Natuurinclusief boeren op eeuwenoude Westeresch
Regio
Westeresch
Onderwerp
Natuurinclusieve akkerbouw
Interessant voor
Akkerbouwers
Uit historische kaarten blijkt dat het gebied de Westeresch in de eerste helft van de negentiende eeuw uit 140 akkers bestond. Vijf jaar terug waren er nog 8 akkers over, hoofdzakelijk als gevolg van ruilverkaveling. Granen en grasklaver zijn de voornaamste gewassen.
Binnen het proefproject ‘ESsentie’ keert de mozaïekstructuur van weleer terug met een veertigtal kleine akkers en een variëteit aan gewassen, zoals boekweit, hennep, haver, rogge en veldboon. Daarnaast is er plaats voor overhoeken met natuurlijke kruiden en akkerranden met veel bloemen voor insecten en als schuilplaats voor onder andere vogels en wild.
Deelnemende boeren
Harry Luring is een van de zeven boeren die grond pachten op de Westeresch. Hij heeft een biologisch melkvee- en akkerbouwbedrijf en vond de werkwijze aansluiten bij zijn bedrijfsvoering. De opbrengsten zijn minder groot, maar hij ziet de bodemvruchtbaarheid toenemen. Daarnaast wil hij ervaring opdoen met natuurinclusieve landbouw en maatregelen als niet-kerende grondbewerking, waardoor de bodemstructuur grotendeels intact blijft.
Ook Albert en Janitha Wolfs zijn tevreden. De beperktere opbrengsten neemt het echtpaar voor lief. Op de gronden die in eigendom zijn van Staatsbosheer mag geen kunstmest aangevoerd worden en ook geen chemische gewasbescherming worden ingezet. Boeren maken daarom gebruik van onder andere potstalmest. ‘Als boer werk je al met de natuur’, vindt Janitha Wolfs. ‘En nu beweeg je wat meer mee met de grillen van de natuur.’
Docu Pilot ESsentie
Bron: Regio Deal Natuurinclusieve landbouw - YouTube
Gezond en winstgevend
In de gemeente Westerwolde is een kleine twintigduizend hectare in gebruik voor de landbouw. Het gaat om ruim driehonderd boeren, van wie het merendeel een akkerbouwbedrijf heeft. De belangrijkste gewassen zijn suikerbieten en zetmeelaardappelen.
Binnen de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland werken partijen in acht gebieden samen aan een ‘landbouw die gezond, winstgevend en trendsettend’ is. Het gaat onder andere over Schiermonnikoog, de veenkoloniën en de Friese veenweide. Naast landbouw- en natuurorganisaties zijn ook kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties aangehaakt. Zowel de provincies Groningen, Friesland en Drenthe als het Rijk ondersteunen de transitie van de landbouw.
Vogels en kevers
Sinds de start van het project in Westerwolde neemt het aantal broedvogels jaarlijks met acht procent toe, met uitzondering van 2021.. Vooral soorten als de boompieper, de geelgors en de grasmus doen het prima in het gebied. Ook de grauwe klauwier is terug van weggeweest. Deze soort broedt in het struweel, maar zoekt naar voedsel op de akkers. Dat meldt boswachter Jelka Vale in haar blog.
De Rijksuniversiteit Groningen heeft onderzoek gedaan naar loopkevers. Opvallend is dat de hoge aantallen van enkele soorten loopkevers uit 2018 steeds verder zijn afgenomen. Juist andere soorten zijn erbij gekomen, zoals de roodpoothalmkruiper, de behaarde kruiper en de gele glimmer. De hoeveelheid kevers is ongeveer gelijk gebleven. Kevers zijn carnivoren en helpen onder meer bij de natuurlijke plaagbestrijding van bladluizen.
Ongewenste kruiden
In Noord-Nederland loopt nog tal van onderzoeken in de verschillende gebieden. Onder andere naar het effect van een akkerrand op het gewas en op de naastgelegen natuur. Ook het versterken van de overgang landbouw–natuur vraagt om aandacht. Daarnaast hebben boeren behoefte aan een aanpak om ongewenste kruiden op het land tegen te gaan. Een ander vraagstuk is of een verbetering van de bodemkwaliteit ook op lange termijn zal leiden tot een hogere productie en dus een beter rendement.