterk uitgangsmateriaal gebruiken belangrijke voorwaarden zijn voor het slagen van de biologische bestrijding. In die gevallen kan met relatief lage preventieve doseringen van biologische bestrijders (m.n. Hypoaspis) toch goede resultaten behaald worden. Een bedrijf met veel varenrouwmug in het verleden krijgt het probleem nu onder controle door meer aandacht te besteden aan het schoonmaken en door meerdere biologische bestrijders (Hypoaspis, Bio1020, evt. Steinernema) in te zetten in relatief hogere doseringen. Er is nog weinig ervaring met nieuwe biologische bestrijders.

  • factsheet
    Horti-Consult
    2006

    Varenrouwmug : Sciaridae

    Varenrouwmuggen vormen de familie van de Sciaridae. Binnen deze familie zijn verschillende geslachten die schade geven, zoals Bradysia, Lycoriella en Sciara.

  • presentatie
    Koppert Biological Systems
    2013

    Bestrijden van varenrouwmug & toepassing van Trianum

    Presentatie over de biologische bestrijding van de varenrouwmug en de toepassing van Trianum.

  • artikel
    Onder glas 2 12: 54 - 55
    2005

    Varenrouwmug is heel goed biologisch te bestrijden

    De larve van de varenrouwmug veroorzaakt zowel directe als indirecte schade in jong stekmateriaal, zaailingen en potplanten. De biologische bestrijding is succesvol uit te voeren met het insectenparasitaire aaltje Steinernema feltiae, de bodemroofmijten Hypoaspis miles en Hypoaspis aculeifer en de kortschildkever Atheta coriaria. Algengroei voorkomen is vooral preventief van belang

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit
    2011

    Consultancy Varenrouwmug : wat maakt biologische bestrijding tot een succes?

    Larven van de varenrouwmug (Sciara spp.) kunnen grote schade toebrengen tijdens het vermeerderen van boomkwekerijgewassen. Op sommige bedrijven lukt biologische bestrijding goed, maar op andere bedrijven lukt het slecht. In een inventarisatie onder 5 bedrijven is gezocht naar verklaringen hiervoor. Hieruit is gebleken dat consequent hygiënisch werken én gezond en sterk uitgangsmateriaal gebruiken belangrijke voorwaarden zijn voor het slagen van de biologische bestrijding. In die gevallen kan met relatief lage preventieve doseringen van biologische bestrijders (m.n. Hypoaspis) toch goede resultaten behaald worden. Een bedrijf met veel varenrouwmug in het verleden krijgt het probleem nu onder controle door meer aandacht te besteden aan het schoonmaken en door meerdere biologische bestrijders (Hypoaspis, Bio1020, evt. Steinernema) in te zetten in relatief hogere doseringen. Er is nog weinig ervaring met nieuwe biologische bestrijders.

  • artikel
    2021

    ‘Pak bij bestrijding ook oorzaak varenrouwmug aan’ - Vakblad Onder Glas

    Biologisch bestrijden wordt steeds meer een must in de strijd tegen de varenrouwmug. Zeker nu recent de insecticide Nomolt werd geschrapt en ook het middel Trigard eind deze maand verdwijnt. Er zijn verschillende manieren om Sciara op biologische wijze onder de duim te houden. Wel is tijdig starten een must, daarnaast is sprake van maatwerk […]

  • artikel
    WUR_staff repository
    2011

    Verder onderzoek naar nieuwe natuurlijke vijanden is nodig: Lastige varenrouwmug bestrijden met aaltjes en roofmijten

    Larven van de varenrouwmug kunnen grote schade aanrichten in zaailingen, stekken en jonge planten van een breed scala aan potplanten. De problemen treden op bij opkweekbedrijven en productiebedrijven, die zelf stekken. De uitval kan plaatselijk oplopen tot 50%. Wageningen UR Glastuinbouw doet onderzoek naar de mogelijkheden van de geïntegreerde bestrijding. Mogelijk bieden aaltjes en een open kweeksysteem voor roofmijten een oplossing.

