• rapport
    Rapport / Wageningen UR Glastuinbouw 333.
    2010

    Maatregelen bij mogelijke vestiging van tomatenmineermot Tuta absoluta

    Het optreden van Tuta absoluta kan worden vastgesteld door middel van feromoonvallen. Het is minstens zo belangrijk om gewaswaarnemingen te doen. De jonge mijnen onderscheiden zich niet eenvoudig van mijnen van mineervliegen. In oudere mijnen is duidelijk plaatselijke ophoping van uitwerpselen te zien. In mijnen van mineervliegen is dat alleen een onderbroken zwarte streep. Rupsen van Tuta absoluta kunnen worden bestreden met abametine (Vertimec) en spinosad (Tracer). Bij aanvang van de teelt of al in de opkweek wordt Macrolophus melanotoma (= M. caliginosus) loslaten, zodat er zo snel mogelijk voldoende roofwantsen in het gewas zitten.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2010

    Maatregelen bij mogelijke vestiging van tomatenmineermot Tuta absoluta

    Het optreden van Tuta absoluta kan worden vastgesteld door middel van feromoonvallen. Het is minstens zo belangrijk om gewaswaarnemingen te doen. De jonge mijnen onderscheiden zich niet eenvoudig van mijnen van mineervliegen. In oudere mijnen is duidelijk plaatselijke ophoping van uitwerpselen te zien. In mijnen van mineervliegen is dat alleen een onderbroken zwarte streep. Rupsen van Tuta absoluta kunnen worden bestreden met abametine (Vertimec) en spinosad (Tracer). Bij aanvang van de teelt of al in de opkweek wordt Macrolophus melanotoma (= M. caliginosus) loslaten, zodat er zo snel mogelijk voldoende roofwantsen in het gewas zitten.

  • overig
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2011
  • overig
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2010

    De tomatenmineermot Tuta absoluta, risico van een nieuwe plaag op tomaat

    Informatieposter over de tomatenmineermot Tuta absoluta, het risico van een nieuwe plaag op tomaat.

  • overig
    WUR_staff repository
    2010

    De tomatenmineermot Tuta absoluta, risico van een nieuwe plaag op tomaat

    Informatieposter over de tomatenmineermot Tuta absoluta, het risico van een nieuwe plaag op tomaat.

  • artikel
    WUR_staff repository
    2010

    Biologie en bestrijding van tomatenmineermot: Tuta absoluta tast bladeren, stengels en vruchten aan

    Sinds de tomatenmineermot Tuta absoluta voor het eerst optrad in Spanje heeft de plaag zich in enkele jaren tijd over het hele Middellandse Zeegebied verspreid. In Nederland wordt het motje of de rups soms aangetroffen op tomaten uit Zuid-Europa die hier worden verpakt. Tot op heden is geen sprake van permanente vestiging op teeltbedrijven in Nederland. In dit artikel komt de biologie en bestrijding aan bod.

  • artikel
    Onder glas 7 11: 61
    2010

    Tuta absoluta tast bladeren, stengels en vruchten aan : biologie en bestrijding van tomatenmineermot

    Sinds de tomatenmineermot Tuta absoluta voor het eerst optrad in Spanje heeft de plaag zich in enkele jaren tijd over het hele Middellandse Zeegebied verspreid. In Nederland wordt het motje of de rups soms aangetroffen op tomaten uit Zuid-Europa die hier worden verpakt. Tot op heden is geen sprake van permanente vestiging op teeltbedrijven in Nederland. In dit artikel komt de biologie en bestrijding aan bod.

