Functionele agrobiodiversiteit (FAB) is het versterken van het natuurlijke vermogen om ziekten en plagen te beheersen in cultuurgewassen door de biodiversiteit te stimuleren. Bij FAB gaat het over alle biodiversiteit op en rondom het bedrijf, die direct of indirect een rol speelt bij de ondersteuning van teelten.
Dossier
Functionele agrobiodiversiteit
Begin hier
Functionele agrobiodiversiteit
Natuurlijke vijanden
Ondernemers in de land- en tuinbouw zetten regelmatig natuurlijke vijanden in. Dat zijn insecten, schimmels, bacteriën, virussen of andere organismen die helpen om ziekten en plagen in de land- en tuinbouw te voorkomen, te beheersen of te beperken. Je kunt natuurlijke vijanden introduceren, maar door gericht beheer kun je de ontwikkeling ook stimuleren.
Bodemgezondheid
Bodemgezondheid is een veelomvattend begrip. Het gaat daarbij om de samenhang tussen bodemchemische aspecten, de structuur van de bodem en het bodemleven. Het optreden van bodemziekten en plagen door bodemschimmels, bacteriën, bodeminsecten of plantenpathogene aaltjes kan worden beïnvloed door bodemeigenschappen.
Bijen en hommels
Bijen (waaronder hommels) zijn de bekendste bestuivers van groente en fruit. Zij gaan van bloem tot bloem en kunnen zo een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Bloeiende akkerranden leveren een belangrijke bijdrage aan de agrobiodiversiteit, ze zijn van betekenis voor de honingbij.
Agrarisch natuurbeheer
Door rekening te houden met de natuurlijke flora en fauna op het bedrijf kunnen agrarisch ondernemers kunnen een bijdragen aan biodiversiteit. Zo helpen ze natuur en landschap te behouden, werken aan een betere bodemvruchtbaarheid of stimuleren de aanwezigheid van natuurlijke vijanden.