  • artikel
    Onder glas 8 5: 44 - 45
    2011

    Lastige varenrouwmug bestrijden met aaltje en roofmijten : verder onderzoek naar nieuwe natuurlijke vijanden is nodig

    Larven van de varenrouwmug kunnen grote schade aanrichten in zaailingen, stekken en jonge planten van een breed scala aan potplanten. De problemen treden op bij opkweekbedrijven en productiebedrijven, die zelf stekken. De uitval kan plaatselijk oplopen tot 50%. Wageningen UR Glastuinbouw doet onderzoek naar de mogelijkheden van de geïntegreerde bestrijding. Mogelijk bieden aaltjes en een open kweeksysteem voor roofmijten een oplossing.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Business Unit Glastuinbouw
    2006

    Bestrijding van Lyprauta spp., geïntroduceerde muggensoorten in Nederlandse potorchideeën

    De laatste jaren treden in de sierteelt nieuwe problemen op met muggenlarven. Het gaat om nogal langgerekte muggenlarven, die transparant/wit zijn van kleur. Ze zijn langer en dunner dan de beter bekende larven van de varenrouwmug (Sciara). De aanwezigheid van deze geïntroduceerde muggenlarven blijft vaak onopgemerkt, terwijl er ook wetenschappelijk weinig bekend is over deze muggengroep. De ervaring van telers is dat deze nieuwe muggenlarven veel moeilijker te bestrijden zijn dan sciara’s. Op verzoek van de landelijke commissie potorchidee van LTO Groeiservice en met financiering van het Productschap Tuinbouw is PPO Glastuinbouw in maart 2005 begonnen met een onderzoeksproject om duidelijkheid te scheppen over de zogenaamde “potwormen”.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2006

    Bestrijding van Lyprauta spp., geintroduceerde muggensoorten in Nederlandse potorchideeën

    De laatste jaren treden in de sierteelt nieuwe problemen op met muggenlarven. Het gaat om nogal langgerekte muggenlarven, die transparant/wit zijn van kleur. Ze zijn langer en dunner dan de beter bekende larven van de varenrouwmug (Sciara). De aanwezigheid van deze geïntroduceerde muggenlarven blijft vaak onopgemerkt, terwijl er ook wetenschappelijk weinig bekend is over deze muggengroep. De ervaring van telers is dat deze nieuwe muggenlarven veel moeilijker te bestrijden zijn dan sciara’s. Op verzoek van de landelijke commissie potorchidee van LTO Groeiservice en met financiering van het Productschap Tuinbouw is PPO Glastuinbouw in maart 2005 begonnen met een onderzoeksproject om duidelijkheid te scheppen over de zogenaamde “potwormen”.

  • factsheet
    Productschap Tuinbouw
    2011

    Geïntegreerde bestrijding wittevlieg in Poinsettia

    Tweejarig praktijkonderzoek naar geïntegreerde bestrijding van wittevlieg, o.a. Bemisia tabaci, en Sciara in de beworteling en de teelt op twee bedrijven. Sciara is bestreden met het insectenparasitaire aaltje Steinernema feltiae en de roofmijt Hypoaspis miles, waardoor de jonge planten minder residu bevatten.

  • artikel
    2018

    Kerstrozenteler zet slimme stofzuiger in tegen varenrouwmuggen

    Sinds vorig voorjaar zet Hoogeveen Plants een spuitrobot in, die het bedrijf wekelijks ombouwt tot automatische zuiginstallatie voor Sciara’s.

  • artikel
    Onder glas 8 4: 26 - 27
    2011

    Veelvraat Macrocheles doet het goed in vochtige omstandigheden : nieuwe roofmijt slaat aan

    De ontwikkelingen in biologische bestrijding gaan onvermoeid door. Bodemroofmijt Macrocheles blijkt een goede aanwinst in de bestrijding van varenrouwmug, oevervlieg, mosmijt, trips en potworm. Plantenkwekerij Hollandplant en phalaenopsisteler Arno Turk vertellen hun bevindingen.

  • rapport
    FytoConsult
    2010

    Implementatie van geïntegreerde bestrijding in de teelt van Poinsettia : tweejarige praktijkproef op twee bedrijven

    Dit onderzoek is gericht op het (door)ontwikkelen van een effectieve strategie voor geïntegreerde gewasbescherming in de teelt van Pointsettia. Het onderzoek is specifiek gericht op 2 plagen (Sciara en Witte Vlieg) en 2 fasen in de teelt (opkweek en teelt).