  • artikel
    Coordinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt
    2016

    Duurzame beheersing van Tuta absoluta

    De eerste vondst van Tuta absoluta of de tomatenmineermot in Vlaanderen dateert reeds van 2009. In 2010 en 2011 richtte deze plaag heel wat schade aan in de tomatenteelt. Vandaag is T. absoluta uitgegroeid van een “zeer gevreesde” tot “goed controleerbare” plaag in de geïntegreerde tomatenteelt. Dit artikel bundelt de belangrijkste beheersmaatregelen die ook voor de biologische teelt van belang zijn.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2011

    Onderzoek aan de tomatenmineermot Tuta absoluta in 2010: Testen van chemische middelen en inventarisatie van natuurlijke vijanden

    Referaat Er zijn ook in 2010 verschillende behandelingen met middelen uitgevoerd tegen de tomatenmineermot Tuta absoluta. Middelen met een snelle werking tegen rupsen zijn flubendiamide (Fame), abamectine (Vertimec), emamectin benzoaat (Proclaim) en spinosad (Tracer). Ook indoxacarb heeft een effect. De rupsen stoppen met eten, maar het duurt langere tijd voordat ze dood zijn. Buiten werden tomatenplanten belegd met eieren van Tuta absoluta bij het natuurgebied van Kinderdijk neergezet, met als doel natuurlijke vijanden te verzamelen. Het bleek dat Tuta absoluta door twee soorten inheemse sluipwespen werd geparsiteerd: Elachertus inunctus en Pnigalio soemius. Ook werd de roofwants Dicyphus errans op de tomatenplanten met Tuta absoluta gevonden. De beheersstratgie (monitoring, herkenning, bestrijding) blijft voorlopig als volgt: Het optreden van Tuta absoluta kan worden vastgesteld doormiddel van feromoonvallen. Maar omdat op deze wijze alleen mannetjes worden gevangen, is het ook belangrijk om te letten op aantasting in het gewas. De jonge mijnen zijn vrij moeilijk van mijnen van mineervliegen te onderscheiden. In de oude mijnen van Tuta absoluta zijn de uitwerpselen gemakkelijk te zien. Voor de praktijk blijft het belangrijk de aantallen van de roofwants Macrolophus zo snel mogelijk op een hoog niveau te krijgen. Abstract Different chemical and a biological agents were tested against the tomato leaf miner Tuta absoluta in 2010. Agents with a quick action were flubendiamide (Fame), abamectin (Vertimec), emamectin benzoaat (Proclaim) and spinosad (Tracer). Idoxacarb was also effective. The caterpillars stopped eating, but it took more time before they died. Tomato plants with eggs of Tuta absoluta were placed outside in the nature reserve of Kinderdijk, far away from the greenhouse areas. The aim was to find natural enemies. Two indigenous parasitoids parasitized caterpilars of Tuta absoluta: Elachertus inunctus and Pnigalio soemius. The predatory bug Dicyphus errans was also active on the tomato plants with Tuta absoluta. The current strategy (monitoring, recognition, control) remains as follows: Pheromone traps are useful to discover Tuta absoluta in greenhouses. Only males are being trapped, which means that it is also important to search for mines in the crops. Young mines of Tuta absoluta and other leaf miners are difficult to distinguish. Older mines of Tuta absoluta are recognized by large amounts of frass. It is important to establish high numbers of Macrolophus in the tomato crop as soon as possible.

  • artikel
    Management&techniek 18 12: 36 - 37
    2013

    Gewas monitoren voor bestrijding Tuta absoluta

    In regio’s met intensieve tomatenteelt worden de telers sinds 2009 geconfronteerd met de tomatenmineermot of Tuta absoluta. Deze mot wordt het meest efficiënt bestreden in een vroeg ontwikkelingsstadium. Telers kunnen daarom best de aanwezigheid van zowel Tuta absoluta als haar natuurlijke vijand, de roofwants Macrolophus pygmaeus, in het gewas in het oog houden, zodat ze indien nodig kunnen ingrijpen.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2010

    Onderzoek aan de tomatenmineermot Tuta absoluta in 2010 : testen van chemische middelen en inventarisatie van natuurlijke vijanden

