Nieuws

Verdienmodellen op klimaatadaptieve zandgronden

Beekloop Groote Molenbeek in bos
Bron foto: ©Tessa Jacobs (Groen Kennisnet)
Samenvatting
  • Onderwerp
    klimaatadaptatie, zandgrond, weerbaar telen, bodem
  • Interessant voor
    akkerbouwers, tuinders, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
De gevolgen van klimaatverandering zijn de afgelopen jaren pijnlijk duidelijk geworden in de land- en tuinbouw. Lange perioden van droogte, wateroverlast door extreme regenval en forse hagelbuien lieten hun schadesporen na. In het project Klimaatadaptatie in de praktijk (KLIMAP) werden de hoge zandgronden met een flexibele denkwijze voorbereid op de toekomst en is er inspiratie voor verdienmodellen.

Een klimaatbestendige land- en tuinbouw in 2030, dat is het doel van het Actieprogramma Klimaatadaptatie Landbouw. Binnen het Actieprogramma gebeurt er veel. Er is nu een brochure 'Kennis en Innovatie voor Klimaatadaptatie in de landbouw' met een overzicht van alle kennis- en innovatieprojecten binnen het Actieprogramma. Ook worden de eerste resultaten uit deze projecten gedeeld. Eén van die projecten is de Publiek-Private Samenwerking (PPS) Klimaatadaptatie in de Praktijk (KLIMAP), met een inspiratiebrochure als één van de vele resultaten. In deze brochure staan concrete voorbeelden van verdienmodellen voor agrariërs in één van de beekdallandschappen in Limburg.

Ontwikkelpaden geven flexibiliteit

In de PPS KLIMAP draait het om het ontwerpen van ontwikkelpaden voor de regio’s op de hoge zandgronden. Deze ontwikkelpaden zijn routes naar een klimaatbestendige inrichting van deze regio’s, waar natuur en landbouw met elkaar kunnen bestaan. Het voordeel van deze ontwikkelpaden? Ze zijn onderweg aan te passen, waardoor flexibiliteit mogelijk is. En dat is nodig, met een toekomst waarin nog veel onzeker is.

Groote Molenbeek-Mariapeel

Eén van de hoge zandgronden die meer klimaatadaptief moet worden ingericht is het stroomgebied van de Groote Molenbeek samen met natuurgebied Mariapeel in Limburg. Het gebied staat voor verschillende uitdagingen. Het gebied moet allereerst beter bestand zijn tegen droogte en wateroverlast. Daarnaast moet de kwaliteit van water en natuur verbeterd worden en is er de zoektocht naar de optimale combinatie van natuur, recreatie en landbouw. In de regio van de Groote Molenbeek en Mariapeel is veel intensieve landbouw, tuinbouw en glastuinbouw.

Land- en tuinbouw in een uitdagend gebied

Maar hoe verdien je als agrariër je geld in een gebied als Groote Molenbeek-Mariapeel met zulke uitdagingen? Waar water niet altijd vanzelfsprekend beschikbaar is, waar het grondwaterpeil niet altijd past bij de agrarische bedrijfsvoering? En waar er ook ruimte is voor natuur en recreatie? De brochure 'Inspirerende verdienmodellen voor een klimaatbestendig gebied Groote Molenbeek-Mariapeel' biedt een overzicht van allerlei mogelijke verdienmodellen met links naar concrete voorbeelden. Ook is er een overzicht van bestaande subsidiemogelijkheden. Deze brochure kan ook dienen als inspiratie voor agrariërs in andere beekdallandschappen.

Natte teelten in natuurgebied

Allereerst wordt in de brochure het wensbeeld voor het gebied geschetst. Het gebied wordt opgedeeld in vier deelgebieden: (1) Natura2000 en bufferzones, (2) beekdalen, (3) klimaatadaptieve landbouw en (4) intensieve landbouw. Van ieder deelgebied worden de kenmerken opgesomd en welke soort landbouw er mogelijk is.  

Bijvoorbeeld in de bufferzones om het Natura2000-gebied is er door een verhoging van grondwaterstand ruimte voor natte teelten zoals riet en lisdodde. Ook extensieve veehouderij past in dit gebied, met rassen die uit de voeten kunnen met een kwalitatief minder goed rantsoen. Ook wordt inspiratie gegeven voor neveninkomsten met bijvoorbeeld een restaurant, een museumboerderij of recreatie.

Extensief in de beekdalen, intensief op agroparken

In het wensbeeld is er ook een deelgebied van de beekdalen met bufferzones om water vast te houden. Dat betekent dat er ruimte is voor natte teelten en extensieve landbouw. Ook boomkwekerijen en agroforestry passen in dit gebied. Voor intensievere vormen van landbouw is plaats in de agroparken aan de randen van de regio. Hierbij zijn bijvoorbeeld varkens- en pluimveebedrijven, kassen en champignonkwekerijen mogelijk. Bedrijven op een agropark maken zoveel mogelijk gebruik van elkaars reststromen en ook ketenbedrijven, zoals een slachterij, vinden hun plek op het agropark.