  • nieuws
    2016

    Geïntegreerde bestrijding met aaltjes - Groen Kennisnet

    Insectenparasitaire aaltjes kun je gebruiken om taxuskever of varenrouwmug te bestrijden. Maar dan moet je wel zorgen dat je die aaltjes niet doodt door toepassing van insecticiden. Sommige middelen zijn slecht te combineren met die nuttige aaltjes.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2011

    Bestrijding van rouwmuggen en oevervliegen

    Rouwmuggen zijn zeer algemeen in kassen, en meestal talrijker dan de typische plaag-insecten. De meeste soorten voeden zich met schimmels en met organisch materiaal, en zijn onschadelijke voor planten. Enkele soorten kunnen schadelijk zijn in zaaibedden, aan stekmateriaal en aan jonge planten. Veel breedwerkende insecticiden hebben een effect op de muggen en hun larven, maar het probleem blijft dat de populaties zich echter snel herstellen. Van de twintig geteste producten gaven Trigard (cyromazine), Nomolt (teflubenzuron) en de nematode Steinernema feltiae de beste resultaten. Geen van de insectenpathogene schimmels en ook niet de kortschildkever Atheta coriaria en de nematode Heterorhabditis bacteriophora hadden effect op het aantal rouwmuggen. Bodemroofmijten waren op korte termijn niet effectief.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2011

    Bestrijding van rouwmuggen en oevervliegen

    Rouwmuggen zijn zeer algemeen in kassen, en meestal talrijker dan de typische plaag-insecten. De meeste soorten voeden zich met schimmels en met organisch materiaal, en zijn onschadelijke voor planten. Enkele soorten kunnen schadelijk zijn in zaaibedden, aan stekmateriaal en aan jonge planten. Veel breedwerkende insecticiden hebben een effect op de muggen en hun larven, maar het probleem blijft dat de populaties zich echter snel herstellen. Van de twintig geteste producten gaven Trigard (cyromazine), Nomolt (teflubenzuron) en de nematode Steinernema feltiae de beste resultaten. Geen van de insectenpathogene schimmels en ook niet de kortschildkever Atheta coriaria en de nematode Heterorhabditis bacteriophora hadden effect op het aantal rouwmuggen. Bodemroofmijten waren op korte termijn niet effectief.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector Glastuinbouw
    2002

    Groeiafwijkingen bij Hydrangea

    Doelstelling van dit onderzoek was het opsporen van de oorzaken en daarnaast het in kaart brengen van de omstandigheden waaronder misvormde groeipunten bij Hortensia optreden.

  • rapport
    Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
    2002

    Groeiafwijkingen bij hydrangea

    Doelstelling van dit onderzoek was het opsporen van de oorzaken en daarnaast het in kaart brengen van de omstandigheden waaronder misvormde groeipunten bij Hortensia optreden.

  • rapport
    PPO nr. 4120855033.
    2004

    Inventarisatie van bodemgebonden plagen in de teelt van groene en bonte planten

    Door kwekers van groene en bonte planten is kenbaar gemaakt dat in diverse teelten wortelwolluis schade veroorzaakt. Onduidelijk was of in alle situaties wortelwolluis de veroorzaakster was. Om helder te krijgen in welke gewassen problemen spelen heeft LTO groeiservice in samenwerking met PPO Glastuinbouw in het najaar van 2003 een enquête gehouden over bodemgebonden ziekten en plagen onder telers van groene en bonte planten. Een aantal telers die problemen met wortelwolluis meldden, is hierop bezocht, om de mate van optreden van de plaag en de veroorzaakte schade in kaart te brengen. Het project werd betaald door het Productschap Tuinbouw. Duponchelia, varenrouwmuglarven, wortelrot en wortelwolluis werden genoemd als meest voorkomende bodemgebonden aantasting. De aantasting door wortelwolluis varieerde van afwezig tot een aantasting van bijna alle kluiten van het verkoopbare product. De veroorzaakte directe schade beperkte zich tot groeiremming. Deze is tijdens de teelt nauwelijks waarneembaar. Naast groeiremming kan economische schade ontstaan door het weigeren van aangetaste partijen. De aantasting is meestal het gehele jaar op het bedrijf aanwezig. De aantasting kan met het plantmateriaal meekomen, maar ook kan een nieuwe aanplant op het bedrijf besmet raken. Een eventuele bestrijding gebeurt chemisch. Een aantal telers voert geen bestrijding uit, omdat dit volgens hen te bewerkelijk is. Ervaringen met biologische bestrijding van wortelwolluis zijn onbekend. Ook door middel van hygiënische maatregelen is aantasting door wortelwolluis te beheersen, zeker omdat een aantal teelten met schoon stek wordt gestart. Een literatuuronderzoek gaf informatie over levenscyclus, waardplanten, schade en bestrijdingsmogelijkheden van wortelwolluis. Aanbevelingen voor verder onderzoek worden gedaan.

1 2 3