    Er zijn ook in 2010 verschillende behandelingen met middelen uitgevoerd tegen de totmatenmineermot Tuta absoluta. Middelen met een snelle werking tegen rupsen zijn flubendiamide (Fame), abamectine (Vertimec), emamectin benzoaat (Proclaim) en spinosad (Tracer). Ook indoxacarb heeft een effect. De rupsen stoppen met eten, maar het duurt langere tijd voordat ze dood zijn. Buiten werden tomatenplanten belegd met eieren van Tuta absoluta bij het natuurgebied van Kinderdijk neergezet, met als doel natuurlijke vijanden te verzamelen. Het bleek dat Tuta absoluta door twee soorten inheemse sluipwespen werd geparsiteerd: Elachertus inunctus en Pnigalio soemius. Ook werd de roofwants Dicyphus errans op de tomatenplanten met Tuta absoluta gevonden. De beheersstrategie (monitoring, herkenning, bestrijding) blijft voorlopig als volgt: Het optreden van Tuta absoluta kan worden vastgesteld doormiddel van feromoonvallen. Maar omdat op deze wijze alleen mannetjes worden gevangen, is het ook belangrijk om te letten op aantasting in het gewas (fi g. 1). De jonge mijnen zijn vrij moeilijk van mijnen van mineervliegen te onderscheiden. In de oude mijnen van Tuta absoluta zijn de uitwerpselen gemakkelijk te zien. Voor de praktijk blijft het belangrijk de aantallen van de roofwants Macrolophus zo snel mogelijk op een hoog niveau te krijgen.

  • artikel
    2022

    Eerste proeven met Tuta-detectiesysteem zijn veelbelovend - Vakblad Onder Glas

    Tomatenbedrijf Hortipower in Merksplas (B) heeft succesvolle resultaten geboekt met hun Tuta-detectiesysteem. Camera’s uitgerust met artificiële intelligentie detecteren de aanwezigheid van Tuta absoluta weken voordat de teler deze met zijn blote oog ziet. Een volgende stap is het inzetten van drones met hetzelfde systeem om de Tuta’s te verdelgen. “Begin maart hebben we op de […]

  • artikel
    Groenten + fruit : weekblad voor de voedingstuinbouw. Algemeen 13: 18 - 19
    2009

    Mineermot nieuwe bedreiging voor tomaat

    De tomatenmineermot Tuta absoluta werd in 2009 in Nederland op vier verpakkingsbedrijven aangetroffen. Een blik op het gedrag van mineermot en de ervaringen met de bestrijding ervan in andere landen

  • rapport
    Wageningen Plant Research
    2019

    Plaagbestrijding met omnivore roofwantsen : effecten van omnivore roofwantsen op plagen in gerbera, tomaat en roos en de risico’s op bloem- en vruchtschade

    Omnivorous predators of the Miridae family feed both on plant and prey. This ability is a huge advantage forestablishment into crops when pests are absent or scarce, but at the same time a risk when through plantfeeding fruit and flowers get damaged. In this project we evaluated the potential for pest control with miridpredators in gerbera, rose and tomato crops. Pest control was assessed for whiteflies (gerbera and tomato),Echinothrips (gerbera and rose), Tuta absoluta (tomato), The Tomato Looper (gerbera and tomato) andNesidiocoris tenuis (tomato). In gerbera and tomato, not only pest control, but also the level of crop damagethese mirids can cause was assessed. Finally, methods to enhance establishment were evaluated.

  • rapport
    Rapport / Wageningen Plant Research WPR-850.
    2019

    Plaagbestrijding met omnivore roofwantsen : effecten van omnivore roofwantsen op plagen in gerbera, tomaat en roos en de risico’s op bloem- en vruchtschade

    Omnivore roofwantsen van de familie Miridae hebben de bijzondere eigenschap dat ze zowel van plantmateriaal als van prooien kunnen leven. Dit brede voedselmenu heeft enorme voordelen voor de biologische bestrijding, omdat ze daardoor verschillende plaagsoorten kunnen bestrijden en tegelijkertijd preventief ingezet kunnen worden doordat ze zich voeden met plantsappen en/of alternatief voedsel. Dit voordeel van plantenvoeding is tegelijkertijd een nadeel, omdat de wantsen ook schade kunnen geven aan bloemen en vruchten. In dit project is de potentie voor plaagbestrijding met een aantal soorten omnivore roofwantsen onderzocht in gerbera, roos en tomaat. De plaagbestrijding was gericht op wittevlieg (gerbera en tomaat), Echinothrips (roos en gerbera), Tuta absoluta (tomaat), Turkse mot (gerbera en tomaat) en Nesidiocoris tenuis (tomaat). Daarnaast hebben we gekeken naar de schade die ze kunnen veroorzaken in gerbera en tomaat en is gekeken naar methoden om vestiging te verbeteren.

