Nieuws

Boeren anno 2030 (1): Eiwit van eigen bodem

Bron foto: Ruud Morijn, iStock (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    eiwit, stikstof, veldbonen, krachtvoervervanger, sorghum, luzerne
  • Interessant voor
    akkerbouwers, melkveehouders
Bekijk de bronnen
De land- en tuinbouw staat voor de opgave om de komende jaren in rap tempo verder te verduurzamen. Door bijvoorbeeld innovatie, inzetten op meer biodiversiteit en betere waterkwaliteit,  de introductie van nieuwe gewassen, minder dieren of een korte keten.  En dat in een internationaal speelveld én met behoud van een gezond verdienmodel. In deze zomerreeks nemen we een kijkje in de toekomst. Als de veelbelovende ontwikkelingen van nu in de praktijk zijn gebracht: hoe ziet de land- en tuinbouw er anno 2030 uit? Deel 1: eiwit van eigen bodem.

De massale soja-import naar Europa staat onder druk. De invoer vanuit Zuid-Amerika ligt gevoelig in de maatschappij, vanwege de ontbossing door sojateelt in dat gebied. Handelsoorlogen, wereldwijde concurrentie en een pandemie maakten de afgelopen jaren de import steeds kwetsbaarder. Lokaal geteelde eiwitten staan daarmee steeds meer in de belangstelling.

Fast forward naar 2030 

Als Groen Kennisnet een blik werpt op de akkerbouw in 2030, dan is de akkerbouwer gedeeltelijk afgestapt van de traditionele gewassen als tarwe, uien, suikerbieten en aardappelen. En staan er steeds vaker andere gewassen op de akker, zoals de veldboon. Een herontdekt gewas, dat zich vooral kenmerkt door een hoog eiwitgehalte. De veldboon past bij vraag naar meer plantaardige eiwitten in humane voeding, een vraag die over 7 jaar wellicht nog steeds groeit?   

Ook de melkveehouders zijn in 2030 aan de slag met eiwitgewassen. Zij verbouwen en voeren de veldboon als een krachtvoervervanger. Sorghum en luzerne zien we op de melkveebedrijven zij aan zij staan met gras en mais.

Sorghum: minder water en bemesting dan mais  

Sorghum is een gewas dat wereldwijd al eeuwenlang wordt geteeld, waardoor er veel rassen en hybriden beschikbaar zijn met verschillende eigenschappen. Inmiddels zijn er ook rassen die voor onze omgeving geschikt zijn. En doordat er verschillende typen sorghum zijn, is er keuze voor de melkveehouder: wil ik zetmeel of structuur vervangen in het rantsoen? 

Er wordt tijd en energie gestoken in het ontdekken van de teelt van dit gewas. Zo publiceerde het Louis Bolk Instituut onlangs een uitgebreide teeltbrochure. In deze publicatie bundelde zij alle kennis en ervaring uit de publiek-private samenwerking (PPS) “Sorghum als derde gewas in de melkveehouderij” en het Praktijknetwerk “Sorghumervaringen in de praktijk, Noord-Brabant”. 

Sorghum kent allerlei voordelen, zo bespaart de melkveehouder op beregenings- en bemestingkosten, want het gewas vraagt minder water en bemesting dan mais. Daarnaast verdraagt Sorghum inkuilen goed, zowel in een eigen kuil als in een lasagnekuil met mais. Ook eten koeien eten het graag en kan het dienen als rustgewas.  

En stel dat in 2030 de droogtetolerantie die aan sorghum wordt toegekend, ook echt zo blijkt te zijn. Dan is het een gewas dat goed past in het veranderende Nederlandse klimaat. En laten we voor een ogenblik aannemen dat sorghum inderdaad zorgt voor bodemverbetering, zoals wordt gedacht. Dan zorgt het gewas voor meer structuur en organische stof, wat goed aansluit bij de groeiende aandacht voor de Nederlandse landbouwbodem.

Meer structuur met luzerne  

Met een blik op de landbouw in 2030 zien we ook meer luzerne op de melkveebedrijven. Koeien eten het graag en het is een goede bron van eiwit, maar het biedt ook extra structuur. Ook bij luzerne zijn er lagere kosten voor beregening en bemesting, want het gewas is goed bestand tegen droogte en kan zonder stikstofbemesting. Daarnaast legt het stikstof vast voor het volggewas. De Vlaamse melkveehouder Vandamme teelt al 20 jaar luzerne en vertelt in dit artikel: “Na de luzerne kan ik twee jaar mais telen zonder kunstmestgift.”  

Meer structuur in het rantsoen door luzerne betekent een plus voor de vertering van de rest van het rantsoen. In de energievoorziening blijft luzerne wat achter, maar stel je voor dat dat in 2030 door veredeling wat is opgekrikt?

Gewas van vroeger in de toekomst: de veldboon 

Tot de Tweede Wereldoorlog werden veldbonen volop geteeld in Nederland, maar de teelt verdween door concurrentie van het goedkopere soja. We spieken nog even in het jaar 2030: de hernieuwde belangstelling maakt de veldboon weer een gewas met mogelijkheden.  

De veldboon biedt veel. De plant draagt met zijn beworteling bij aan de structuurverbetering van de bodem en het kan dienen als rustgewas. Daarnaast is de veldboon zelfvoorzienend voor stikstof en legt ook nog eens stikstof vast in de bodem. Voor melkveehouders is het aantrekkelijk als bron van eiwit én energie, omdat de boon naast eiwit ook veel zetmeel bevat. 

In het huidige GLB is de veldboon opgenomen in de ecoregeling, dat heeft de interesse in het gewas doen toenemen. En dat betekent voor zaadfirma’s ook een boost om de verdeling te intensiveren. De veredeling richt zich onder andere op meer rassen met een laag aandeel vicine en convicine in de boon. Bij een laag gehalte aan deze toxische stoffen, is de boon zowel voor humane consumptie als veevoer goed geschikt. Productmanager Hindrik Jan Boven van Wiersum Plantbreeding verwacht dat over een jaar of tien alle veldbonenrassen een laag gehalte aan vicin en convicin hebben.

Bronnen

(3)