Geurbelasting door veehouderijen in beeld
Onderwerp
geurhinder, geurbelasting
Interessant voor
veehouders, beleidsmakers, adviseurs
Het onderzoek naar geurbelasting is uitgevoerd op verzoek van staatssecretaris Vivianne Heijnen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het rapport biedt inzicht in de gebieden waar geurbelasting optreedt of kan optreden. Het onderzoek is uitgevoerd in de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland, omdat alleen bij deze provincies actuele gegevens beschikbaar waren over vergunde rechten van veehouderijen.
Het is voor het eerst dat geurbelasting op deze grootte wordt onderzocht. Volgens staatsecretaris Heijnen is dit onderzoek ‘een bijdrage naar het herstellen van de balans tussen belangen van veehouderijen en omwonenden.’
Aanleiding onderzoek
Geur is geen op zichzelf staand item in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), maar provincies kunnen geur wel meenemen in de gebiedsprogramma’s. Er is in het ontwikkeldocument NPLG afgesproken dat deze programma’s in ieder geval moeten zorgen dat er geen verslechtering optreedt in de luchtkwaliteit en leefbaarheid, waaronder geur.
Een tweede aanleiding was een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat door omwonenden van veehouderijbedrijven. Zij vonden dat Nederland hen onvoldoende beschermt tegen de geurhinder die zij ervaren. De rechter gaf een deel van deze omwonenden gelijk.
Wetgeving
In de Wvg (Wet geurhinder en veehouderij) zijn regels rondom geurbelasting vastgesteld voor veehouderijen. Tegelijkertijd heeft de wet ook gevolgen voor bijvoorbeeld het bouwen van nieuwe woningen in de buurt van veehouderijbedrijven.
In de wet wordt een verschil gemaakt tussen geurnormen in gebieden met veel veehouderijbedrijven (concentratiegebieden) en gebieden met weinig veehouderijbedrijven. In concentratiegebieden zullen omwonenden geur minder snel als hinderlijk ervaren dan elders. Daarom zijn de wettelijke geurnormen voor de intensieve veehouderij in die gebieden minder streng. Delen van de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland, Utrecht en Overijssel zijn aangewezen als concentratiegebieden.
De Wgv kent ook verschillende normen voor binnen en buiten de bebouwde kom. Verder kunnen gemeenten op basis van Wgv de geurnormen aanpassen, binnen grenzen die de wet stelt.
De staatssecretaris heeft in juli 2023 aangekondigd dat er nieuwe geurnormen zullen komen. Het is onbekend wanneer deze aanpassing zal ingaan. De aangescherpte normen zullen ook gaan gelden voor bestaande bedrijven.
Regionaal beeld
Er ligt nu een regionaal beeld van de geurbelasting door veehouderijen. Kaarten uit het rapport geven informatie over de zogenaamde voorgrondbelasting, dat is de geurbelasting door één bedrijf. Dit is de belasting die wordt gehanteerd bij vergunningverlening. Ook zijn er kaarten over de achtergrondbelasting, dat is de cumulatieve geurbelasting door meerdere veehouderijbedrijven bij elkaar. Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt om te bepalen waar nieuwe woningen gebouwd kunnen worden. Dit alles is uitgesplitst naar provincie en naar gemeente.
Stress door overlast
Cor Peeters woont in Rijkevoort in Noord-Brabant, op nog geen 150 meter van drie varkensstallen met in totaal 1000 zeugen, 6000 vleesvarkens en 3500 gespeende biggen. Peeters is één van de omwonenden uit Limburg, Noord-Brant, Gelderland en Overijssel die gezamenlijk een rechtszaak over geurhinder tegen de Nederlandse staat aanspande. Peeters komt aan het woord in een serie op de site van Nemo Kennislink. De serie onderzoekt wat er gebeurt als heel Nederland een veganistisch dieet zou volgen.
Peeters heeft geen bezwaar tegen de lucht van het platteland, maar over de uitbreiding van het naburige bedrijf zegt hij: “De stank nam fors toe met het aantal dieren, ondanks luchtwassers.” Peeters ervaart de geur als stressvol. “Eigenlijk ben ik helemaal klaar met die stress.”