  • rapport
    Frugi Venta
    2015

    Eindrapportage Frugi Venta "Met CATT maken wij producten duurzaam plaagvrij"

    Dit project richt zich op de toepassing van CATT (controlled atmosphere & temperature treatment) als een bestrijdingsmaatregel voor een aantal (fytosanitaire) plaag/product combinaties die de internationale handel belemmert in de sectoren van de groenten en siergewassen. Labproeven en/of opschalingsproeven zullen uitgevoerd worden om het effect vast te stellen van CATT tegen trips op chrysant en paprika, tomaatmineermot op tomaat, spintmijt op chrysant en aaltjes op bonsai. De resultaten van dit project leiden mogelijk tot een duurzame oplossing waardoor de markttoegang voor de internationale handel van deze producten wordt verbeterd. Paprika en Tomaat: aanpak is het testen en optimaliseren van de gassamenstelling (CO2, O2), temperatuur en blootstellingsduur aan deze combinatie op plaagorganismen en het bepalen van de behandelingseffecten op de kwaliteit van tomaat en paprika. In 2014 en 2015 werden proeven van tomaat met Tuta absoluta en paprika met trips (Frakliniella occidentalis) uitgevoerd. De resultaten voor trips leiden tot de conclusie dat een behandeltijd van 6 uur zodanig kort is dat voor het bereiken van een volledige afdoding van tripsadulten betrekkelijk stringente condities nodig zijn die, afhankelijk van cultivar en fysiologische staat van het product (c.q. rijpheid), onvermijdelijk tot (enig) verlies van productkwaliteit leiden. Gebleken is dat CATT tot hoge afdoding van Tuta absoluta poppen leidt, waarbij de tomaten wel een lager cijfer voor hardheid kregen. Het is voor de groente- en fruitsector van belang verder te gaan met het CATT onderzoek. Doorontwikkeling en verdere valorisatie is nodig om te komen tot een praktijk toepassing. Voor veel tuinbouwproducten is de huidige CATT behandeling schema te tijdrovend en lastiger direct in de handelsketen inpasbaar. Daardoor is er behoefte aan de ontwikkeling voor korte CATT behandelingen. In Amerika zijn er protocollen beschikbaar voor kortdurende CATT behandelingen voor o.a. fruitmot en fruitvliegen. Hiervoor is internationale kennisuitwisseling noodzakelijk.

  • artikel
    Groenten & Fruit 63 (2009) 13
    2009

    Mineermot nieuwe bedreiging voor tomaat

    De tomatenmineermotTuta absolutawerd dit jaar in Nederland op vierverpakkingsbedrijven aangetroffen. De vrees bestaat dat de mot ook in de tomatenteelt terecht komt. Een blik op het gedrag van de mineermot en de ervaringen met de bestrijding ervan in andere landen. Tuta absoluta, een motje waarvan de larven mineergangen maken in bladeren van tomatenplanten, komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. De laatste decennia heeft deze soort zich over grote delen van dit continent verspreid. In 2007 werd de mot voor het eerst waargenomen in Europa, in Catalonië in Spanje. Behalve in Spanje is hij echter nu ook gesignaleerd in naburige landen, zoals Marokko, Algerije, Frankrijk en Italië. Aangezien het mineermotje dit jaar tot nu toe ook op vier verpakkingsbedrijven in Nederland werd gevonden, bestaat de vrees dat deze zeer schadelijke plaag vanuit Zuid-Europa in andere landen terecht komt in de tomatenteelt, waaronder in Nederland¿

  • artikel
    2021

    ‘Moordsnelheid’ bepaalt effectiviteit biologische bestrijders - Vakblad Onder Glas

    De dagelijkse ‘moordsnelheid’ van roofinsecten en parasitoïden blijkt een bruikbaar criterium om te bepalen welke natuurlijke vijanden het meest effectief optreden tegen plaagsoorten. Tot die conclusie komt een wereldwijd onderzoeksteam onder leiding van hoogleraar entomologie Joop van Lenteren van Wageningen University & Research. De onderzoekers beschrijven hun bevindingen in een artikel dat in Scientific Reports […]

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2010

    Macrolophus en CO2 : invloed van CO2-dosering op vestiging van de roofwants Macrolophus caliginosus in tomaat

    Onderzocht werd of het kunstmatig verhogen van de CO2 een negatief effect heeft op de vestiging en populatiegroei van de roofwants Macrolophus caliginosus in een winterplanting van tomaat. In de maanden februari en maart werden in 6 proefkasjes overdag verschillende CO2–concentraties aangebracht, te weten 400 (geen dosering), 600, 800, 1.000, 1.500 en 2.000 p.p.m. Vanaf week 5 werden herhaaldelijk grote aantallen volwassen roofwantsen losgelaten. Er werd gezorgd voor een overvloedig voedsel-aanbod: nimfen van wittevlieg en eitjes van meelmotten. Mogelijk remmende factoren werden achterwege gelaten: zwavelen, pesticidengebruik, blad plukken, dieven. De populatie-ontwikkeling werd bemonsterd in week 11 tot en met 13 met vangplaten, Berlese-trechters en spoelen. Hoewel de omstandigheden voor de roofwantsen optimaal waren gemaakt, werden relatief weinig nakomelingen teruggevonden, ook in “onbehandeld”. De cijfers suggereren een licht remmend effect van de CO2, maar de verschillen waren niet significant. Ook bij de extreem hoge doseringen plantten de roofwantsen zich voort. Zorgwekkend is de vaststelling dat ook zonder CO2–dosering de roofwantsen zich slecht vestigden en de populatie-trend in deze tijd van het jaar zelfs negatief was. Geconcludeerd wordt dat er een nog onbekende factor is die het “aanslaan” van Macrolophus caliginosus in de winter belemmert.

  • rapport
    Wageningen UR Glastuinbouw
    2010

    Macrolophus en CO2: Invloed van CO2-dosering op vestiging van de roofwants Macrolophus caliginosus in tomaat

    Onderzocht werd of het kunstmatig verhogen van de CO2 een negatief effect heeft op de vestiging en populatiegroei van de roofwants Macrolophus caliginosus in een winterplanting van tomaat. In de maanden februari en maart werden in 6 proefkasjes overdag verschillende CO2 –concentraties aangebracht, te weten 400 (geen dosering), 600, 800, 1.000, 1.500 en 2.000 p.p.m. Vanaf week 5 werden herhaaldelijk grote aantallen volwassen roofwantsen losgelaten. Er werd gezorgd voor een overvloedig voedsel-aanbod: nimfen van wittevlieg en eitjes van meelmotten. Mogelijk remmende factoren werden achterwege gelaten: zwavelen, pesticidengebruik, blad plukken, dieven. De populatie-ontwikkeling werd bemonsterd in week 11 tot en met 13 met vangplaten, Berlese-trechters en spoelen. Hoewel de omstandigheden voor de roofwantsen optimaal waren gemaakt, werden relatief weinig nakomelingen teruggevonden, ook in “onbehandeld”. De cijfers suggereren een licht remmend effect van de CO2, maar de verschillen waren niet significant. Ook bij de extreem hoge doseringen plantten de roofwantsen zich voort. Zorgwekkend is de vaststelling dat ook zonder CO2 –dosering de roofwantsen zich slecht vestigden en de populatie-trend in deze tijd van het jaar zelfs negatief was. Geconcludeerd wordt dat er een nog onbekende factor is die het “aanslaan” van Macrolophus caliginosus

1 2 3